menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

P
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

pallet / pellet

Er is een betekenisverschil.

 

pallet

laadbord, transporteenheid
Vandaag worden de pallets geleverd voor de verhuizing van onze afdeling.

 

pellet

grote korrel, balletje
Hier komt een nieuwe fabriek voor de productie van biomassa-pellets.

 

Vaak ziet men pallet foutief gespeld als pellet. Uit de context blijkt dan wel dat het niet om korrels gaat, maar toch kan men maar beter geen aanleiding geven voor verwarring.

 

Ook ziet men pallet foutief gespeld als palet. Maar een palet is een ovaal schildersplankje met een duimsgat. Dit woord wordt ook in een algemene betekenis gebruikt: kleurenpalet, klankpalet.

pantoffel / slof

Er is een klein betekenisverschil.

 

pantoffel

schoeisel voor in huis, met stevige zool en dichte achterkant

Hij slofte maar wat rond op zijn oude, afgetrapte pantoffels.

 

slof

schoeisel voor in huis, met slappe zool en open achterkant

Nooit met sloffen op een houten trap, veel te gevaarlijk!

 

Misschien helpt dit: een slof staat tot een pantoffel zoals een slipper staat tot een sandaal. En een heel bevallig slofje als bij Assepoester heet een muiltje, het verkleinwoord van een 'grote mond', dus een kleine opening voor de voet. De stevigheid van de pantoffelzool verklaart waarom we niet van slofhelden spreken. De echtgenote moet er mee kunnen meppen, opdat de echtgenoot onder de plak blijft. En de open achterkant verklaart waarom we niet van slofdiertjes spreken.

 

Taal zit zo prachtig in elkaar. We begrijpen door die open achterkant nu ook waarom we niet uit onze pantoffel kunnen schieten. Maar wacht, waarom kan dit niet: het vuur uit je pantoffels lopen? Nou, omdat die slappe zool meer wrijving geeft met de ondergrond en er dan vonkjes kunnen ontstaan. Als we lopen te sloffen (niet te 'pantoffelen') kunnen we ons dat gemakkelijk voorstellen.

papa / pappa

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

De spelling papa is oorspronkelijk aan het Frans ontleend. Omdat de eerste a kort is, is de dubbele p strikt genomen juister; vergelijk kapen en kappen. Kijk ook bij mama / mamma.

 

Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

papadag / vaderdag

Er is een duidelijk betekenisverschil.

 

papadag

vaste verlofdag voor vaders om voor het gezin te zorgen

 

Toen een papadag nog niet zo gebruikelijk was, sprak men ook wel van vaderdag.

 

vaderdag

feestdag om vaders in het zonnetje te zetten

 

In Nederland valt Vaderdag op de derde zondag in juni, in België een zondag eerder.

 

Er zijn vaders die een hekel hebben aan het woord papadag, zoals anderen weer een hekel hebben aan het woord ‘kids’. Maar hekel is geen factor in betekenisverschil. Een papadag is waarschijnlijk zo gaan heten omdat de betekenis van Vaderdag al geclaimd was door school en middenstand. Over het verschil tussen vader en papa is al geschreven. En ook over de spellingvariatie papa en pappa. Vaderdag schrijven we trouwens met een hoofdletter omdat het een officiële feestdag is.

parcours / parkoers

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

pas / stap

De woorden betekenen hetzelfde, maar er zijn verschillen in gebruik die op een nuanceverschil wijzen.

 

pas

plaatsing van de ene voet voor de andere

  • Hij zette er flink de pas in, in de hoop nog op tijd aan te komen.
  • Ach kijk, zie haar eens oefenen op de eerste danspasjes.

 

stap

plaatsing van de ene voet voor de andere, vaker met aspect ‘richting’ (?)

  • Ik ben zo moe, ik kan geen stap meer verzetten.
  • Ach kijk, hier een video met de eerste stapjes van onze zoon!

 

Er zijn personal trainers die een pas minder actief vinden dan een stap omdat je bij stap het werkwoord stappen hebt, en passen ook een heel andere betekenis heeft. Maar dit onderscheid vinden we niet terug in het taalgebruik. Er zijn bewegingstherapeuten die een onderscheid maken tussen een stap en een pas op basis van lengte. Een paslengte zou dan de afstand zijn tussen rechter en linker hielafdruk: je zet één voet naar voren. En een staplengte is dan de afstand tussen de afdruk van twee gelijke hielen: Je zet één voet naar voren, en daarna de andere voet. In deze benadering is een stap dus eigenlijk twee passen. Er is wel een wandelsport waarbij er geen verschil is in lengte; dat is snelwandelen. Dan moet je steeds een voet aan de grond hebben, en dan zijn paslengte en staplengte gelijk. Maar ook dit onderscheid vindt geen steun in het taalgebruik, zoals iedereen met stappenteller kan nagaan. Wel lijkt een stap vaak krachtiger, dynamischer of groter dan een pas.

 

Stap en pas verschillen dus niet in betekenis. Maar toch is er verschil in gebruik. Zie de volgende foute zinnen.

  1. We moeten eerst maar eens stap op de plaats maken.
  2. Zo komen we geen pas verder.
  3. Ja, ik moet nu eindelijk een pas terugdoen.
  4. Kom, gaan we gauw daarlangs, dan kunnen we ze de stap afsnijden.

 

Hoe kunnen we verklaren dat in deze zinnen steeds het andere woord moet staan? Misschien roept een stap toch eerder het aspect ‘richting’ op. En dan is het begrijpelijk dat we spreken over ‘een pas op de plaats maken’ in 1, ‘geen stap verder komen’ in 2, en ‘een stap terugdoen in 3. En in 4? De uitdrukking ‘iemand de pas afsnijden’ betekent niet dat wij iemand inhalen of een ander blokkeren; dus ook in dit ‘pas’ geen richting als betekenisaspect? Hoe dan ook, ik hoop met deze poging tot een heel subtiel onderscheid een pas in de goede richting te hebben gezet.

 

pastoor / pastor

Er is een klein betekenisverschil.

 

pastor

iemand die zorg draagt voor gelovigen
Zij wilde geen dominee worden, maar wel ziekenhuispastor.

 

pastoor

het hoofd van een parochie in de Rooms-Katholieke Kerk
Al vroeg in zijn pastoraat werd duidelijk dat hij de laatste pastoor zou zijn in dit dorp; maar gelukkig namen enkele pastorale medewerkers zijn taken gedeeltelijk over.

 

In één zin: Niet alle pastores zijn pastoor.

pathetisch / theatraal

De woorden verschillen in betekenis.

 

pathetisch                 

overdreven, met veel emotie, hartstochtelijk

 

OK, ik ben weer te laat. Maar om daar nou zo pathetisch over te doen.

 

theatraal                   

overdreven, op effect berekend, gekunsteld.

 

Met een theatraal gebaar overhandigde hij haar een vreemd uitziend pakje.

 

In beide gevallen gaat het om overdrijving. Bij pathetisch is het de overdrijving van emotie. Het woord ‘pathos’ komt uit het Grieks en betekent ‘emotie’, en vooral ook ‘geëmotioneerdheid’ of een hartstochtelijke gemoedsaandoening. Pathetisch betekent dus ‘overvol van pathos’. Het woord theatraal betekent ‘zoals in een theater’, waar toneelspelers hun gebaren en mimiek sterk moe(s)ten aanzetten om het beoogde effect bij het publiek te bereiken. Bij theatraal gaat het dus om de overdrijving van gebaren. En als dat niet op het toneel gebeurt maar in gewoon contact, dan komt dat vaak gekunsteld over. Omdat theatraal ook ziet op ‘effectbejag’ komt het soms dicht bij ‘vol van emotie’. Maar toch gebruiken we bij (overdreven) emotie eerder het woord pathetisch.

peil / pijl

Er is een betekenisverschil.

 

peil

niveau; merkteken om een maat aan te geven; richtsnoer
De beursindex klom tot het hoogste peil in twee jaar.

 

pijl

(dunne) stok met scherpe punt
De jongens schoten met pijl en boog op eksters.

 

Het woord peil betekende oorspronkelijk 'vast punt waar zeelieden hun koers op uitzetten'. We kennen het ook nog in peillood, en in de uitdrukking je kunt er geen peil op trekken. Natuurlijk kun je ook een pijl trekken, maar dan heb je een boog nodig: Die vogel vliegt zo snel, ik kan er geen pijl op trekken.

 

De variatie ei-ij kent meer woordparen. Voor andere struikelblokken kijkt u bij bereiden / berijden.

peiler / pijler

Er is een betekenisverschil.

 

peiler

iemand die iets peilt (bijvoorbeeld: het niveau, de diepte, de omvang)
Er is onlangs een studie verschenen naar de invloed van opiniepeilers op verkiezingsuitslagen.

 

pijler

vrijstaande verticale drager van een bouwwerk (ook figuurlijk)
De islam kent vijf pijlers; een daarvan is de vastenmaand of ramadan.

 

Een hulpmiddel voor het onderscheid is dat een pijler vaak de vorm heeft van een pilaar, waarvan de tweede letter een i is. De twee woorden in één zin: Toen men de middelste brugpijler wilde plaatsen, bleek de peiler een fout gemaakt te hebben bij de dieptepeiling.

 

De variatie ei-ij kent meer woordparen. Voor andere struikelblokken kijkt u bij bereiden / berijden.

per / sinds / vanaf

Er is een betekenisverschil.

 

per

met ingang van een bepaalde datum (vaak in de toekomst)
Hij is/komt in dienst per 1 januari.

 

sinds

vanaf een tijdstip in het verleden
Sinds vorige week ben ik op dieet.

 

vanaf

vanaf een tijdstip in verleden of toekomst
Vanaf vorige/volgende week ben ik op dieet.

 

Alle drie de woorden geven het begin van een periode aan. Vanaf heeft de ruimste betekenis: met ingang van een tijdstip in het verleden of de toekomst. Sinds is voor het verleden, en per wordt voor een (toekomstige) datum gebruikt. Zie ook op / per.

persen / perzen

Er is een betekenisverschil.

 

persen

apparaten om sterke druk uit te oefenen
Achter in de loods bij de wijngaard stonden drie oude persen.

 

perzen

kleden uit Perzië (de oude benaming van Iran)
Het beschadigde parket werd bijna volledig aan het oog onttrokken door drie oude perzen.

 

Uiteraard kan persen ook nog een werkwoord zijn. De wet van Meden en Perzen — een Bijbelse uitdrukking voor een wet waarvan nooit wordt afgeweken — wordt door verhuizers nog weleens verbasterd tot de wet van meten en persen.

 

Een ander voorbeeld waarin een s of z tot betekenisverschil leidt, is kruisen / kruizen. Maar meestal is er geen betekenisverschil. Woorden op -s krijgen in het meervoud doorgaans een z: huis-huizen, laars-laarzen. Soms blijft de s staan omdat die in het meervoud ook gehoord wordt: impulsen, tendensen, walsen.

 

In sommige gevallen zijn s en z beide goed, omdat beide uitspraakvarianten frequent voorkomen. Voor voorbeelden daarvan kijkt u bij forensen / forenzen.

personage / persoon

Er is een klein betekenisverschil.

 

personage

fictief persoon in roman, film, enz., rol van een acteur
Voor 'personage' wordt ook wel het anglicisme 'karakter' gebruikt.

 

persoon

(onder andere) mens, individu
Hij kwam in eigen persoon.

 

De betekenissen van persoon en personage overlappen voor een deel. Want personage kan ook betekenen 'een wonderlijk persoon' (wat een vreemd personage!), 'een belangrijk persoon' (hoge personages) of een afbeelding van een persoon op een schilderij.

personaliseren / personifiëren

Er is een betekenisverschil.

 

personaliseren

een persoonlijk karakter geven
Ik vind die gepersonaliseerde reclame altijd zo ergerlijk: 'Speciaal voor u, beste meneer Renkema, hebben wij een fantastisch aanbod.' Bah!

 

personifiëren

een zaak als een persoon voorstellen, belichamen
Ik denk aan bisschop Tutu en de vergevingsgezindheid die hij personifieerde.

 

Voor personifiëren wordt ook wel personificeren gebruikt. Dat is niet nodig, maar ook niet fout. Wel fout is gepersonificeerde e-mail, want die e-mail wordt niet als een persoon voorgesteld, en belichaamt zelf ook niets. Het moet zijn gepersonaliseerde e-mail.

persoonlijk / privé

Er is een betekenisverschil.

 

persoonlijk

behorend bij een bepaald persoon
Ik geloof het nooit wanneer iemand zegt dat iets niet persoonlijk is bedoeld.

 

privé

niet openbaar, niet in functie, particulier (niet zakelijk, voor eigen gebruik)
Kennelijk hanteert deze politicus privé andere normen dan in het openbaar.

 

De betekenis 'particulier' zien we in: privé aansprakelijk, privé-detective, privé-eigendom, privérekening. Deze betekenis overlapt met de betekenis 'persoonlijk'. De beide woorden in één zin: Door de training persoonlijke effectiviteit heb ik een betere balans gevonden tussen privé en werk. En nog één: Ik wil geen Twitterbericht lezen over een politica die naar de kapper gaat; dan verwordt persoonlijk tot privé.

 

Het woord privaat is synoniem met privé, maar dan vooral in de betekenis 'niet-ambtelijk'. Het wordt tegenwoordig minder gebruikt. Vroeger kon je ook het privaat bezoeken in plaats van het toilet.

perspectief, op / van / voor

Er is een betekenisverschil.

 

perspectief op / voor

punt van waaruit je naar iets kijkt, zicht op
Wat wij nodig hebben, is een nieuw perspectief op de gezondheidszorg.

 

perspectief van / voor

vooruitzicht, toekomstmogelijkheid
Hij schetste een somber perspectief van de zorgprofessionals in de bejaardenzorg.

 

In beide gevallen kan ook voor worden gebruikt. Vaak worden de combinaties door elkaar gehaald. Bijvoorbeeld: In het perspectief op een betere baan, kan zij nu ontspannen op vakantie. Het is met het perspectief op en in het perspectief van. Maar deze vermenging, deze contaminatie, zal weinig lezers opvallen.

pickel / pickle

Er is een betekenisverschil.

 

pickel

pikhouweel voor bergklimmen
In onze klimwinkel vindt u een ruim assortiment aan pickels en ijsbijlen.

 

pickle

tafelzuur
Dit recept voor mixed pickles heeft precies de ingrediënten van piccalilly.

 

Ach, die pickel die u wilt maken van komkommer, Chinese kool en azijn, zal er niet minder om smaken. Maar aan het Duitse pickel en het Engelse pickle kan men zien dat onze taal fijnzinnig standhoudt tussen het Duits en het Engels.

pijn, tegen / voor

Er is geen betekenisverschil.

 

tegen de pijn

gezegd als je iets neemt om de pijn weg te nemen (de pijn is realiteit)
U zult zich straks beter voelen, want u kreeg extra pilletjes tegen de pijn.

 

voor de pijn

gezegd als je iets neemt om pijn te voorkomen (de pijn is een mogelijkheid)
Nu voelt u nog niets, maar hier hebt u alvast iets voor de pijn.

 

Bij voor denken sommige taalgebruikers misschien aan de betekenis 'voor het geval dat'. Maar dit al te subtiele onderscheid is vaak niet relevant. Bovendien klinkt een pilletje tegen de pijn ook heel logisch in het geval er nog geen pijn is. Zo ook resistent tegen aids. Zie voor dit mogelijke onderscheid tussen 'realiteit' en 'mogelijkheid' ook waarschuwen tegen / voor.

pilaar / zuil

De woorden overlappen in betekenis, maar er zijn (technische) verschillen, en ook verschillende bijbetekenissen.

 

pilaar            

vrijstaande kolom als drager voor dak of bovenverdieping

In de overdekte autogarage kon hij zich gemakkelijk verschuilen achter een pilaar.

 

zuil                

vrijstaande kolom als drager voor dak of bovenverdieping; rond, meer robuust, meestal natuursteen, meer klassiek en vaak met versiering

Je kunt de Korinthische zuil herkennen aan de versiering van het kapiteel met acanthusbladeren.

 

De woorden betekenen beide dus ‘dragende kolom’. En kolom heeft dan de meer algemene betekenis van ‘vorm met een grotere hoogte dan breedte’. Denk aan ‘krantenkolom’, ‘waterkolom’ en ‘wervelkolom’.

 

Een zuil is een specifiek soort pilaar. En een zuil heeft boven en onder de ronde kolom of de ‘schacht’ vaak nog twee delen: een basis (de zuilvoet, het basement of de sokkel) en een bekroning, een kapiteel. 

 

Een pilaar kan ook andere vormen hebben: vierkant, zeshoekig, enz. Een pilaar kan ook van ander materiaal gemaakt zijn (hout, beton, enz.). En een pilaar is vaak wat dunner. Daarom is een slanke pilaar ietwat pleonastisch, maar een slanke zuil niet.

 

En het verschil met pijler? Een pilaar staat tot een pijler als deel tot geheel. Een pilaar 

ondersteunt een hoger déél van een gebouw, maar een pijler ondersteunt het héle bouwwerk, bijvoorbeeld een brug, of een hotel met op de begane grond parkeergelegenheid.

 

Een verwant woord is pilaster. Dat is een iets uitspringende halve pilaar tegen een muur of pilaar, meestal ter versiering. Een pilaster zit altijd ín een gebouw. Voor ondersteuning van buiten gebruiken we steunbeer, een plaatselijke versterking buiten de muur om de druk van het dak op te vangen. Dat is een ‘gemetselde duwer’ of ‘schraagpijler’. Nee geen ‘schraagpilaar’, want het gaat om het hele gebouw.

 

Tot slot, de woorden pilaar en zuil kunnen ook ruimer of figuurlijk worden gebruikt, zoals in de zuil van een harp. De betekenis ‘dragend’ verdwijnt dan soms, zoals in zoutpilaar

en vuurzuil. Of bij een tuinarchitect die langs een oprit neoklassieke nepzuiltjes plaatst.

 

Nog een vraag, nee eigenlijk een interessant probleempje. Waarom spraken we over de zuilen in onze samenleving (calvinisme, socialisme, enz.), en niet over de pilaren? Natuurlijk kun je tegenwerpen dat ‘verpilaarde samenleving’ helemaal niet klinkt. Maar misschien is wel voor zuil gekozen, omdat een ‘verzuilde samenleving’ een beeld oproep van een groots maar onoverzichtelijk gewelf waar je tussen de zuilen doorloopt. En misschien ook omdat een zuil vaak wat massiever en robuuster is, en iets meer geschiedenis oproept? Hoe dan ook, déze zuilen kun je wel beschouwen als de steunpilaren van onze samenleving.

pistool / revolver

De woorden verschillen niet in betekenis. Wel is er verschil in de werking van de wapens.

 

pistool           

handvuurwapen, met een magazijn in het handvat

In een semiautomatisch pistool komt ook automatisch de volgende patroon voor de schietbuis.

 

revolver        

handvuurwapen, met draaiende cilinder als magazijn

De revolver is in het begin van de negentiende eeuw uitgevonden in Amerika.

 

Het Engelse woord revolver is afgeleid van ‘revolve’, het ronddraaien van het magazijn met patronen. Een revolver is eigenlijk een bijzonder pistool. Je kon er vroeger sneller en meer kogels mee afvuren, maar een modern pistool kan er ook wat van. Er is nog een ander klein verschil. Een detective zou moeten kunnen zien of een pistool of een revolver is gebruikt, want een pistool gooit de hulzen eruit, maar een revolver niet.

 

En waarom zeggen we niet iemand de revolver op de borst zetten? Waarschijnlijk omdat de uitdrukking met ‘pistool’ al bestond voor de uitvinding van de revolver. Daarom spreken we ook niet over een revolvergarnaal, dat garnaaltje dat met zijn scharen een luide knal kan geven die lijkt op het geluid van een pistoolschot.

plaats / plek

Er is een klein betekenisverschil en een verschil in stijl.

 

plaats

locatie (formeel, algemeen, ruimer)

 

plek

locatie (informeel, onderscheidend, kleiner)

 

De woorden betekenen nagenoeg hetzelfde. Toch zijn ze vaak niet inwisselbaar, omdat ze heel subtiel verschillen. Plek was vroeger minder gangbaar, maar is, naar het schijnt, de laatste jaren aan een opmars begonnen vanuit het Brabants en Zeeuws. Taalgebruikers uit noordelijke streken zeggen vaak plaats waar zuiderlingen plek zeggen.

 

De woorden plaats en plek kunnen op drie manieren van elkaar worden onderscheiden:

 

1.  formeel-informeel
Vroeger werd plek als onbeschaafd gezien zoals niks voor niets, of zat voor dronken. Maar vaak is er niets mis met plek. Slechts in een enkel geval is plaats nu beschaafder dan plek. Vergelijk plaats genoeg en plek zat. Omdat plek iets informeler is, is het ook min of meer logisch dat we niet spreken over een afwerkplaats, hangplaats of slijtplaats.

 

2.  algemeen–onderscheidend
Plaats is doorgaans iets abstracter en algemener dan plek. De betekenis 'locatie' is vaak heel vaag. Daarom zeggen we niet: 'Dit kan ik niet plekken', 'Iemand is overgeplekt' of 'Wilt u plek nemen?' En ook niet: op de eerste plek, misplekt, standplek of verplekken.


Plek is concreter en geeft meer het onderscheid aan met de omgeving. Bij plek hoort ook eerder een eigenschap. Daarom zeggen we niet: een blauwe plaats, een rotte plaats, een rustig plaatsje. Daarom is het ook niet ontdek je plaatsje. Vergelijk ook plaats en plek in de volgende zinnen:

  • Hij is daar niet op zijn plaats; hij moet van baan veranderen.
  • Hij zit niet op zijn plek; ik denk dat hij even naar buiten is.
  • Op de plaats waar hij had gezeten zat nu een donkere plek.
  • Hij zakte ter plekke in elkaar, maar gelukkig was de ambulance snel ter plaatse.
  • De politiemensen die het eerst op de plaats delict aankomen, moeten de plek eerst afschermen ten behoeve van sporenonderzoek.
  • Nieuwe bijzettafeltjes! Handig op elke plek waar weinig plaats is.
  • Onze schoonheidssalon is in de eerste plaats een plek om verwend te worden.
  • Een pas op de plaats kan alles op zijn plek laten vallen.

 

Maar het onderscheid gaat lang niet altijd op. Wij zeggen doorgaans: de juiste man op de juiste plek. Maar hier is plek heel algemeen en niet onderscheidend. Plaats zou hier beter zijn.

 

3.  ruimer–kleiner
Omdat plek concreter en meer onderscheidend is dan plaats, is een plek vaak kleiner. Aan de volgende voorbeelden kunt u zien dat een plek vaak minder plaats inneemt.

 

parkeerplaats / parkeerplek

  • Deze parkeerplaats heeft slechts een beperkt aantal parkeerplekken.
  • Ik heb nu een parkeerplek vlak voor de deur.

 

picknickplaats / picknickplek

  • Op dit recreatieterrein is nu een aparte picknickplaats gecreëerd.
  • Ik weet daar achter die vijver een leuke picknickplek.

 

speelplaats / speelplek

  • De school werd aangeklaagd vanwege onvoldoende beveiliging op de speelplaats.
  • Kijk, daar onder de trap hadden wij vroeger onze speelplek.

 

werkplaats / werkplek

  • Rijd maar even achterom naar de werkplaats; daar is wel iemand.
  • In ons nieuwe kantoor heeft niemand een vaste werkplek.

plaats, in de eerste plaats / op de eerste plaats

Er is geen betekenisverschil.

 

De variatie is nu even vrij als die tussen op vakantie / met vakantie. Let wel: het gaat hier om de betekenis 'allereerst' of 'vooral'. Het voorzetsel op is wel het enig juiste in de betekenis 'het allerbelangrijkst': Zijn werk komt voor hem altijd op de eerste plaats.

 

Op de eerste plaats schijnt iets oudere rechten te hebben, maar in de eerste plaats is even goed. De op-zeggers komen, zo zegt men, uit een rooms-katholiek milieu of uit het zuiden van Nederland dan wel uit Vlaanderen. Als verklaring wordt weleens aangevoerd dat op de eerste plaats nogal eens voorkwam in (uit het hoofd te leren) catechismusteksten. Maar de vraag waarom op in deze teksten stond, is hiermee niet beantwoord.

 

Nu onthult in of op soms iets over de herkomst van de auteur. Maar in een gerechtelijk onderzoek over de herkomst van een dreigbrief, zal een rechter zich gelukkig niet gauw laten overtuigen door deze 'aanwijzing'.

plafon / plafond

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

De spelling zonder d geeft iets meer de van oorsprong Franse uitspraak weer, maar raakt nu langzamerhand in onbruik.

 

Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

plat / vlak

 

De woorden hebben een betekenis die overlapt, maar ook subtiel verschilt. En beide woorden hebben nog andere, daaruit af te leiden, betekenissen.

 

plat

1. zonder kromming, in de breedte, 2. ondiep, 3. horizontaal

  • Ik vind de afwisseling tussen puntdaken en platte daken heel leuk.
  • Nee, geen soep vandaag, doe maar platte borden.
  • Ga jij eens plat op je buik liggen.

 

Het woord plat heeft ook nog andere betekenissen, die je met enige goede wil kunt ‘beredeneren’ vanuit de betekenissen ‘ondiep’ en/of ‘horizontaal’.

 

  • De fabriek lag plat. (geen activiteiten)
  • Is bruiswater minder gezond dan plat water?
  • Wat een platte humor!
  • De zaal lag plat. (van het lachen)

 

Als een fabriek plat ligt, zijn er geen pieken of dalen in activiteiten. In bruiswater gaan de bubbeltjes omhoog, in plat water is er geen beweging van beneden naar boven. In platte humor zit niet de gelaagdheid van echte humor. En een zaal die plat ligt van het lachen, roept het beeld op van mensen die niet rechtop zitten, maar eerder meer verticaal in hun stoelen hangen.

 

vlak

1. zonder kromming, effen, 2. precies, direct (bijwoord), 3. vlakke zijde, gebied (zelfstandig naamwoord)

  • Nederland is een vlak land.
  • Vlak voor vertrek moeten we alles nog even controleren.
  • Hoeveel vlakken heeft een kubus?

 

Het woord vlak heeft ook nog andere betekenissen, die je kunt afleiden uit de hier gegeven drie betekenissen.

 

  • Hij heeft zo’n langzame, vlakke manier ven spreken. (1 effen)
  • Ik kreeg een klap vlak in mijn gezicht. (2 direct)
  • Op politiek bestuurlijk vlak had hij weinig ervaring. (3 gebied)

 

En de eerste betekenis ‘zonder kromming’ kan ook op een oppervlak slaan. Je kunt dan zelfs spreken van een plat vlak.

 

De kernbetekenis van beide woorden is: geen of weinig verschil in hoogte of diepte. Bij plat gaat het dan eerder om het betekenisaspect ‘in de breedte’ zoals in platteland tegenover de hoogte van de bergen of de steden. Bij vlak gaat het dan eerder om het betekenisaspect ‘effen’ zoals in het vlakke veld. En nu maar hopen dat duidelijk is waarom wielrenners niet spreken over vals vlak maar over vals plat (de betekenis ‘horizontaal’) of waarom we niet spreken over een hellend plat maar een hellend vlak.

 

Wel blijft de vraag waarom er zo weinig verschil is tussen de vlakke zijde en de platte kant. Ook een platte zijde komt voor, maar wel minder. Misschien omdat platte toch wel een beetje ‘plat’ klinkt bij zijde? En platte kant is iets frequenter dan vlakke kant. Zou dan plat eerder bij niet bol horen, en vlak bij niet hol? Je kunt met ontwarren van verwarparen ook zelf weer in verwarring raken.

 

 

plonsen / plonzen

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

Een zelfstandig naamwoord op -s krijgt in het meervoud doorgaans een -z: laars-laarzen, hals-halzen. In enkele gevallen blijft de s staan, omdat die in het meervoud ook gehoord wordt: impulsen, tendensen, walsen. In sommige gevallen zijn s en z beide goed, omdat beide uitspraakvarianten frequent voorkomen, zoals bij plonsen / plonzen. Voor meer voorbeelden kijkt u bij forensen / forenzen.

12Volgende »
Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.