menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

Kies een letter
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

berustend / gelaten

De woorden verschillen nauwelijks in betekenis (en dat is jammer).

 

berustend                 

zich neerleggend bij, zich schikkend in het onvermijdelijke 

‘De corruptie hier ga ik niet oplossen’, sprak hij berustend. ‘Ik ben geen Don Quichot.’

 

gelaten                      

kalm, lijdzaam

Gelaten liet zij de vernederingen over zich heen komen.

 

De woorden worden ook wel door elkaar gebruikt. Maar er is een subtiel verschil. Met berustend geef je eerder aan dat je ‘rust’ neemt, dat je geen moeite wil doen om iets te veranderen. Dat is dus afzien van een activiteit. Met gelaten geef je eerder een innerlijke gesteldheid aan, waardoor je zonder verzet iets over je heen laat komen.

 

Toch is het jammer dat gelaten niet de betekenis heeft van het begrip gelatenheid dat centraal stond bij de middeleeuwse mystieke denker Meister Eckhart. In het boek Gelatenheid in de kunst: Nijhoff, Braque, Kawabata (2018) heeft Gerard Visser hier prachtig over geschreven. Op pag. 425 schrijf hij over gelatenheid als: “het loslaten van het gefixeerd zijn op de dingen, ter wille van het zich verlaten op – zich inlaten  met – een openheid die de dingen zijn laat.”

 

Ik probeer gelaten wel eens in deze betekenis te gebruiken en te praktiseren, maar berustend moet ik nu zeggen dat ik het bij een paar pogingen heb gelaten.

beschrijven / omschrijven

De woorden verschillen in betekenisnuancering, en beschrijven is ook ruimer van betekenis.

 

beschrijven

in woorden weergeven

  • We beschrijven in deze handleiding hoe je papierklei kunt maken voor een papier-maché.
  • In ons behandelplan staat precies beschreven wat de vervolgstappen zijn.

 

omschrijven

bij benadering in woorden weergeven, proberen aan te duiden

  • Het milieu wordt omschreven als de biologische leefomgeving, ofwel alles om ons heen: grond, lucht en water.
  • In dit taalspel moeten de leerlingen voor klasgenoten een voorwerp omschrijven, maar mogen ze dat voorwerp zelf niet noemen.

 

Bij beschrijven speelt soms ook het aspect ‘opsomming’ een rol, zoals in boedelbeschrijving. En omschrijven betekent vaak dat er een definitie wordt gegeven, of een poging daartoe.

 

Het woord beschrijven kent ook nog een letterlijke betekenis en een bijzondere andere betekenis: ‘zich volgens een kromme lijn bewegen’:

 

  • Onderzoekers komen met een bijzonder soort papier dat je wel twintig keer kunt beschrijven.
  • De vogel, op zoek naar een prooi, beschreef grote kringen hoog in de lucht.

 

Het is niet verwonderlijk dat beschrijven en omschrijven worden verward. Want als je iets in woorden weergeeft (beschrijven), kan het voorkomen dat het minder precies gebeurt (omschrijven). Toch blijven er verschillen. De volgende voorbeelden kunnen dit verder verduidelijken. Welk woord kies je?

 

  • Op deze flora-site staan de meest voorkomende bermplanten beschreven / omschreven.
  • Kun je beschrijven / omschrijven hoe de inbreker eruit zag?

 

In het eerste voorbeeld heeft beschrijven de voorkeur. Het gaat om iets concreets, de bermplanten. Bij omschrijven lijkt het eerder te gaan om meer abstracte zaken. Het tweede voorbeeld lijkt een klein betekenisverschil te suggereren. Bij beschrijven kun je iets precies benoemen. Bij omschrijven is er meer onzekerheid. Daarom zeggen we ook niet bij benadering beschrijven maar bij benadering omschrijven. Het verschil tussen deze twee verwarwoorden lijkt nu voldoende helder omschreven, nee beschreven.

beslissen / besluiten

Er is een klein betekenisverschil.


beslissen
vaststellen wat er moet gebeuren of hoe het zit, de knoop doorhakken
De examencommissie heeft beslist dat de regeling op dit punt niet van kracht is.


besluiten
vaststellen wat er moet gebeuren, bepalen, concluderen
De examencommissie heeft besloten een verzoek in te dienen om de regeling te wijzigen.


De twee woorden overlappen grotendeels in betekenis. Beslissen betekent van oorsprong: 'een geschil bijleggen'. Vandaar ook: 'een knoop doorhakken'. We spreken over beslissingsbevoegdheid en niet over besluitingsbevoegdheid. In besluiten zit ook het woordje slot besloten; vaak gaat het om de uitkomst van een discussie. Vergelijk ook: Ik ben zeker niet dement, dus ben ik nog besluitvaardig. Maar ik durf geen knopen door te hakken, en ben dus niet zo beslisvaardig.

bestaan, in / uit

Er is een betekenisverschil.


bestaan in
inhouden, omvatten
Zijn bijdrage aan dit project bestond in stimulerend aanwezig zijn.


bestaan uit
samengesteld zijn uit
Dit project bestaat uit vijf deelprojecten.


Echte taalliefhebbers — nee geen taalzifters (dat zijn taalgebruikers die altijd over taalverloedering zeuren) — echte taalliefhebbers dus, discussiëren over in en uit in de volgende zin: Mijn taak bestaat eruit / erin dat ik de mensen ontvang, de jassen aanneem, en de stoelen wijs.

 

Dit moet in zijn, want het gaat om de inhoud van de taak.

Nee, het moet uit zijn, want hier wordt beschreven hoe de taak is samen gesteld uit onderdelen. Inderdaad, beide mogelijkheden zijn juist.

betreffende / desbetreffende

Er is geen betekenisverschil.

 

betreffende

bedoelde, waarover het gaat
Aan de betreffende medewerkers is het meegedeeld.

 

desbetreffende

bedoelde, waarover het gaat
Morgen zullen de desbetreffende stukken worden verzonden.

 

Beide woorden zijn juist. Het woord betreffende was vroeger alleen een voorzetsel of een vorm van het werkwoord betreffen: De opmerkingen betreffende deze kwestie. Het woordje des in desbetreffend betekent: 'datgene waarnaar verwezen wordt'.

 

Vandaar dat betreffend als minder juist werd bestempeld, en zelfs als germanisme is betiteld. Maar in feite is desbetreffend dubbelop, want betreffend heeft zelf ook al de verwijsfunctie. Er is dus niets tegen de betreffende stukken. Kijk voor meer over des hierna bij deskundige / kundige.

betreft, wat (...) / voor wat (...)

Er is geen betekenisverschil.


Betreft heeft de betekenis 'over, met betrekking tot, ter zake van'.
Vergelijk de volgende vier zinnen:

  • Wat gaat jou te ver wat betreft lichaamsversiering?
  • Wat de vakantie betreft zou ik me niet zo’n zorgen maken.
  • Wij zijn voor wat betreft testdata gebonden aan strenge regels.
  • Voor wat de vergadering betreft heb ik nog wat op te merken.

 

Alle zinnen zijn goed. Van oorsprong omsloten de woorden wat en betreft datgene wat het betrof. Ze waren een soort 'omzetsels'. Vroeger was het wat de taal betreft, net zoals wat de taal aangaat.

 

Maar wat betreft is nu algemeen aanvaard als variant van het stijve betreffende, en fungeert dan als 'voorzetsel'. En bovendien komen bepaalde woordjes er toch al tussen: je zegt niet wat betreft dat, maar wat dat betreft.


De constructie (voor) wat betreft werd ook wel gezien als een te letterlijke vertaling van het Franse pour ce qui concerne, en werd daarom als gallicisme afgekeurd. Maar bewijzen voor de Franse oorsprong zijn moeilijk te leveren. Kennelijk willen taalgebruikers het zo vreemde voorzetsel wat betreft beginnen met een echt voorzetsel, net zoals met betrekking tot.


De betreft-variatie kunt u ook inzetten om de leesbaarheid en het ritme van de zin te verbeteren. Vergelijk:

  • Er is veel kritiek op dit plan wat betreft de aanvullende maatregelen en de uitzonderingsgevallen.
  • Er is veel kritiek op dit plan voor wat de aanvullende maatregelen en de uitzonderingsgevallen betreft.

betrokken, bij / in / op

Er is een betekenisverschil.

 

betrokken bij

te maken hebbend met
Hij was betrokken bij een aanrijding.

 

betrokken in
in verband gebracht met
Ook ambtenaren van deze gemeente zijn betrokken in een corruptieaffaire.


betrokken op
gericht op, begaan met
Veel ouders zijn maar weinig betrokken op de school van hun kinderen.


Het voorzetsel bij heeft hier de meest algemene betekenis. Dit voorzetsel wordt ook gebruikt voor de betekenissen in en op, vooral als die betekenis niet sterk op de voorgrond treedt. Daarom is in het laatste voorbeeld bij niet echt fout. Wel vreemd klinkt in in de betekenis van bij: Hij is betrokken in een verkeersongeval. Als u sterk betrokken bent op een goed voorzetselonderscheid schrijft u zoiets niet.

beurs / portemonnee

De woorden verschillen in betekenis.

 

beurs                         

geldzakje, meestal van stof, halfrond, zonder vakjes

 

Het is niet zo handig om je bankpasje in een beurs te bewaren.

 

portemonnee        

mini-geldtasje, meestal van leer, rechthoekig, met vakjes

 

Al die zogenaamd gunstige regelingen, je merkt er weinig van in je portemonnee.

 

 

En het verschil met portefeuille? Voor degenen die Frans kunnen, is dat gemakkelijk. Portemonnee komt van ‘porter monnaie’, dus ‘geldhouder’. En in portefeuille zit het woord voor papieren. Dus een portefeuille is voor belangrijke papieren en voor papiergeld. En, heel apart, het betekent zelfs ‘departement’, als je minister zonder portefeuille bent. Trouwens, ook van beurs zijn niet alle betekenissen behandeld. Het betekent ook: plaats waar gehandeld wordt (effectenbeurs, boekenbeurs) of schachtje in een pees. En je kunt het ook nog zijn op de plaats waar je een blauwe plek hebt.

bevattelijk / vatbaar

De woorden verschillen zo duidelijk in betekenis, maar … we willen dat niet.

 

bevattelijk                

gemakkelijk te begrijpen; vatbaar

Van een student Nederlands mag je toch verwachten dat die een bevattelijke tekst kan schrijven!

 

vatbaar                     

toegankelijk voor, ontvankelijk voor

  • Vooral ouderen en kinderen zijn vatbaar voor infectieziekten.
  • Zij ging helemaal door het lint, en was niet meer voor rede vatbaar.

 

 

Onze taal presenteert ons een mooi onderscheid: bevattelijk voor ‘gemakkelijk te bevatten’ en vatbaar voor ‘gemakkelijk aan te vatten’. Maar wij taalgebruikers zijn hier niet vatbaar voor, wij zijn bevattelijk voor verwarring. Hoe is dat zo gekomen? Misschien omdat 

bevattelijk vroeger ook ‘gemakkelijk begrijpend’ of ‘vlug van begrip’ betekende. Je kon dan spreken over een bevattelijk kind. Dat ‘vlug van begrip’ kreeg daarmee ook de betekenis ‘ontvankelijk voor’. Vandaar dat bevattelijk ook vatbaar is gaan betekenen, en we zinnen kunnen tegenkomen als: Niet iedere jongere is even bevattelijk voor gevaarlijke ideologieën. Jammer, het zou zo’n mooi onderscheid zijn geweest. U moet het zelf maar weten, maar ik ben niet vatbaar voor bevattelijk in de betekenis ‘vatbaar’.

bevelhebber / gezagvoerder

De woorden verschillen niet in betekenis, maar er is wel verschil in gebruik.

 

bevelhebber

iemand die het bevel voert over een leger(onderdeel)

De nieuwe president benoemde onmiddellijk nieuwe bevelhebbers bij het leger, de luchtmacht en de marine.

 

gezagvoerder

iemand die het gezag voert, met name in een vliegtuig

Staat in het Luchtvaartreglement beschreven wanneer de gezagvoerder het gezag overdraagt aan de copiloot?

 

Gezag is abstract, een bevel is concreet. Gezag is een noodzakelijke voorwaarde voor het geven van een bevel. Gezag heeft met ‘zeggen’ te maken. Het is de bevoegdheid om te zeggen wat iemand moet doen. Als een persoon gezag heeft, laten degenen voor wie dit geldt zich ‘gezeggen’. Een bevel geven is dan concreet zeggen wat iemand moet doen.

 

Ook bij een schip spreekt men wel van gezagvoerder, maar dat is dan de meer juridische term voor het concrete woord kapitein. En bij politie en brandweer heet de gezagvoerder een commandant.

 

Naast bevelhebber heb je ook bevelvoerder; dit woord wordt vooral gebruikt voor brandweercommandant. En naast gezagvoerder heb je ook gezaghebber; een soort burgemeester op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, of algemeen: iemand die gezag uitstraalt.

 

Nog een detail. Omdat in gezagvoerder geen tussen-s wordt gehoord, zou je verwachten dat ook alleen gezagdrager goed is. Toch bestaat ook de vorm met -s-, omdat vele taalgebruikers hier wel een -s- uitspreken. Maar wat belangrijker is, gezagdrager is niet synoniem met gezagvoerder, en ook net niet met gezaghebber. Een gezag(s)drager is een persoon of instantie bij de overheid die het gezag over iets heeft.

bewapend / gewapend

Er is betekenisverschil.
 
bewapend                 
voorzien van een wapen, eerder in officiële uitrusting, en defensief 
Zijn in Nederland beveiligers van kerncentrales bewapend?
 
gewapend                 
in het bezit van een wapen, eerder offensief
voorzien van (middelen tegen)
versterkt met ijzergaas of een laag metaal 
De overvaller was gewapend toen hij de winkel binnenging.
Ondernemers, bent u gewapend tegen datalekken?
De aannemer kreeg een proces-verbaal omdat bij de wapening van het gewapend beton onvolkomenheden waren vastgesteld.
 
De ‘wapen’-betekenis verschilt vooral op de lijn defensief-offensief. Als er dus in een internationaal conflict een bericht verschijnt over bewapende adviseurs, dan bedoelt de tekst te zeggen dat die adviseurs niet oorlogszuchtig zijn. Tegenstanders van die adviseurs zullen wellicht eerder spreken over gewapende adviseurs, of misschien commando’s. Zo kan men in de letters b en g zijn visie geven op een internationaal conflict.
 
Controlevraag. Is een politieman die in zijn vrije tijd met een zelf gekocht geweer op jacht gaat, nu bewapend of gewapend? De g is goed.

bewoner / inwoner

Er is een klein betekenisverschil.
 
bewoner        
iemand die op een bepaalde plaats woont, met ruimtelijke begrenzing 
Het stadsdeel Amsterdam-Noord heeft subsidie gekregen om de betrokkenheid van de bewoners te stimuleren.
 
inwoner         
iemand die woont in een bestuurlijk-staatkundige eenheid 
Het stadsdeel Amsterdam-Noord heeft ruim 90.000 inwoners.
 
In beide gevallen gaat het om iemand die ergens woont. Maar bij een bewoner gaat het om het wonen op een bepaald begrensd oppervlak: huis, buurt, platteland, rivierendelta, enz. Terwijl inwoner ziet op het onderdeel zijn van een bestuurlijk-staatkundig geheel: gemeente, land. Beide woorden in één zin: Op het eiland Taiwan, met zijn bijna 24 miljoen inwoners, is nog slechts een gering percentage afkomstig van de oorspronkelijke bewoners uit de Polynesische eilanden.
 
Volgens dit onderscheid heeft het eiland Vlieland bewoners, maar kent Vlieland als gemeente inwoners. Is het onderscheid waterdicht? Een twijfelgeval. Engeland heeft inwoners, maar de eilandengroep ten noorden van Schotland, de Orkneys, heeft bewoners. Hoewel deze eilandengroep ook een staatkundig onderdeel is van Schotland, denken we toch in eerste instantie aan de mensen als personen die op een bepaalde plaats leven. Als het accent niet ligt op de bestuurlijk-staatkundige eenheid, spreken we van bewoners.

bezit / eigendom

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar er is wel degelijk verschil.

 

bezit

eigendom, ‘het houden van een goed voor zichzelf’

 

Deze auto staat wel op mijn naam, maar is niet meer in mijn bezit.

 

eigendom

bezit, ‘het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben’

 

Als ik al dertig jaar lang een stukje gemeentetuin onderhoud als mijn eigen tuin, is het dan mijn eigendom?

 

In het alledaagse taalgebruik is er geen verschil in betekenis. Van iemand die iets bezit, wordt aangenomen dat hij dat ook in eigendom heeft. Maar juridisch gezien is er wel een belangrijk verschil. De citaten hierboven zijn afkomstig uit het Burgerlijk Wetboek. Een voorbeeld. Ik kan beweren dat een boek van mij is, mijn bezit is, omdat mijn naam erin staat. Maar als mijn vriend kan aantonen dat hij dit boek heeft gekocht en het jaren geleden aan mij heeft uitgeleend, dan blijft dat boek zijn eigendom. O ja, juristen spreken over de eigendom. Zie de Top 33 Taalvragen, taalkwestie 13. Juristen spreken zelfs over de blote eigendom. Zie hierover het Verwarwoordenboek.

 

Beide woorden in één zin:

 

De overheid heeft kunstvoorwerpen in bezit die eigendom zijn van erfgenamen van oorlogsslachtoffers.

 

Het paard is pas jouw eigendom als je ook de papieren in bezit hebt.

bezwijken, aan / onder / van / voor

Er is een betekenisverschil.


bezwijken aan
sterven door
De mishandelde vrouw is uiteindelijk bezweken aan haar verwondingen.


bezwijken onder
niet meer kunnen dragen
Rampensite bezwijkt bijna onder de belangstelling.


bezwijken van
onwel worden
Het was zo komisch. Hij bezweek bijna van het lachen.


bezwijken voor
niet kunnen weerstaan
Hij bezweek uiteindelijk voor de verleiding.


Dit is een van mijn favoriete voorzetselvariaties. De kernbetekenis van bezwijken, 'geen weerstand meer kunnen bieden', heeft door de voorzetsels vier prachtig te onderscheiden betekenissen gekregen.

bijbaan / nevenfunctie

De woorden worden wel door elkaar gebruikt, maar er is een klein verschil in betekenis en ook in taalsfeer.

 

bijbaan                     

werk naast een andere activiteit

  • Als student kon ik al mijn extraatjes financieren uit mijn bijbaantjes.

 

nevenfunctie             

unctie naast een hoofdberoep

  • Om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen mogen ministers geen nevenfuncties bekleden.

 

Het verschil komt overeen met het verschil tussen baan en functie, tussen werkkring en betrekking. Bij een (kantoor)baan gaat het om een relatie werkgever-werknemer, om broodwinning en een vastgesteld aantal uren. Bij een (bestuurs)functie gaat het om benoeming in een ambt of verkiezing voor een taak, soms ook zonder vergoeding, en is het aantal uren vaak minder relevant.

 

Een baan heeft ook een lagere status dan een functie. Dat zie je heel mooi aan de woordjes bij en neven. We zeggen geen nevenbaantje of bijfunctie. Toch worden nevenfuncties in sommige gevallen ook wel aangeduid als bijbaantjes, zoals in: De nieuwe voorzitter moet een verbinder zijn en niet al te veel bijbaantjes hebben. Vaak gaat het dan om betekenisaspecten van het woord baan die negatief zijn voor een (hoofd)functie. Bijvoorbeeld een gezagsrelatie met een werkgever waardoor iemand in een bepaalde hoofdfunctie niet meer onafhankelijk is. Of het feit dat iemand naast zijn hoofdfunctie ook nog veel geld opstrijkt in andere nevenfuncties. En ook kan zo’n hoge functionaris badinerend spreken over zijn bijbaantjes, om aan te geven dat die niet zo belangrijk zijn. Dit noemen we dan ‘omgekeerd snobisme’: overdreven gewoon doen om je hoge sociale status te verbergen. Zoiets als een baron die roept: “Wat mòt jij hier op mijn landgoed!”

 

In Vlaanderen is trouwens job en ook nevenjob veel gebruikelijker dan in Nederland. Bij ons  klinkt dat iets informeler dan (bij)baan, maar weer net iets formeler dan (bij)baantje.

 

Nu we het toch over baantjes hebben. Is het niet vreemd dat je een baantje kunt schaatsen en een baantje kunt hebben? Wat hebben de betekenissen ‘rechte strook’ (vierbaansweg), ‘traject’ (golfbaan) en ‘verbinding’ (zenuwbaan) te maken met de betekenis ‘werkkring’? Het WNT, het Woordenboek der Nederlandsche Taal, ons eigen grootste taalmuseum ter wereld, geeft hier een prachtige verklaring. Een werknemer op een schip kon soms vrijstelling krijgen van vermoeiende bezigheden aan boord. Hij kreeg dan een baantje. En die betekenis weer uit de schaatswereld, waar degenen die geen lange en vermoeiende tocht aandurfden, zich beperkten tot het rijden van baantjes. Dus een scholier die een bijbaantje heeft, leren we niet alleen dat ‘school’ is afgeleid van ‘vrije tijd’, maar ook dat een baantje nog minder inspanning vergt.

bijdragen, aan / in / tot / voor

Er is een klein betekenisverschil.


bijdragen aan
een aandeel leveren aan
De overheid heeft zelf bijgedragen aan het ontstaan van de crisis.


bijdragen in
een aandeel leveren (in de kosten)
Alle overblijvende spelers hebben nu gelijk bijgedragen in de pot.


bijdragen tot
mede van invloed zijn
Veranderingen in sociaal gedrag hebben bijgedragen tot de opkomst van obesitas.


bijdragen voor
doelgericht een aandeel leveren aan
We willen iedereen bedanken die zijn bijdrage heeft geleverd voor het behalen van dit succes.


De verschillen zijn nogal subtiel. Het duidelijkst is in; dat heeft doorgaans betrekking op geld. Het meest algemeen is tot, met de algemene betekenis ‘invloed’. De voorzetsels aan en voor zijn vaak inwisselbaar. Een verschil is dat voor vaak ook doelgericht is. Als in het eerste voorbeeld de overheid een bijdrage levert voor het ontstaan van de crisis, dan wekt dat de indruk dat de overheid de crisis heeft gewenst.

bijzonder / opmerkelijk

 

De woorden zijn vaak inwisselbaar, maar er zijn ook subtiele betekenisverschillen.

 

bijzonder                  

 

afwijkend van het gewone, speciaal, eigenaardig; in hoge mate

  • In november 18 graden, dat is wel heel bijzonder.
  • In Nederland kennen wij algemeen en bijzonder onderwijs.
  • Deze top-kok had een bijzonder ontwikkeld smaakgevoel.

 

 

opmerkelijk              

 

afwijkend van het gewone, frappant, bevreemdend            

  • In november 18 graden, dat is wel heel opmerkelijk.
  • Het is wel opmerkelijk dat er in het Brabants zo weinig woorden zijn voor emoties.

 

De overeenkomst in betekenis is ‘afwijkend’. Maar bij opmerkelijk gaat het er eerder om dat de afwijking je erg opvalt, of dat je de afwijkend vreemd vindt. Dus als je 18 graden in november bijzonder vindt, dan benoem je eerder de uitzondering. En als je die temperatuur opmerkelijk vindt, dan vind je die eerder vreemd.

 

Het lijkt er ook op dat je bij opmerkelijk eerder een neutraal of negatief oordeel hebt. Bij bijzonder lijkt het eerder om een positief oordeel te gaan. Vandaar ook die prachtige ironie in het tv-programma Luizenmoeders toen juf Ank over een kind met twee vaders en ook nog een biologische vader zei: Dat vinden wij niet raar, dat vinden wij alleen maar heel bijzonder.

 

Vergelijk ook de volgende zinsparen:

  • Zij was bijzonder gekleed.
  • Zij was opmerkelijk gekleed.
  • Bijzonder, bij de Amerikaanse verkiezingen in 2020, zoveel stemmen voor Trump.
  • Opmerkelijk, bij de Amerikaanse verkiezingen in 2020, zoveel stemmen voor Trump.

 

Als je zegt dat iemand bijzonder gekleed gaat, klinkt daar ook vaak een compliment in door. Maar als je zegt dat iemand opmerkelijk gekleed gaat, dan heb je zo wel je eigen gedachten over de kledingkeuze. En in de zinnen over de Amerikaanse verkiezingen zou dan het woordje bijzonder verraden dat je vóór Trump bent, terwijl opmerkelijk eerder een anti-Trump houding aangeeft. Misschien kan een lezer van deze rubriek dit zinspaar gebruiken, of aanpassen aan onze verkiezingen, in een onderzoek naar politieke voorkeuren. En als zo’n onderzoek dan het vermoede resultaat oplevert, kunnen we het resultaat bijzonder opmerkelijk noemen.

 

 

bijzonder / zeldzaam

De woorden verschillen in betekenis, maar hebben vaak dezelfde gebruikswaarde. 

 

bijzonder                  

anders dan gewoonlijk, dus niet vaak voorkomend; versterking

 

Een orchidee is een bijzondere plant, zo afwijkend van wat we normaal zien.

 

zeldzaam                   

niet vaak voorkomend, dus anders dan gewoonlijk; versterking

 

Hij vertrok naar Peru om daar een zeldzame orchidee te bestuderen.

 

De woorden zijn vaak inwisselbaar. Immers als iets niet vaak voorkomt is het anders dan gewoonlijk, en als iets anders dan gewoonlijk is, komt het niet zo vaak voor. Wel lijkt bijzonder vaker gebruikt te worden om ook een waardeoordeel te geven. De woorden kunnen ook als versterking dienstdoen, hoewel dat bij zeldzaam slechts zeldzaam en dus heel bijzonder is. 

 

 

Hij trok verder naar Guatemala, want daar waren bijzonder zeldzame orchideeën gesignaleerd.

 

Zeldzaam bijzonder, dat onderste orchideeënbloemblad lijkt wel een schoentje!

billijk / redelijk

Er is geen betekenisverschil, wel een heel klein verschil in gebruik.


billijk
aannemelijk, passend, schappelijk (meer bij een specifieke situatie)
Gij zult uw man gehoorzamen in alle dingen, die recht en billijk zijn.


redelijk
aannemelijk, passend, schappelijk (meer volgens redenering)
Ik heb voor mijn huis een redelijke prijs kunnen krijgen.


Dit is een van de zeldzame gevallen van pure synonymie: woorden waarbij niet of nauwelijks verschil in betekenis of stijl is te ontdekken. U kunt het dus niet fout doen. Nou ja, wel een beetje.

U kunt argumenten niet onbillijk noemen, wel onredelijk. Waarschijnlijk komt dat doordat billijk meer te maken heeft met ethiek en gedrag, en redelijk meer met verstand en... rede.

bladeren / browsen

Er is een verschil in gebruik.


bladeren
papieren pagina’s verkennend bekijken
Zo'n dik rapport. Ik heb alleen even kunnen bladeren.


browsen
verkennend bekijken van webpagina's
Op het internet kun je urenlang browsen.


Er is nog een ander klein verschil. Bij bladeren hebt u zicht op de omvang van het boek, tijdschrift of rapport waarin gebladerd wordt. Bij browsen krijgt u geen informatie over de omvang.


Voor digitale verkenning worden ook andere werkwoorden gebruikt: surfen en navigeren. Surfen is eerder grasduinen met een minder concreet doel dan browsen. En navigeren is doelgericht browsen. Dus: Tja, als je zonder vraag gaat zoeken, dan blijft het bij wat surfen. Net als een zeeman moet je een doel hebben; dan kun je effectief navigeren. Zie ook bladeren / scrollen.

bladeren / scrollen

Er is een betekenisverschil.


bladeren
in een tekst pagina’s omslaan, vluchtig doorlezen (horizontaal)
Kijk, met een veeg over het touchscreen blader ik door mijn boek.


scrollen
op een beeldscherm de inhoud verschuiven (meestal verticaal)
Mailberichten waarbij je vaak moet scrollen, kun je beter eerst printen.


Scrollen komt van het Engelse to scroll, van scroll dat 'boekrol' betekent; deze boekrollen werden doorgaans verticaal afgerold. In het vroege computertijdperk werd bladeren alleen voor papier gebruikt en scrollen voor het scherm. Maar tegenwoordig is ook het oude papier-bladeren digitaal nagebootst. Zie ook bladeren / browsen.

bladzijde / pagina

Er is een klein betekenisverschil.


bladzijde
een zijde van een blad papier
Op de achterkant van deze bladzijde staat nog een schema.


pagina
een blad, een beeldscherm met informatie
Als je deze pagina omslaat, zie je rechts een schema.


Bij bladzijde denken sommigen eerder aan een kantje: de voorkant of de achterkant van een blad papier. En bij pagina denken sommigen eerder aan voor- én achterkant. De woorden bladzij(de) en pagina zijn niet volledig synoniem. Anders zouden we wel spreken van bladzijdenummer en beeldschermbladzijde in plaats van paginanummer en beeldschermpagina. En alleen schrijvers die per pagina betaald worden, mogen schrijven: Voor alle duidelijkheid: één pagina is twee bladzijden.


O ja, heel deftige woorden voor kantje zijn: recto (voorkant) en verso (achterkant). Dus bijvoorbeeld: Dit apparaat kopieert automatisch recto en verso.

blij / vrolijk

De woorden overlappen in betekenis, maar er is ook verschil.

 

blij

verheugd, opgewekt; tevreden, voldaan, opgelucht

 

Dat noem ik nou: iemand blij maken met een dode mus.

 

vrolijk

verheugd, opgewekt; levendig, uitgelaten en gezellig

 

Uit de kamer ernaast klonk een vrolijk gelach

 

Beide woorden wijzen op vreugdevolheid. Het verschil zit in ‘innerlijk’ en ‘uiterlijk’. Het woordje blij wijst eerder op een innerlijke gemoedsbeweging. We zeggen immers niet: Ik ben vrolijk u te zien of Ik zal vrolijk zijn als dit voorbij is. En ook spreekt een pastor niet over de vrolijke boodschap van het evangelie. Het woordje vrolijk wijst eerder op iets wat aan de buitenkant waarneembaar is. Anders zouden we wel spreken over een blij behangetje, of een blije boel of iemand die voor een blije noot zorgt.

 

Nu iets voor de fijnproever. Ach nee, dat bent u al. Nu echte verbale haute cuisine. Welke beelden komen naar boven bij de volgende zinnen? En welk woord zou ook vervangen kunnen worden door blij of vrolijk?

 

  • De stemming was jolig.
  • De stemming was opgetogen.
  • De stemming was opgewekt.

 

De woorden jolig en opgetogen zitten dicht bij vrolijk. Het gaat om uiterlijk waarneembare vreugde. Bij een jolige stemming gaat het eerder om uitbundigheid die snel kan ontaarden in chaos, bijvoorbeeld een studentikoze grap in de openbare ruimte.

 

De stemming was jolig. Het duurde niet lang meer of de tassen vlogen over de banken.

 

Bij een opgetogen stemming gaat het eerder om vrolijkheid waardoor je een beetje buiten jezelf wordt getrokken, bijvoorbeeld kinderen vlak voor een schoolreisje.

 

De stemming was opgetogen. Dat er maar één bus klaar stond voor het jaarlijkse ondernemersuitje verhoogde zelfs de stemming.

 

Het woordje opgewekt is nog het meest neutraal, het past daardoor bij blij én vrolijk.

 

De stemming was opgewekt. Men was blij dat het einde van de reis in zicht was.

 

En nu maar hopen dat u niet met andere synoniemen aan komt zetten. Of met de vraag waarom vrolijkstemmend meer voorkomt dan blijstemmend.

blijkbaar / klaarblijkelijk / ogenschijnlijk / schijnbaar

Er is een betekenisverschil.


blijkbaar
zoals blijkt (in overeenstemming met de werkelijkheid)
Hij is er niet. Blijkbaar heeft hij onze afspraak verkeerd begrepen.


klaarblijkelijk
zoals duidelijk blijkt, evident, overduidelijk
Alleen bij klaarblijkelijk gevaar mag preventief worden opgetreden.


ogenschijnlijk
schijnbaar, naar het zich laat aanzien
De patiëntengroep bestond uit veertien ogenschijnlijk gezonde Turkse vrouwen.


schijnbaar
naar het schijnt (niet in overeenstemming met de werkelijkheid)
Hij is er niet. Dus hij heeft slechts schijnbaar belangstelling getoond.


Mocht u de woorden door elkaar halen, zelfs woordenboeken omschrijven schijnbaar als blijkbaar. Maar taalgebruikers met enig werkelijkheidszin weten hoe nuttig het onderscheid kan zijn: wel of niet in overeenstemming met de werkelijkheid.


Het woord klaarblijkelijk is net iets sterker dan blijkbaar.

 

Het woord ogenschijnlijk is net iets voorzichtiger dan schijnbaar, en kan ook de betekenis 'op het eerste gezicht' erbij krijgen. Vergelijk:

  • Ogenschijnlijk kost het weinig energie, maar na tien minuten merk je hoe moe je wordt.
  • Schijnbaar kost het weinig energie, maar de calorieverbruiksindex geeft iets anders aan.

blik, de / het

Er is een betekenisverschil.


de blik
oogopslag
De blik die zij mij toewierp was misschien niet dodelijk, maar wel pijnlijk.


het blik
dun plaatstaal
Heb jij het blik doperwtjes al opengemaakt?


Er zijn woorden die zowel onzijdig zijn, dus een het-woord, als mannelijk of vrouwelijk, dus een de-woord. Meestal geeft dat geen betekenisverschil, zoals bij de of het aanrecht, deksel, matras. Maar bij een aantal woorden geeft het lidwoord wel betekenisverschil, zoals bij de en het blik. Enkele andere min of meer bekende voorbeelden zijn:

  • de doek / het doek
  • de genie / het genie
  • de idee / het idee
  • de kapitaal / het kapitaal
  • de metaal / het metaal
  • de portier / het portier
  • de punt / het punt
  • de stof / het stof
  • de veer / het veer


Er zijn ook nog ingewikkeldere gevallen: een omslag van een boek heeft beide mogelijkheden (de en het), maar wanneer het weer omslaat, is alleen de goed. In een enkel geval ziet men een poging om via de / het betekenisverschil te creëren, bijvoorbeeld de tandem (de fiets) en het tandem (het duo), maar het is zeer de vraag of zo’n poging zal lukken.

« Vorige1....45678....36Volgende »
Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.