menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

H
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

halsreikend / reikhalzend

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

halsreikend

vol verlangen, nieuwsgierig, reikhalzend
Ze keek halsreikend uit naar de afspraak.

 

reikhalzend

vol verlangen, nieuwsgierig, halsreikend
Reikhalzend keek ze uit naar de afspraak.

 

De woorden betekenen precies hetzelfde: 'vol verlangen, heel nieuwsgierig'. Het woord reikhalzend heeft de oudste rechten en geeft goed de oorspronkelijke betekenis weer: 'de hals rekkend om ergens dichterbij te komen'. Het is een combinatie van een werkwoord en een lichaamsdeel, zoals trekkebekken, knipogen en stampvoeten.

 

Bij halsreikend is de omkering ingeburgerd, eerst het lichaamsdeel en dan het werkwoord. Het wachten is nu op baardenlikken, bekkenschuimen en bollenknikken. Vergelijk ook daadkrachtig / krachtdadig en knarsetanden / tandenknarsen.

halte / station

De woorden overlappen in betekenis, maar station heeft ook nog andere betekenissen.

 

halte              

stopplaats voor openbaar vervoer

Zo makkelijk, we hebben een bushalte vlakbij ons huis.

 

station            

stopplaats voor trein of metro; plaats waar bussen en treinen aankomen en vertrekken; plaats met apparatuur en vaak ook medewerkers voor goederenoverslag of wetenschappelijk onderzoek

  • Nergens zie je zulke mooie metrostations als in Moskou.
  • Het volgende benzinestation is nog 30 km verder.
  • België heeft een eigen onderzoeksstation op Antarctica.

 

Het woord station kan, vanuit de betekenis ‘plaats met apparatuur’, ook de apparatuur zelf betekenen: Met dit draadloze weerstation heb je ook direct informatie over de luchtvochtigheid.

 

In combinaties met -bus zie je heel mooi een betekenisverschil: Ik sliep zelfs nog bij de laatste bushalte en kwam op een troosteloos en tochtig busstation terecht. Interessant is de poging om een onderscheid te maken tussen metrostation (ondergronds) en metrohalte (bovengronds). Ik zou dit onderscheid van harte ondersteunen, maar inspectie op internet leert dat deze poging tot onderscheid al een gepasseerde halte is.

handel / hendel

Er is geen betekenisverschil, het gaat alleen om een verschil in spelling.

 

Het woord voor 'handvat' of 'greep' mag ook met een -a- worden gespeld. Hieraan kunnen we mooi zien dat het van het Engelse handle komt. Maar handel is bijzonder omdat het half Engels blijft (handel en geen handle) en omdat handel met een a-klank ook een Nederlands woord is.

 

Het officiële spellingbeleid blijft ook in dit opzicht vreemd. Waarom dan ook niet teener goedkeuren naast tiener, of kwis naast quiz? En met trem naast tram zou dan tegelijkertijd het uitspraakverschil kunnen worden weergegeven tussen Nederland en Vlaanderen. Voor meer voorbeelden van woorden met een Engelse en Nederlandse spelling kijkt u bij click / klik.

handelaars / handelaren

Er is geen betekenisverschil.


Sommige woorden hebben een meervoud op -en en op -s. Doorgaans is er geen betekenisverschil, wel kan er een stijlverschil zijn. Voor meer van deze woordparen kijkt u bij aardappelen / aardappels.


In sommige gevallen is er wel verschil in betekenis, zoals bij portieren / portiers. Voor meer voorbeelden daarvan kijkt u bij curatoren / curators.

handelen, naar / uit

Er is een klein betekenisverschil.

 

handelen naar

handelen (al dan niet) volgens regels (normen)
Hij handelde naar eigen geweten.

 

handelen uit

handelen volgens een motief
Hij handelde uit eigenbelang.

handelwijze / handelswijze

Er is een klein betekenisverschil.

 

handelwijze

wijze van handelen
Het ziekenhuis laat onderzoek doen naar de handelwijze van twee chirurgen.

 

handelswijze

wijze van handelen, wijze van handel(drijven)
Vanuit hedendaagse normen noem je de handelswijze van het VOC geen 'fair trade'.

 

Een samenstelling waarvan het eerste deel een werkwoord is, krijgt doorgaans geen tussen-s. Niemand zegt drinksgelag, parkeersbon of vliegsmachine. Vandaar dat een onderscheid tussen handelwijze en handelswijze nuttig kan zijn. Maar kennelijk is die ene tussenletter te klein om dit subtiele verschil te kunnen dragen, want de woorden worden door elkaar gebruikt. Vandaar dat de vorm met -s- ook gebruikt kan worden voor 'wijze van handelen'. Maar als u echt taalgevoelig bent, kunt u het verschil maken.

 

Kijk voor andere voorbeelden van (mogelijk) betekenisverschil in samenstellingen met een tussen-s bij beheersysteem / beheerssysteem.

hard / luid

In de ‘auditieve’ betekenis worden de woorden door elkaar gebruikt. Toch is er een verschil.

 

hard 

te goed hoorbaar, vaak hinderlijk

  • Die muziek staat veel te hard, zachter graag!
  • Hij heeft een harde stem, en daardoor komt hij altijd dominant over.

 

luid   

heel goed hoorbaar

  • Met luide stem riep hij uit dat hij onschuldig was.
  • Er worden goede vorderingen gemaakt, en dat mag luid en duidelijk worden gezegd.

 

Het woord hard kent een waaier aan betekenissen en daarmee ook gebruikswijzen. Je kunt het gebruiken bij de woorden: borstel, klap, ei, kleur, regen, bewijs en maatregel. En dit is nog maar een selectie. Denk ook aan een hard gelag of Het valt mij hard om dit te zeggen. Waarom heeft hard dan toch ook nog de auditieve betekenis? Misschien moeten we denken aan de betekenis van hard als ‘niet goed indrukbaar’ of ‘moeilijk kapot te krijgen’, waaruit dan ‘niet goed wegdrukbaar’ voorstelbaar is. En als je geluid niet uit je oren kunt wegdrukken, kun je dus geluid ook (hinderlijk) hard noemen.

 

Dus hard is eerder negatief, en luid is eerder positief. Klopt dit altijd? Nee, er zijn tegenvoorbeelden. Ik noem er drie. We kennen luid ook in de combinatie luidruchtig, en dat heeft een onaangename betekenis. Dat zou dan toch eerder ‘hardruchtig’ moeten zijn? Nee, want in deze samenstelling met luid zit het oude woord ‘rucht’ voor ‘geschreeuw’, en dat is al heel vaak onaangenaam. En hardhorend dan? Dat heeft toch niets te maken met het betekenisaspect ‘hinderlijk’. Ook dit is geen goed tegenvoorbeeld. Want het ‘hard’ in hardhorend heeft de oude betekenis ‘bijna niet’ of ‘met moeite’, zoals in het Engelse ‘hardly’: I could hardly hear him. Wel is er een overtuigender tegenvoorbeeld. Je kunt ook hardop lezen of hardop tegen jezelf praten. Hierin zit niet de betekenisassociatie ‘hinderlijk’. Alleen in Vlaanderen kun je iets luidop voorlezen. Zouden dan alleen de Vlamingen een duidelijker onderscheid maken tussen hard (eerder: hinderlijk goed hoorbaar) en luid (eerder: heel goed hoorbaar)? Benieuwd naar andere tegenvoorbeelden.

harnas / pantser

De woorden overlappen in betekenis, maar pantser is veel ruimer in betekenis.

 

harnas                       

lichaamsbescherming (van metaal of leer)

Zo’n harnas van een ridder, weet je hoeveel dat weegt!

 

pantser          

harde beschermlaag

  • De president liet zich alleen vervoeren in een pantserauto.
  • Rubber dakleien, een pantser tegen noodweer.

 

Het verschil tussen harnas en pantser is het verschil tussen ‘bescherming’ en ‘afweer’. Met een harnas bescherm je je lichaam. En met een pantser zorg je voor afweer tegen wat je bedreigt. De overlap in betekenis is: zorgen dat er geen verwondingen optreden. Bij een harnas gaat het om de bescherming van wat ‘binnen’ is, en bij een pantser om de afweer tegen wat ‘van buiten’ komt.

 

Spreekt u over het harnas of het pantser van een schildpad? Het gaat hier wel om lichaamsbescherming, maar niet om metaal of leer, dus heeft pantser hier de voorkeur.

 

En welk woord gebruikt u voor een exoskelet, zo’n uitwendig skelet bij revalidatie of rugklachten? Waarschijnlijk hebt u hier voorkeur voor harnas. Het gaat hier niet om de betekenisassociatie ‘afweer’, maar om bescherming tegen overmatige of verkeerde inspanning van het menselijk lichaam. Als u vindt dat ik ongelijk heb, zal ik mij niet pantseren in mijn gelijk.

hebbelijkheid / onhebbelijkheid

Er is een betekenisverschil.

 

hebbelijkheid

eigenaardige gewoonte
Haar vader had de hebbelijkheid om een krul te zetten op het deel van de krant dat hij gelezen had.

 

onhebbelijkheid

ongemanierdheid, lompheid

Wat een onhebbelijkheid om zomaar 'Daar gaat ze' te gaan zingen toen die oude vrouw struikelde!

 

De woorden zijn soms moeilijk uit elkaar te houden, omdat een eigenaardige gewoonte ook heel ongemanierd kan zijn. Een hebbelijkheid is dan licht negatief, een onhebbelijkheid zwaar negatief.

 

En een hebbelijke gewoonte bestaat niet. Logisch zou zijn dat een hebbelijkheid de betekenis heeft van 'wellevendheid', het tegenovergestelde van 'ongemanierdheid'. Maar taal is lang niet altijd logisch. Zie ook het verschil tussen guur en onguur bij kosten / onkosten.

hebben / zijn (ik heb gelopen / ik ben gelopen)

Er is verschil in betekenis, en verschil in combinatiemogelijkheden.

 

hebben

activiteit (met lijdend voorwerp)

1a De afgelopen dagen heb ik uitbundig geleefd.
1b Deze film heeft mij diep getroffen.

 

zijn

situatie (zonder lijdend voorwerp)
2a De afgelopen dagen ben ik alleen maar geleefd.
2b Ik ben diep getroffen door deze film.

 

De werkwoorden hebben en zijn doen onder meer dienst als hulpwerkwoord bij de vervoeging van andere werkwoorden: Ik heb gelopen en Ik ben daar geweest.


Wanneer is het hebben, wanneer zijn, en waarom? De vraag lijkt een beetje op de suiker-en-zoutvraag: wanneer is het de en wanneer het? Het gebruik is niet goed te beschrijven. Wel zijn er een paar 'regels':

  1. Gebruik hebben bij een activiteit, zoals in 1a.
  2. Gebruik zijn bij een situatie, zoals in 2a.
  3. Gebruik hebben als er een lijdend voorwerp staat, zoals mij in 1b.
  4. Gebruik zijn als er geen lijdend voorwerp staat, zoals in 2b.

 

Het belangrijkst is het verschil tussen 'activiteit' en 'situatie'.

De volgende zinnen bevatten beide een lijdend voorwerp (hem), maar er is verschil in 'activiteit':

  • Ik heb hem ontmoet.
  • Ik ben hem tegengekomen.

 

De regels geven helaas lang niet altijd voldoende houvast. Neem de werkwoorden (ergens mee) ophouden of beginnen. In beide gevallen gaat het om een activiteit zonder lijdend voorwerp. Als de criteria botsen, wint zijn het steeds vaker van hebben: Het is opgehouden / begonnen met regenen.

 

Iets soortgelijks zien we ook bij Dat is mij bevallen of De lijm is losgelaten. De werkwoorden geven een activiteit weer, dus hebben. Maar er is geen lijdend voorwerp, dus zijn. En als de criteria botsen, wordt het zijn.

 

Het omgekeerde doet zich ook voor: wel een lijdend voorwerp en geen activiteit: Ik heb / ben het verleerd. Ook hier bestaat nu een voorkeur voor zijn: Ik ben het verleerd.

 

Soms zijn beide vormen goed: werkwoorden als moeten, mogen en willen gaan met hebben. Maar als er nog een werkwoord achter komt dat met zijn gaat, is die vorm ook goed: Hij heeft / is moeten blijven.

 

Soms is er betekenisverschil, zoals in Hij heeft uitgeslapen (verwijzing naar een bezigheid) en Hij is uitgeslapen (verwijzing naar een karaktereigenschap of een situatie). Voor een uitgebreide uitleg: ik heb vergeten / ik ben vergeten. Een speciaal probleem vormen de werkwoorden van beweging; kijkt u daarvoor bij ik heb gereden / ik ben gereden.

hebben / zijn (ik heb gereden / ik ben gereden)

Er is een betekenisverschil.

 

Bewegingswerkwoorden, zoals rijden, fietsen en lopen, kunnen de handeling aangeven, maar ook de richting van de beweging. Als het om de handeling gaat, het resultaat of de ontstane situatie, gebruiken we hebben. Als het om de richting gaat, gebruiken we zijn:

  • Wij hebben drie uur gereden. (handeling, resultaat)
  • Wij zijn naar Amsterdam gereden. (richting)
  • Op mijn vijfde levensjaar had ik al tien keer gevlogen. (situatie)
  • Wij zijn naar New York gevlogen. (richting)

 

In een enkel geval gaat het onderscheid handeling-richting niet helemaal op. Neem het bewegingswerkwoord passeren:

  • Ik heb hem gepasseerd met een snelheid van 128 km per uur. (handeling)
  • Hij is de zestig al ruimschoots gepasseerd. (richting zeventig?) 

 

Bij een handeling hoort hebben, maar als het niet duidelijk om een handeling gaat, heeft zijn de voorkeur. Het werkwoord zijn wordt dus niet alleen voor richting gebruikt. Vergelijk ook:

  • Men heeft hem gepasseerd voor die baan. (handeling)
  • Wat hier niet allemaal is gepasseerd! (geen handeling, maar ook geen richting)

 

Voor de echte fijnproevers: dit is ook zo bij de revue passeren:

  • Al deze punten hebben de revue gepasseerd. (handeling: zijn onderwerp van bespreking geweest)
  • Al deze punten zijn de revue gepasseerd. (hebben we nu gehad)

 

Er zijn meer voorbeelden waarin het gebruik van hebben of zijn tot een betekenisverschil leidt, zoals in Hij heeft uitgeslapen (verwijzing naar een bezigheid) en Hij is uitgeslapen (verwijzing naar een karaktereigenschap of een situatie). Voor een uitgebreide uitleg: ik heb vergeten / ik ben vergeten. Een meer algemene uitleg vindt u bij ik heb gelopen / ik ben geweest.

hebben / zijn (ik heb vergeten / ik ben vergeten)

Er is verschil in betekenis, en verschil in combinatiemogelijkheden.

 

Het hulpwerkwoord hebben wordt doorgaans gebruikt bij een activiteit en een lijdend voorwerp en zijn bij een situatie zonder lijdend voorwerp. Maar er zijn werkwoorden, met of zonder lijdend voorwerp, die beide mogelijkheden kennen, afhankelijk van de betekenis. Hier volgen de bekendste gevallen:

1a  Ik heb mijn spullen vergeten. (iets niet meegebracht)

1b  Ik ben vergeten hoe je daar moet komen. (weet het niet meer)

2a Ik heb al mijn geld verloren. (in het casino)

2b  Ik ben mijn portemonnee verloren. (ben hem kwijt)

3a  Hij heeft mijn bevelen opgevolgd. (gedaan wat ik zei)

3b  Hij is mij opgevolgd. (heeft de functie die ik vroeger had)

4a  Deze band heeft hier herhaalde malen opgetreden. (gespeeld)

4b  De politie is te hard opgetreden. (te hard ingegrepen)

5a  De politie heeft hem weken gevolgd. (zijn gangen nagegaan)

5b  Hij is hem tot aan zijn huis gevolgd. (hem achternagegaan)

 

De eerste drie voorbeelden lijken nog regelmatig. We zien hier het betekenisonderscheid tussen 'activiteit' en 'situatie'. Een uitleg over dit verschil en het bijbehorende hulpwerkwoord (hebben of zijn) vindt u bij ik heb gelopen / ik ben geweest.

 

In de voorbeelden 4 en 5 gaat het echter in beide gevallen om een activiteit. Ook nagaan en achternagaan zijn probleemgevallen. De politie heeft zijn gangen nagegaan is volgens de 'regels': er staat een lijdend voorwerp en het werkwoord drukt een activiteit uit. Maar niemand zegt: Hij heeft hem achternagegaan. Taalgebruikers die is nagegaan beter vinden, kunnen als argument gebruiken dat iemands gangen nagaan een werkwoordelijke uitdrukking is met een versteend lijdend voorwerp (gangen). Bij is hem achternagegaan moet dan beargumenteerd worden dat hem hier geen lijdend voorwerp is, omdat je niet kunt zeggen: Hij wordt achternagegaan.

 

Er zijn nog meer voorbeelden te geven, maar de kans is groot dat u bij het laatste voorbeeld al afgehaakt hebt (de activiteit) en nu dus afgehaakt bent (de situatie). Mocht u echt nog meer willen weten, kijkt u dan bij de werkwoorden van beweging: ik heb gereden / ik ben gereden.

heer / heir

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

 

Wilt u weten waar het woord vandaan komt? Heer is een verouderd woord voor 'legermacht'. We kennen het nog in heraut (oorspronkelijk: 'legeraanvoerder'), herberg (legerplaats, onderkomen) en hertog (iemand die voor het leger uittrekt, legerleider).

 

In Vlaanderen komt het nu nog voor in heirkracht (overmacht). In Nederland werd het gebruikt in de beroemdste Bijbelvertaling, de Statenvertaling (1637). Daarin werd het gespeld als heyr, ter onderscheiding van Heer als aanduiding voor God. Dus bijvoorbeeld de Heer der heyrscharen (legermachten). Die y is later een i geworden. Daarom is nu heir ook goed. Dit was mijn bijdrage als lid van VBN?K (de Vereniging ter Bevordering van Nutteloze? Kennis), met nog een toegift: de i wordt wel vaker als verlengingsteken gebruikt. Vraag dat maar eens aan de inwoners van Oirschot en Oisterwijk.

heester / struik

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar combinaties met plantennamen wijzen mogelijk op een subtiel verschil.

 

heester           

verhoutende plant die vanaf de grond vertakt

 

De lavendel is een halfheester omdat de jonge scheuten pas een jaar later verhouten.

 

struik             

verhoutende plant die vanaf de grond vertakt

 

De fluweelboom is eigenlijk een struik, want deze boom heeft geen stam.

 

Waarom spreken wij niet van een bessenheester, lavendelheester of rozenheester, maar van een bessenstruik, lavendelstruik en rozenstruik? Misschien komt het hierdoor: Bij deze planten gaat het om takken die vaak nogal houtig en weerbarstig zijn, net of er minder merg in zit. Veel buigzamer zijn bijvoorbeeld de takken van een hortensia of een rode acer. Die zouden we dan eerder heesters noemen? Maar misschien is dit toch een mislukte poging om onderscheid te maken. Hoe het ook zij, het woordpaar heestergewas – struikgewas wijst wel op een verschil. Bij struikgewas denken we eerder aan iets weerbarstigs, terwijl een heestergewas toch eerder een soort heester is zonder die houtige bijbetekenis.

heftig / hevig

heftig 

in zeer sterke mate, onstuimig; met name over gemoedsaandoeningen, ook ‘niet permanent’

 

Wij hebben geen ruzie, wij hebben gewoon een heftig meningsverschil.

 

hevig 

in zeer sterke mate, krachtig; vooral over zaken, en dan meer beschrijvend.

 

Door de hevige regenval waren talrijke kelders ondergelopen.

 

Beide woorden geven een hoge graad aan. Daarom worden ze ook wel door elkaar gebruikt. Maar toch is er een mooi onderscheid. Het woordje heftig doet net iets meer of iets ander dan hevig: het geeft ‘de hoge mate’ aan plus de ervaring daarvan of de gemoedsaandoening. Met hevig geef je eerder een beschrijving van een eigenschap of toestand. Het is daarmee ‘stabieler’ dan heftig, waarbij iets op een neer kan gaan. 

 

Moeilijk? Nee, waarschijnlijk niet. Kijkt u eens naar de volgende zinnen, en kies heftig of hevig. Zet ook een kruisje als volgens u beide woorden kunnen. Dat zult u tot de ontdekking komen dat u niet wist wat u al wist. 

 

1. Wat te doen bij … bloedingen. 

2. Zij keek hem … verontwaardigd aan.

3. Hij uitte … kritiek. 

4. Er woedde een … brand.

5. Zij hadden … gesprekken.

6. Hoe ging het? Het was …!

 

1. hevige. Het gaat om een beschrijving. Bij heftige bloedingen denk je toch eerder aan niet-constante bloedingen. 2. heftig. Het gaat om een gemoedsaandoening. Degene die hier voor hevig kiest, bedoelt misschien eerder de mate van verontwaardiging. 3. Hier zijn beide mogelijkheden te verdedigen: hevige als het gaat om de sterkte van de kritiek, heftige als het accent ligt op de emotie. 4. hevige. Het gaat om een kwalificatie. 5. heftige. Ook hier ligt het accent op de gemoedsaandoeningen. 6. heftig want hier gaat het om een ervaring. 

 

Als dit onderscheid correct is, hebt u bij heftige buien en hevige buien een ander beeld. Bij heftige buien is het tussendoor ook wel even droog of wat miezerig (aspect ‘tijdelijk’, ‘op en neer’). Bij hevige buien denkt u, door het constante karakter, eerder aan ‘veel neerslag’ of ‘schade voor het gewas’. 

 

Dit geheel terzijde. Ik zou zo graag willen weten waar onstuimig in de betekenisomschrijving van heftig vandaan komt, en niet omdat dit woord geen positieve tegenhanger heeft zoals zoveel andere woordjes (van ‘onbenullig’ tot ‘onwennig’), zie het weersbeestje. Maar de etymologen komen helaas niet ver in hun speurtocht. Wel wordt verwantschap vermoed tussen ‘stuimig’ en ‘stamelen’.

heimelijk / stiekem

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in gebruik.

 

heimelijk

in het geheim
Wie is er nooit eens heimelijk verliefd geweest?

 

stiekem

in het geheim met kwade bedoeling, achterbaks, slinks
Mag je stiekem werknemers filmen?

 

Een heimelijke actie kan dus met de beste bedoelingen plaatsvinden, maar een stiekeme actie komt voort uit kwade wil.

helaas / jammer

Er is een klein betekenisverschil.

 

helaas

jammer, ongelukkigerwijs, tot mijn spijt

Helaas, je bent net te laat.

 

jammer

helaas, betreurenswaardig, erg
Jammer, ik heb je echt gemist.

 

Vaak kunnen deze woorden door elkaar worden gebruikt, maar bij helaas ligt het accent iets meer op 'het is niet anders', en bij jammer iets meer op teleurstelling. Dit zien we ook mooi in de uitdrukking jammer, maar helaas. Eerst wordt teleurstelling uitgesproken en daarna wordt berustend gezegd dat er niets meer aan te doen is. Toch onttrekt taalgebruik zich altijd weer aan dit soort fijnmazige onderscheidingen: jammer pindakaas!

helpen, aan / bij / met

Er is een betekenisverschil en een verschil in gebruik.

 

helpen aan

zorgen dat iemand iets krijgt
Kun jij mij helpen aan de nieuwste gegevens?

 

helpen bij

ondersteunen (accent ligt op deelname)
Wie kan mij helpen bij het opruimen van de garage?

 

helpen met

ondersteunen (algemeen)
Wie kan mij helpen met opruimen?

 

Overigens zijn helpen bij en helpen met heel vaak inwisselbaar. En in één zin kan helpen best met verschillende voorzetsels voorkomen:

  • Wie kan mij helpen bij het vinden van een eerlijke lening, of nog liever: wie kan mij aan een lening helpen?
  • Ik heb hem geholpen met zijn carrière door hem op een beslissend moment aan een baan te helpen.

hen / hun

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in combinatiemogelijkheden.

 

De oude schoolregel over het gebruik van hen of hun luidt als volgt:

 

hen na een voorzetsel
Wie ging er bij hen staan?
Voor hen die vielen.
De actievoerder overhandigde aan hen de handtekeningen.

 

hen als lijdend voorwerp
De minister diende hen van repliek.
Dat hebt u hen niet horen zeggen.

 

hun als meewerkend (of ander) voorwerp (zonder voorzetsel)
De actievoerder overhandigde hun de handtekeningen.
Zijn hun nog andere zaken opgevallen?

 

Bij hun als ander voorwerp gaat het voornamelijk om het ondervindend voorwerp (Dat was hun te moeilijk) en het bezittend voorwerp (De tranen sprongen hun in de ogen). De andere voorwerpen komen minder vaak voor.

 

Het onderscheid tussen hen en hun berust op oude schoolregels, en wordt steeds minder toegepast. Dat is ook niet verwonderlijk, want het onderscheid is kunstmatig. Wat de tussen-n is in de spelling, is de hun-hen-kwestie in de zinsbouw.

 

In een grammatica uit 1625 is voorgesteld om voor de derde naamval hun te gebruiken: Ik geef hun een boek, en voor de vierde naamval hen: Ik zag hen. In die tijd, onze Gouden Eeuw, wilden gezaghebbende literatoren graag dat onze taal ook in naamvalsonderscheidingen zou kunnen wedijveren met de zo bewonderde klassieke talen. De dichter-historicus-taalliefhebber P.C. Hooft propageerde het onderscheid hun-hen en stelde voor om op dezelfde manier hum en hem te onderscheiden. Het voorstel hum-hem heeft het niet gehaald; het onderscheid hun-hen is voornamelijk beperkt gebleven tot de schrijftaal. In de spreektaal is het meestal hen, ze of die.

 

De regels voor hen en hun zijn niet alleen lastig en kunstmatig, ook is niet altijd duidelijk welke naamval bij een werkwoord hoort. Gebruik in twijfelgevallen hen of ze.

  • Ik vraag het hun / ze wel even.
  • Ik heb hen / ze niet gezien.
  • Geef de boeken maar aan hen / aan die mensen.
  • Lezen blijft hun? hen? ze! bij.

her en der / hier en daar

Er is een betekenisverschil.

 

her en der

overal verspreid
Her en der in het land kreeg de brandweer oproepen voor ondergelopen kelders.

 

hier en daar

op sommige plaatsen
Plaatselijk onweer heeft hier en daar ernstige schade veroorzaakt.

 

De woordjes her en der zijn geen afgezwakte vormen van hier en daar, maar zijn verkorte vormen van hierheen en daarheen. Her en der betekent dus eigenlijk 'alle kanten op, overal om je heen kijkend'. Het betekenisverschil met hier en daar wordt ook duidelijk als je de uitdrukkingen laat 'botsen': Een tekst wordt leesbaarder met hier en daar een regel wit, maar een tekst wordt rommelig met her en der een regel wit.

heremetijd / heremijntijd

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

Wanneer u uw bijzondere emoties eens op een andere manier wilt uitschrijven dan met blikslagers, deksels, drommels, gossiemijne, herejee, jemigdepemig, potdorie, sakkerloot of tsjongejonge, dan kunt u kiezen uit deze twee, ook door spellingdeskundigen, geaccepteerde varianten van Here, mijn tijd! Denk niet te lang na, want dan is uw emotie misschien afgezwakt tot nounou.

 

Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

hernieuwen / vernieuwen

Er is betekenisverschil.
 
hernieuwen              
weer nieuw maken, nieuw leven inblazen, opnieuw inhoud geven 
Op deze begraafplaats is het mogelijk om een urnenconcessie steeds met tien jaar te hernieuwen.
 
vernieuwen               
geheel of gedeeltelijk nieuw maken, bij de tijd brengen 
Onze website is geheel vernieuwd.
 
Bij hernieuwen gaat het om iets dat zijn geldigheid gaat verliezen of ophoudt te bestaan. Bij vernieuwen gaat het om iets dat geheel of gedeeltelijk vervangen wordt. Daarom is het vreemd dat de overheid ons vraagt om ons rijbewijs te vernieuwen. Het gaat om een verlenging voor een nieuwe periode. Dat is hérnieuwen. De overheid kan wel ons rijbewijs, het pasje zelf, vernieuwen, bijvoorbeeld door een andere lay-out met extra fraudebestendige elementen.
 
Controlevraag. Je bent restauranthouder, en je denkt een niche in de markt te hebben gevonden door echtparen uit te nodigen om na zoveel jaar huwelijk opnieuw een trouwfeest te houden. Hoe moet de reclameslogan dan luiden? Hernieuw je trouwbelofte of Vernieuw je trouwbelofte? Toch maar liever vernieuw. Met hernieuw suggereer je dat die belofte tot eeuwige trouw niets meer voorstelt. Met vernieuw wil je je belofte bij de tijd brengen.

herstelmelding / hersteldmelding

Er is geen betekenisverschil.

 

Je kunt iemands herstel melden en je kunt melden dat iemand hersteld is. Herstelmelding bestaat uit twee zelfstandige naamwoorden, zoals ziektemelding en brandmelding. In hersteldmelding is het eerste deel een voltooid deelwoord dat ook als bijvoeglijk naamwoord dienstdoet, net als in bekendmaking of verdachtmaking. Deze combinaties zijn minder gebruikelijk. Als u niet kunt kiezen, is betermelding misschien beter.

 

Mocht u nog tijd over hebben om te debatteren over de vraag in welk geval een werkwoord of zelfstandig naamwoord de voorkeur verdient, denk dan aan de drenkeling die verdronk omdat hij niet wist of hij hulp (zelfstandig naamwoord) of help (werkwoord) moest roepen.

Hindoestaan / Hindostaan

Er is een betekenisverschil.

 

Hindoestaan

inwoner van Hindoestan (een regio in Noord-India)
Niet elke Hindoestaan is hindoe. Volgens mij wonen daar ook moslims.

 

Hindostaan

inwoner van Suriname of Nederland met voorouders uit India
Wist u dat er meer dan 100.000 Hindostanen in Nederland wonen?

 

Het onderscheid Hindoestaan-Hindostaan is strikt genomen niet nodig. Wij blijven Chinezen in Nederland toch ook Chinezen noemen. En vaak blijkt uit de context wel dat het gaat om mensen met voorouders in China. Maar deze -o- draagt wel bij aan de identiteit van de in totaal meer dan 300.000 Hindostanen. Soms wordt ook hindoestaan of hindoe gebruikt voor de religieuze overtuiging, en Hindustan voor de regio-betekenis. Als het maar duidelijk is.

hint / tip

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in gebruik.

 

hint

aanwijzing, wenk
Ik kreeg een hint dat er een baan vrij zou komen.

 

tip

aanwijzing, advies
Ik ben blij dat ik zijn beleggingstips niet heb opgevolgd.

 

Een tip is een meer vrijblijvend advies; een hint is directer.

Een hint kan niet anoniem zijn maar een tip wel: De politie kreeg een anonieme tip.

12Volgende »
Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.