menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

D
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

daadkrachtig / krachtdadig

Er is een klein betekenisverschil.

 

daadkrachtig

doortastend, vol daadkracht, energiek (hoort meer bij personen)
Wij zoeken een gedreven en daadkrachtig hoofd voor onze afdeling Communicatie.

 

krachtdadig

doortastend, met kracht of geweld (hoort meer bij handelingen)
De oppositie vond het krachtdadig optreden van de politie volstrekt ongepast.

 

De woorden overlappen in betekenis, maar krachtdadig is iets negatiever door de bijbetekenis 'met kracht of geweld'. Daadkrachtig is positief. Vergelijk ook halsreikend / reikhalzend en knarsetanden / tandenknarsen.

daardoor / daarom / dus

Er is een (klein) betekenisverschil.

 

daardoor

oorzaak (meer objectief en beschrijvend)
Er was een boom omgewaaid. Daardoor moest ik van het fietspad af.

 

daarom

oorzaak, reden (meer subjectief en redenerend)
Er was een boom omgewaaid. Daarom ben ik van het fietspad afgegaan.

 

dus

conclusie (subjectief en objectief)

Er was een boom omgewaaid. Dus moest ik van het fietspad af.

 

Daardoor geeft alleen een oorzaak, net als doordat. Daarom geeft een reden (omdat) en kan ook gebruikt worden als het onderscheid oorzaak-reden er niet toe doet (zie ook doordat / omdat). Dus hoeft niet aan het begin van de zin te staan: Ik moest dus van het fietspad af. En dus kan ook gebruikt worden in combinatie met een oorzaak of reden: O, daarom moest je dus van het fietspad af.

dadelijk / binnenkort / gauw / straks

De woorden geven een klein verschil in tijdsduur aan.

 

dadelijk

‘de daad bij het woord voegend’

 

Ik zal het dadelijk doen.

 

binnenkort

binnen korte, afzienbare tijd

 

Er komt binnenkort een nieuwe regeling.

 

gauw

in zo kort mogelijke tijd; snel; vaak korter dan gedacht

 

Zij kwam gauw weer terug.

 

straks

over enkele ogenblikken

 

Hij zal straks wel bellen.

 

In het Verwarwoordenboek zijn al twee soorten tijdsaanduidingen behandeld. Zie ‘op het zelfde moment’ en ‘direct’. Voor een moment dat vrij snel na ‘nu’ ligt, bestaan ook diverse synoniemen. Voor de liefhebbers van een fijnzinnig onderscheid volgen hier vier kleine trapjes in de tijd ‘vanaf het nu’.

 

Dadelijk is synoniem met direct. Het betekent ‘zonder tijdsverloop aansluitend’. Verouderde synoniemen zijn aanstonds en terstond. Omdat dadelijk vaak gebruikt wordt bij handelingen (‘daden’), kun je niet zeggen Hij is dadelijk jarig. Nou ja, natuurlijk wel vanaf 23.30 uur, met een verwijzing naar de volgende dag.

 

Bij straks of strakjes (iets informeler) mag er iets meer tijd verstrijken. Dezelfde tijdsduur kan ook weergegeven worden met zo of zo meteen (iets meer urgentie of geruststelling).

 

Bij gauw mag er ook iets meer tijd verstrijken. Maar hier ligt het accent op de snelheid van de handeling of snelheid waarmee de te verwachten gebeurtenis ook daadwerkelijk plaatsvindt. Een meer formele variant is spoedig.

 

Bij binnenkort mag er nog iets meer tijd verstrijken. Zo ook bij op korte termijn of het wat verouderde weldra, of het al bijna niet meer gebruikte een dezer dagen. Zie overigens ook het onderscheid met dezer dagen elders in het Verwarwoordenboek.

 

Steeds dus (heel) korte tijd ‘vanaf nu’? Maar de hamvraag moet nog worden beantwoord. Hoe kort is kort? U kunt meedoen aan een semantisch veldonderzoek.

 

Leg uw informanten op een saai verjaardagsfeestje de volgende varianten voor.

 

  1. De gasten gaan dadelijk weg.
  2. De gasten gaan straks weg.
  3. De gasten gaan gauw weg.
  4. De gasten gaan binnenkort weg.

 

Vraag dan om bij elke zin een aantal minuten aan te geven. Natuurlijk moet u de volgorde van de zinnen even variëren. En uiteraard kunt u ook andere zinnen gebruiken. Benieuwd naar uw bevindingen!

dakloze / thuisloze

Er is een betekenisverschil.

 

dakloze iemand

zonder een dak boven het hoofd
Dit opvangcentrum biedt veel daklozen een huiskamergevoel.

 

thuisloze

iemand zonder een thuis
Ik vind een thuisloze minder erg dan een dakloze, want een thuisloze heeft vaak nog wel een dak boven het hoofd.

 

Een dakloze heeft geen vaste woon- of verblijfplaats, en staat dan ook niet in het bevolkingsregister ingeschreven. Een thuisloze heeft vaak wel een (wisselend) adres waar wordt overnacht, en staat via dat adres dan ook bij het bevolkingsregister ingeschreven.

danken aan / toeschrijven aan / wijten aan

Er is een klein betekenisverschil.

 

danken aan geeft een oorzaak aan (positief)

De daling van de vraagprijs is te danken aan de economische ontwikkeling.

 

toeschrijven aan geeft een oorzaak aan (neutraal)

De daling van de vraagprijs is toe te schrijven aan de economische ontwikkeling.

 

wijten aan geeft een oorzaak aan (negatief)

De daling van de vraagprijs is te wijten aan de economische ontwikkeling.

 

In het eerste voorbeeld met danken aan wordt de daling als positief beschouwd; in het derde voorbeeld met wijten aan als negatief. Wanneer u niet wilt kiezen, kunt u toeschrijven aan gebruiken.

 

Danken aan kan ook negatief worden gebruikt. Het heeft dan de betekenis 'door eigen toedoen' (eerste zin), of het heeft een ironische lading (tweede zin):

  • Hij heeft zijn financiële verliezen te danken aan overmoed en hebzucht.
  • Waar heb ik jouw stilzwijgen aan te danken?

 

Omdat danken positief is, kan men niet schrijven Dankzij het slechte weer, konden we niet op pad. Hier passen alleen Door ... (neutraal) of Wegens... (vaak negatief), of iets omslachtiger: Ten gevolge van ...

 

De woorden danken, toeschrijven en wijten duiden op een oorzakelijk verband. In een zin met een van deze drie woorden voegt het woord oorzaak dus niets toe. Voorbeeld:

  • De oorzaak van het instorten van deze brug is te wijten aan de gebrekkige constructie.

 

In deze zin staat staat een contaminatie, vergelijk:

  • De oorzaak van het instorten van deze brug is de gebrekkige constructie.
  • Het instorten van deze brug is te wijten aan de gebrekkige constructie.

das / sjaal

Er is een klein betekenisverschil.

 

das

kledingstuk om de hals (eerder breed en lang)
Alleen als het erg koud is, draag ik een das, anders een sjaal.

 

sjaal

kledingstuk om de hals (eerder smal en dun)
Zij droeg een sjaaltje met een opmerkelijk dessin.

 

Een das staat tot een sjaal als een kous tot een sok. En als u al een das bij een colbertje draagt, dan kunt u uw das bij uw overjas natuurlijk ook sjaal noemen.

dat / of

Er is een betekenisverschil.

 

dat geeft zekerheid aan (voegwoord)
Ik weet zeker dat hij komt.

 

of geeft onzekerheid aan (voegwoord)
Ik weet niet zeker of hij komt.

 

Nog enkele voorbeelden:

  • Nog afgezien van het feit of / dat er onvoldoende geld is,betwijfel ik of / dat het wel zal lukken.

Na feit moet dat staan. Een feit is immers een zeker iets.

Na betwijfel moet of staan, want betwijfelen drukt onzekerheid uit.

 

  • De nieuwe politieke situatie maakt het onwaarschijnlijk of / dat het kabinet de rit zal uitzitten.

Hier zou je of verwachten vanwege onwaarschijnlijk. Toch heeft dat hier de voorkeur, want de schrijver presenteert zijn onzekerheid in een bewering.

 

Bij sommige werkwoorden geven dat en of betekenisverschil. Vergelijk:

  • Heb jij gehoord dat Clara een nieuwe baan heeft? (Clara heeft de baan.)
  • Heb jij gehoord of Clara een nieuwe baan heeft? (Heeft Clara die baan of niet?)

 

Het vragend voegwoord of en het stellend voegwoord dat worden in spreektaal wel samen gebruikt, maar in schrijftaal geldt dit als onverzorgd. De schrijver moet kiezen tussen zekerheid en onzekerheid. Dus niet:

  • Ik vroeg me af of dat hij zich soms beledigd voelde. (alleen of)

 

U hoeft niet te kiezen tussen dat en of als er in de zin al een ander vragend voegwoord staat. U gebruikt dan alleen dat vragend voegwoord:

  • Hij vertelde niet waarom of dat hij zo vreemd had gereageerd. (alleen waarom)
  • Ik ben benieuwd hoe of dat hij gaat reageren. (alleen hoe, of of met andere betekenis)

dat / wat

Er is doorgaans geen verschil in betekenis, maar wel in combinatiemogelijkheden.

 

dat

verwijswoord (verwijst naar een zelfstandig naamwoord waar het lidwoord het voor kan staan)
Kijk, dat is nou een huis dat ik graag zou kopen.

 

wat

verwijswoord (meer algemeen, en in overige gevallen)
We moeten ons in Nederland richten op datgene wat ons bindt.

 

In de spreektaal wordt naar het-woorden ook met wat verwezen: het boek wat ik gelezen heb, een idee wat mij plotseling inviel.

In schrijftaal heeft dat echter de voorkeur.

 

De opmars van de w in dit soort constructies is trouwens al heel lang aan de gang, en zeker niet af te keuren. In de middeleeuwen zei men het huis daar ik woon, nu zeggen we het huis waar ik woon.

 

De bekendste vier gevallen waarin wat wordt gebruikt, zijn de volgende:

1.  Na de woorden alles, enige, dat(gene), (n)iets en veel.

  • Zij heeft alles gedaan wat in haar vermogen lag.
  • Dit is het enige wat we kunnen doen.
  • Is er nog iets wat ik voor je mee moet nemen?
  • Er is niets wat mij mij in de toekomst zal blijven achtervolgen.
  • Er is nog veel wat ik je niet heb kunnen vertellen.
  • Er is zoveel wat jij niet weet.

 

Soms geeft dat of wat een klein betekenisverschil. Vergelijk de volgende zinnen:

  • Dit boek is het enige dat bewaard is gebleven na de brand.
  • Dit boek is het enige wat bewaard is gebleven na de brand.

 

In de eerste zin gaat het alleen over de boeken die verbrand zijn; een daarvan is bewaard. In de tweede zin gaat het eerder over de hele inboedel, waaruit slecht één boek bewaard is gebleven. En er zijn ook gevallen waarin iets een heel precieze betekenis heeft, waardoor dat goed te verdedigen is:

  • Plotseling herinner ik me iets dat nú besproken moet worden.
  • Ik ontdekte iets dat mijn vrienden al jaren wisten: ik ben eigenlijk heel onzeker.

 

En in het volgende geval wordt niet naar iets algemeens gevraagd; daarom is hier ook dat te verdedigen:

  • Wat heeft jouw vriend dat een ander niet heeft?

Een argument om toch wat te gebruiken in de bovenstaande zin, is dat dat na vriend eigenlijk storend is. Je verwacht na vriend immers die: de vriend die.

 

2.  Na woorden als het goede, het minste.

Het gaat hier om zelfstandig gebruikte bijvoeglijke naamwoorden (het vreemde) en overtreffende (rang)aanduidingen (het mooiste, het eerste, het minste):

  • Zijn kwade eigenschappen vallen in het niet bij al het goede wat hij doet.
  • Kun jij een verhaal vertellen over het mooiste wat jij ooit hebt meegemaakt?
  • Dat is het eerste wat je moet doen.
  • Dat is het minste wat we voor hem kunnen doen.

 

Soms zijn er in deze categorie verwijzingen die indirect naar een zelfstandig naamwoord verwijzen. Het verwijswoord dat is dan goed te verdedigen:

  • Hij zocht een jurkje voor zijn dochtertje, en kocht het duurste dat / wat hij kon vinden.

Het duurste verwijst (indirect) naar jurkje; daarom is dat hier beter.

 

Soms geeft dat of wat ook hier een klein betekenisverschil. Vergelijk de volgende zinnen:

  • Dat sieraad is het duurste wat ik ooit heb gekocht. (Dat was mijn grootste uitgave ooit.)
  • Dat sieraad is het duurste dat ik ooit heb gekocht. (Ik spreek alleen over mijn sieraden.)

 

3.  Bij een verwijzing naar een hele zin.

  • Hij bleef maar naar me kijken, wat ik natuurlijk helemaal niet prettig vond.

 

Ook hier is soms betekenisverschil. Vergelijk:

  • Hij veranderde het voorstel dat we goed vonden.
  • Hij veranderde het voorstel, wat we goed vonden.

In de eerste zin verwijst het woord dat terug naar het voorstel.
In de tweede verwijst wat naar het hele gedeelte tot de komma.
Dus in de eerste zin is het voorstel goed, en in de tweede zin juist de verandering van het voorstel.

 

4.  Als de verwijzing een soort bijvoeging opent.

  • Vrijetijdswetenschap, wat mij eigenlijk geen studie lijkt, wordt nu op steeds meer hogescholen gedoceerd.
  • Ze draaiden daar alleen maar jazz, wat ik geen prettige muziek vind.

In de tweede voorbeeldzin zou ook dat kunnen staan: dat vind ik geen prettige muziek, maar dan lijkt het een fout voor de jazz die.

data / datums

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in stijl.

 

Het woord datum kent een Latijns en een Nederlands meervoud: data en datums. Voor de aanduidingen van dag-maand-jaar kunt u zowel datums als data gebruiken. In de betekenis 'gegevens' is echter alleen data juist; het woord data kent dan geen enkelvoud. Schrijf dus in een rapport niet: De data is verkregen in veldonderzoek. Hier is alleen het werkwoord zijn correct.

 

Voor meer woordparen met een klassiek en een Nederlands meervoud kijkt u bij bases / basissen.

dateren, uit / van

Er is geen betekenisverschil.

  • Deze vaas dateert nog uit de zestiende eeuw.
  • Deze foto dateert van 1948.

 

In Vlaanderen bestaat een lichte voorkeur voor van, in Nederland voor uit. Er zijn ook taalgebruikers die aan uit een ruimere betekenis toekennen (een bepaalde periode) en aan van een meer precieze tijdsaanduiding, zoals in de hier gegeven voorbeelden. Maar dit onderscheid is zeker niet algemeen gangbaar. Wel gebruikt men van bij een dag of datum: de krant van afgelopen maandag, de krant van 1 augustus.

dauw / douw

Er is een betekenisverschil.

 

dauw

kleine waterdruppels
Doordat de zon op het gras scheen, waren de dauwdruppels duidelijk te zien.

 

douw

duw
De voorste man in de rij kreeg een douw, en hij viel om.

 

Slechts bij een paar woorden geeft de au of ou betekenisverschil. Vergelijk nabauwen / nabouwen en rauw / rouw. Verder is het brauw in wenkbrauwen maar brouw in bierbrouwen. En beide mogelijkheden zijn goed in het eerste deel van rouwdouwer.

debat / discussie

Er is betekenisverschil.

 

debat             

aan regels gebonden, openbare discussie, gericht op uiteenzetting van                           standpunten

 

In het Engelse Lagerhuis zijn de debatten veel feller dan bij ons in de Tweede Kamer.

 

discussie       

gedachtewisseling over een meningsverschil

 

Het wordt tijd voor een brede maatschappelijke discussie over de staat van ons onderwijs.

 

De woorden verschillen op drie aspecten. 1. ‘formeel-informeel’. Een debat is gereglementeerd met spreektijden en regels voor interruptie, en staat onder leiding van een voorzitter. Vaak is ook het onderwerp duidelijk afgebakend. Een discussie kent nauwelijks regels en kan ook spontaan ontstaan. 2. ‘uiteenzetten-overtuigen’. Een debat is gericht op het uiteenzetten van standpunten, terwijl het bij een discussie nadrukkelijk gaat om het overtuigen van de tegenstander of gesprekspartner. 3. ‘met of zonder publiek’. Een debat heeft niet alleen een functie voor de deelnemers, maar is ook bedoeld voor het publiek. Een debat heeft toehoorders, een discussie doorgaans niet.

 

Als een debat gaat over een gezamenlijk belang of probleem, dan heet het ook wel overleg of beraadslaging. Als een discussie uit de hand loopt, dan noemen we dat eufemistisch een woordenwisseling. Er bestaat ook nog een ‘hogere vorm’ van gedachtewisseling, de dialoog. In een dialoog streven deelnemers eerder naar begrijpen dan naar begrepen worden, en geven de gesprekspartners door Luisteren, Samenvatten en Doorvragen de afkorting lsd een nieuwe inhoud.

decade / decennium

Er is een betekenisverschil.

 

decade

periode van tien dagen
Een maand heeft bij benadering drie decades.


decennium

periode van tien jaar
Wanneer eindigde het eerste decennium van deze eeuw, in 2009 of 2010?

 

In het Engels betekent decade een periode van tien jaar, dus precies hetzelfde als decennium. Vandaar dat decade ook in het Nederlands soms zo gebruikt wordt. Toch maar niet doen.

decanaat / dekenaat

Er is een klein betekenisverschil.

 

decanaat

dat wat een decaan doet (bestuurlijke eenheid); kerkelijk en niet-kerkelijk
Op deze school verzorgt het decanaat ook de ouderavonden.

 

dekenaat

dat wat een deken doet (bestuurlijke eenheid); alleen kerkelijk
Welke kerken horen eigenlijk bij het dekenaat Oosterzele?

 

Deze spellingvariatie kent ook een klein gebruiksverschil. De bestuurlijke eenheid binnen de Rooms-Katholieke Kerk, tussen bisdom en parochies, heet dekenaat of decanaat. Voor een bestuurlijke eenheid in het onderwijs wordt alleen decanaat gebruikt.

 

De spellingvariatie is niet onlogisch. In spreektaal wordt de a soms afgezwakt tot de e van de, vergelijk bastaard / basterd. En de c/k-variatie komt wel vaker voor; vergelijk akkoord en accordeon, criticus en kritiek, lokaal en locatie.

 

Maar er is nog een andere verklaring. Beide woorden komen van het Latijnse decanus: 'hoofdman van tien personen', later ook gewoon 'hoofdman'. Ditwoord is eerst ontleend als deken, en later als decaan. Bisdommen en ook de Orde van Advocaten kennen dekens. Scholen en universiteiten kennen decanen: adviseurs van leerlingen en voorzitters van faculteitsbesturen.

deejay / dj

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

Beide spellingen zijn varianten voor diskjockey.

 

Er zijn meer afkortingen die een notatie als afkorting en als letteruitspraak kennen. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij beha / bh.

deelname / deelneming

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in gebruik.

 

deelname

het deelnemen aan
De massale deelname aan de ANWB-peiling over kilometerheffing was geen verrassing.

 

deelneming

het deelnemen aan; rouwbeklag
U kunt ontheffing krijgen van een verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds.

Zo'n rouwkaart met alleen maar 'met oprechte deelneming' vind ik te weinig meelevend.

 

Zowel deelname als deelneming betekent: 'het deelnemen aan'. Deelneming in deze betekenis wordt vooral gebruikt in de financiële sfeer. Voor condoleances is het altijd: deelneming betuigen. Voor meer van deze woordparen kijkt u bij aanname / aanneming.

deelnemen, aan / in

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in gebruik.

 

deelnemen aan

meedoen
Wie nemen er allemaal deel aan het overleg?

deelnemen in

meedoen (financieel)
Wat is de beste manier om deel te nemen in startende ondernemingen?

 

Het hiervan afgeleide zelfstandig naamwoord deelnemer laat zich soms ook combineren met van. Het onderscheid met aan blijft dan wel heel subtiel. Als je deelnemer bent van een overleg, dan is dat ergens zo geregeld. Dat behoeft niet het geval te zijn bij een deelnemer aan een overleg.

definitief / permanent

Er is een klein betekenisverschil.

 

definitief

voor altijd, voorgoed
Na een proefperiode van drie maanden wordt uw aanstelling definitief.

 

permanent

voortdurend, blijvend

In een recreatiewoning mag niet permanent worden gewoond.

 

De woorden zijn grotendeels synoniem, maar definitief heeft als bijbetekenis 'onherroepelijk'. Een haarstudio kan dus beter reclame maken voor definitief ontharen (via lasertechniek), dan voor permanent ontharen (om de paar weken weer met een pincetje aan de slag?). Bij permanent kan er nog een verandering plaatsvinden, bijvoorbeeld wanneer oma toch nog een modern kapsel wil.

degelijk / gedegen

Er is overlap in betekenis, en elk woord heeft ook nog een eigen betekenis.

 

degelijk     

goed, solide, betrouwbaar; eerder ‘materieel’

  • Dit is een heel degelijk kookboek, je kunt er bijna elk traditioneel gerecht in vinden.
  • Is onderzoek naar covid-19 minder degelijk dan ander medisch onderzoek?

 

gedegen     

goed, grondig, vakkundig; eerder ‘verstandelijk’

  • Dit is een heel gedegen kookboek, ik heb alleen wat detailkritiek.
  • Gedegen voorbereiding is de sleutel tot succes.

 

De woorden delen de betekenis ‘van goede kwaliteit’. Maar er lijkt een klein verschil in gebruik dat doet denken aan het onderscheid ‘materie-geest’. Bij degelijk gaat het eerder om een object, bijvoorbeeld een plan. En bij gedegen gaat het eerder om een verstandelijke activiteit, bijvoorbeeld de voorbereiding op dat plan. Uit de voorbeeldzinnen blijkt dat een kookboek degelijk en gedegen kan zijn. Bij degelijk gaat het misschien iets meer om ‘goed opgebouwd’. We spreken ook over degelijk gebouwde huizen en niet van gedegen gebouwde huizen. Bij gedegen komt misschien iets meer de associatie ‘diepgaand’.

 

Het woord degelijk kent ook de verwante betekenis ‘betrouwbaar’ zoals in: Dat zijn degelijke mensen. Nee, niet gedegen mensen. Dat zou iets oproepen van ‘grondig’ of ‘diepgaand’. Dichtbij degelijk komt het woord deugdelijk, maar dan ligt het accent op de goede eigenschappen, op de deugden zelf: Dit is een deugdelijk boek, en geen pulpfictie. Het woord gedegen kent ook nog een heel andere betekenis in de metallurgie, de bereiding van metalen uit ertsen. Daar betekent het ‘zuiver’. Wij kennen deze betekenis voornamelijk in de combinatie gedegen goud.

 

Het woord degelijk kan in combinatie met wel ook als versterking worden gebruikt. Vanuit de betekenis ‘betrouwbaar’ is dat goed voorstelbaar: iets is dan ‘écht betrouwbaar’: Het is echt waar: die windturbines zorgen wel degelijk voor geluidsoverlast. Ook in het betekenisveld van gedegen bestaat een versterkend woord voor ‘grondig’, ‘diepgaand’ of ‘in hoge mate’. Dan gebruik je terdege, zoals in: Ik ben mij terdege bewust van de risico’s die ik neem.

 

Degelijk? Gedegen? Waar komen deze woorden vandaan? De volgende alinea’s met achtergrondinformatie kunt u ook overslaan. Maar de vermelde historische feiten zijn wel degelijk interessant, hoewel ik me terdege bewust ben van een aantal onzekerheden.

 

De etymologiewoordenboeken leren ons dat in deze woorden een reeds overleden werkwoord ‘dijen’ zit, dat ‘groeien’ betekent. Wij kennen dit werkwoord nog in ‘gedijen’ als ‘voorspoedig groeien’. Met als zeldzaam voorkomend voltooid deelwoord ‘gedijd’: Deze planten hebben hier in de schaduw niet goed gedijd. Maar waarom dan gedegen? Vroeger had ‘gedijen’ een sterk voltooid deelwoord, met klinkerverandering. Toen was het niet gedijd, maar gedegen, net zoals ‘gewoven’ dat verdrongen is door ‘gewuifd’. Het woord degelijk is geen werkwoordsvorm, maar hierin zit het woord ‘deeg’ in de verloren betekenis van ‘iets goeds’, dus iets dat al een tijdje ‘gedijt’. Maar hoe zit het dan met het woord gedegen in die heel andere betekenis van ‘zuiver’? Het woord in deze betekenis komt van een ander overleden werkwoord ‘diën’ voor ‘kneden van klei of deeg’ (dat andere ‘deeg’!) of ‘iets doen stollen’. Mooi, zo is die vreemde andere betekenis van gedegen ook ietwat verhelderd.

 

En nu maar hopen dat etymologen mij niet gaan beschuldigen van ondeugdelijk informatie, want ik heb mij gebaseerd op degelijke studies omdat ik graag een gedegen uitleg wilde geven.

degraderen, naar / tot

Er is een klein betekenisverschil.

 

degraderen naar

in rang of klasse naar beneden gaan
Wij zijn vorig jaar gedegradeerd naar de derde klasse.

 

degraderen tot

in rang of klasse naar beneden gaan, met de bijbetekenis 'niet volgens de regels'
Ik laat mij niet degraderen tot boodschappenjongen van het bestuur.

denken, aan / om / over / van

Er is een (klein) betekenisverschil.

 

denken aan

iets in gedachten hebben (1); rekening houden met (2)
En nu zomaar bij hem weggaan? Geen denken aan! (1) Denk toch eens aan (2) al die goede jaren samen!

 

denken om

rekening houden met (3); niet vergeten (4); letten op (5)
Goed, je mag hier een weekend wonen. Maar denk om (3) de buren, denk om (4) de planten en denk om (5) dat gat hier in de vloer.

 

denken over

van plan zijn (6); een mening hebben(7)
Ik denk erover (6) om voorgoed bij hem weg te gaan, maar hoe denk jij daar eigenlijk over (7)?

 

denken van

verwachten (8); een mening hebben (9)
Ik had het nooit van (8) haar gedacht, maar wat denk jij daar eigenlijk van (9)?

 

Na denken wordt van ook gebruikt als stoplap of, iets vriendelijker geformuleerd: als een 'uitgesproken dubbelepunt': zij dacht van: als ik maar eenmaal bij hem weg ben, kan ik rustig denken aan (nee over) mijn toekomst. In de zin staat over, want denken over iets is actiever dan denken aan iets.

depressief / neerslachtig

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar er is wel een verschil.

 

depressief                 

lijdend aan een stemmingsstoornis van voortdurende neerslachtigheid

  • Na dat ongeluk hoefde het voor hem niet meer, hij was maandenlang depressief.

 

neerslachtig             

moedeloos, gedeprimeerd

  • Ik begrijp niet waarom je juist in de lente buien van neerslachtigheid kunt hebben.

 

Depressief is veel ernstiger dan neerslachtig. Als je neerslachtig bent, dan is dat tijdelijk, en heb je ook minder sombere momenten als je dingen doet die je leuk vindt. Een depressie is een veel ernstiger psychische aandoening waardoor het lijkt of je in een zwart gat leeft. Je hebt nergens meer zin in, zelfs niet in activiteiten die je daarvoor wel leuk vond.

 

Men spreekt van een depressie wanneer die aandoening meer dan enkele weken aanhoudt zonder moment van verlichting. Als je depressief bent, heb je vaak ook andere klachten, zoals angststoornissen of het gevoel niets waard te zijn. In de psychologie worden soorten depressies onderscheiden, onder andere: chronische, postnatale en vitale. Er zijn psychologen die een zin als Ik voel me depressief afkeuren. Een depressie is geen gevoel of emotie, maar een gemoedsstemming. Daarom zou Ik ben depressief beter zijn. Maar toch zeg je ook Ik ben neerslachtig, en dat is dan weer wel een gevoel.

 

Er zijn nogal wat synoniemen van neerslachtig, met elk hun eigen kleur in betekenis:
een dipje hebben, down zijn, droevig, somber, treurig, triest en verdrietig. Ook elders in het Verwarwoordenboek worden enkele van deze woorden behandeld.

 

Als je zegt dat je een dipje hebt, is er indirect ook het perspectief van je weer beter gaan voelen. Een dipje is daardoor minder erg dan je down voelen. Down en somber komen nog het meest overeen in betekenis. Maar bij down lijkt de oorzaak vager: Ik voel me gewoon wat down, even niet lekker in mijn vel.  Bij somber is de oorzaak vaak duidelijker: Hij was erg somber over de toekomst van zijn bedrijf. Bij somber lijkt ook de aard van de gevoelens ‘duister’. Bij de andere woorden droevig, treurig, triest en verdrietig zijn de oorzaken en gevoelens vaak veel concreter. Maar hier zijn de verschillen in ‘kleur van betekenis’ niet of nauwelijks te benoemen. Toch word ik hier niet moedeloos van, en ook niet bedroefd, bedrukt of zwaarmoedig. Want wat mij dan weer blijmoediger in het leven doet staan, is de verwondering over deze rijke woordvariatie.

dermate / dusdanig

Er is een klein betekenisverschil.

 

dermate

zo, in die mate (graadaanduiding)
Het probleem is dermate complex dat er een aparte commissie nodig is om eerst alles in kaart te brengen.

 

dusdanig

zo, op die manier
De neksteun kan dusdanig worden versteld dat deze vlak ligt.

 

In de volgende zinnen zou dermate moeten staan, want het gaat om een graadaanduiding:

  • Een aantal pensioenfondsen heeft opnieuw een dusdanig zorgelijke dekkingsgraad dat verder korten op de uitkeringen een reële optie is.
  • Het zinkviooltje heeft een dermate klein verspreidingsgebied en een dusdanig gering aantal groeiplaatsen dat elk verlies een aderlating betekent.

 

In de laatste zin komt dan wel twee keer dermate. U kunt ook een keer zo schrijven in plaats van dermate.

deskundige / kundige

Er is een klein betekenisverschil.

 

Het woordje des betekent hier: 'datgene waarnaar verwezen wordt'. Strikt genomen is des dus overbodig in een woord als materiedeskundige; immers er wordt al naar materie verwezen. Toch is er een subtiel verschil ontstaan. Vergelijk:

  • arbeidskundige / arbeidsdeskundige
  • bodemkundige / bodemdeskundige
  • materiekundige / materiedeskundige
  • verpleegkundige / verpleegdeskundige
  • voedingkundige / voedingdeskundige


De vorm zonder des verwijst naar iemand die ervoor gestudeerd heeft. De vorm met des verwijst naar iemand die er door ervaring verstand van heeft. Vergelijk voedingskundige (iemand die voedingskunde heeft gestudeerd) en voedingsdeskundige (iemand die verstand heeft van voeding). En omdat je voor ervaring of stervensbegeleiding niet kunt studeren, is het ervaringsdeskundige en stervensbegeleidingsdeskundige.

 

De vorm zonder des straalt vaak wat meer gezag uit, vanwege het behaalde diploma. Daarom werken in ziekenhuizen geen verpleegdeskundigen, maar verpleegkundigen. En daarom is het ook ietwat vreemd om iemand aan te kondigen als voetbalkundige, tenzij die persoon natuurlijk net van de Johan Cruyffacademie komt. Kijk hiervoor ook bij betreffende / desbetreffende.

destijds / indertijd

Er is een klein betekenisverschil.

 

destijds

toen (een meer precieze verwijzing)
Het gebeurde in de jaren negentig; destijds waren wij ook student.

 

indertijd

vroeger (een ruimere verwijzing)
Waarom zijn indertijd de gele bordjes snelheidsbeperking vervangen?

 

Dit onderscheid raakt echter steeds meer in onbruik. Het aardige van dit woordpaar is dat je er zo goed aan kunt zien dat het woordje tijd vroeger twee geslachten had: mannelijk (des) en vrouwelijk (der).

123Volgende »
Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.