menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

B
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

baan / laan / pad / steeg / straat / weg

Er is een betekenisverschil.


baan

weg zonder hindernissen
Op de Rijssenhoutse Baan komen geen stoplichten, maar rotondes.


laan

weg met aan beide kanten bomen
Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan.

 
pad

smalle weg (doorgaans buiten de stad)
Gisteren hebben we een heel eind gewandeld over het Pieterpad.


steeg

smalle weg in de stad (begrensd door muren)
Die smalle steegjes, daar zou ik ’s avonds nooit in durven.


straat

weg met plaveisel
In het centrum is altijd wel een straat opgebroken.


weg

strook grond geschikt voor verkeer
In allerijl werden de wegversperringen langs de boulevards verwijderd.


Er zijn uiteraard nog meer aanduidingen voor 'wegen': boulevard bijvoorbeeld, dat van bolwerk komt, en eerst 'wandelplaats rond vestingwallen' betekende en later 'brede straat in een stad of aan de zee'. En allee is een dure laan. Een huis aan de Herwijnenallee is lommerrijker en vooral ook duurder dan een huis aan de Herwijnenlaan.


Omdat er in de afgelopen eeuwen nogal wat is veranderd, maar de namen gelijk zijn bleven, vinden we nu paden in steden en banen met veel hindernissen. Veel van de verschillen lichten op wanneer woorden voor weg 'opnieuw' gecombineerd worden:


— fietsweg?
Nee, die strook is smaller dan de weg voor de auto’s.
Dus ook geen autopad.


— glijpad?
Nee, glijbaan; want het gaat om 'hindernisvrij'.


— straatversperring?
Nee, want het gaat om 'ongeschiktheid voor verkeer'.


— de allee der deugd?
Als dat zou kunnen ... Troost u: er is geen baan naar de hel.

 

Tot slot: is een rijbaan een rijstrook? Ja, maar een baan kan soms ook uit meer rijstroken bestaan. En heel verwarrend: een tweebaansweg met op elke baan vier rijstroken heet een achtbaansweg.

bakje / doosje

Deze woorden kunnen nauwelijks verward worden.

 

bakje

klein doorgaans rechthoekig opberg- of bewaarmateriaal met platte bodem, zónder deksel

Ik ben dol op bureauaccessoires, kijk eens naar dit zwartleren pennenbakje.

 

doosje

klein rechthoekig of ook rond bewaar- of opbergmateriaal met platte bodem, mét deksel; klein verpakkingsmateriaal

  • Ach ja, dat bijouteriedoosje van oma, ik bewaar er paperclips in.
  • Niemand heeft belangstelling voor mijn verzameling lucifersdoosjes!

 

Bij een bakje lijkt opbergen of opruimen belangrijker dan bewaren, en bij doosje is dat andersom. Een doosje oogt ook iets duurder dan een bakje, misschien omdat de bewaarfunctie belangrijker is. Het duidelijkste onderscheid is: doosje mét deksel en bakje zónder deksel. Maar terwijl u verder leest, mag u alvast één (verklaarbare) uitzondering bedenken. Eerst een korte spoedcursus opbergmateriaal-taal Het gaat om drie criteria: 1. materiaal, 2. vorm, 3. inhoud.

 

Naast bakje kennen we ook mandje (materiaal: buigzaam, oorspronkelijk vlechtwerk; vorm: meestal rond en met gebogen bodem). En voor een doosje voorziet onze taal ten minste in de volgende specificaties, hier in alfabetische volgorde met de duidelijkste criteria: 

blikje (materiaal: blik), bonbonnière (inhoud: zie het woord zelf; vorm: meestal rond), cassette (inhoud: video’s, bestek), buideltje (materiaal: doorlaatbaar; vorm: buigzaam; inhoud: kruiden, thee;), etui (materiaal: textiel, plastic; vorm: buigzaam; inhoud: schrijfgerei, gereedschap), kokertje (vorm: langwerpig, rond), kuipje (materiaal: plastic; vorm: rond of met ronde hoeken; inhoud: zuivelproduct); trommeltje (materiaal: blik; vorm: doorgaans rond; inhoud: koekjes, snoepjes en ook oude knopen etc.). Nee, het woord vlootje doet niet mee, want dat komt alleen voor in botervlootje (zie hiervoor kuipje). En een schrijn hoeft niet klein te zijn (materiaal: fraai bewerkt; inhoud: relikwieën, kostbaarheden).

 

Welk woord past niet in deze onderverdeling? Juist, een broodtrommeltje hoeft niet van blik te zijn, en is ook niet rond. Ja, maar dit is een verkleinwoord van ‘broodtrommel’. Die was oorspronkelijk wel van blik, met zo’n ‘kwartrond-scharnierend’ deksel.

 

En die uitzondering bij het criterium mét of zònder deksel? Dat is het afvalbakje op het aanrecht. Zo’n bakje met een deksel zou afvaldoosje moeten heten, maar dat klinkt te duur voor de visueel en olfactorisch onaantrekkelijke inhoud, en roept ook ten onechte eerst de bewaarfunctie op. Altijd weer die uitzonderingen! Zo intrigerend.

band / binding

De woorden worden in de figuurlijke betekenis wel door elkaar gebruikt, maar er is een subtiel verschil.

 

band       

wat personen samenbindt: ‘om iets heen’

De band tussen broers en zussen is misschien wel de meest unieke relatie die er bestaat.

 

binding     

hoe personen gehecht zijn: ‘tussen’

Ik heb geen idee meer voor welke organisatie ik eigenlijk werk en voel geen binding meer met mijn werkgever.

 

Beide woorden hebben ook een letterlijke betekenis: band bij auto of rok, enz., en binding van atomen. Deze betekenissen van ‘samenvoeging’ zijn duidelijk. Maar samenvoegen kan op verschillende manieren. Je kunt verschillende elementen samenbinden met een band eromheen. Maar je kunt ze ook vasthechten aan elkaar, en dan gaat het om een (ver)binding. Je zou ook kunnen zeggen dat een band totaler is, er helemaal omheen, en dat een binding meer een aspect betreft waarin je je met een ander verbonden voelt.

 

Beide woorden in één zin: Als je bindingsangst hebt, dan ben je bang dat je de band met iemand als te knellend zult ervaren. Duidelijk zo, het onderscheid? Wat kies je dan in de volgende zinnen?

 

1. Als dirigent ervaar ik in het Concertgebouw echt een band/binding met het publiek.

 

2. Deze partij had vroeger een nauwe band/binding met de vakbond.

 

Een klein veldonderzoek gaf de volgende uitkomst. In 1. bestaat een lichte voorkeur voor binding. Een dirigent kan ook een band hebben met het orkest, bijvoorbeeld als hij al vaker dat concert heeft geleid. In 2. bestaat een voorkeur voor band, en dan liever nog het meervoud banden, omdat het hier gaat om concrete contacten. Dus ook zoiets subtiels als de concreetheid van de verbondenheid speelt een rol bij het onderscheid tussen band en binding. Benieuwd naar tegenvoorbeelden. Als je die opstuurt, en wij daar contact over hebben, dan krijgen we misschien ook een binding – nee, een band.

bandeloos / bandloos

Er is een betekenisverschil.

 

bandeloos
losbandig
Hij leidde een bandeloos leven.


bandloos
zonder band
Zij droeg een jurk met bandloze taille.


Bij enkele woorden op -loos geeft de e betekenisverschil. Dit geldt niet alleen voor woorden eindigend op -loos, maar ook voor woorden die eindigen op -lijk. De vormen zonder e hebben doorgaans een letterlijke betekenis; de vormen met e hebben een meer figuurlijke betekenis. Zie ook:

  • goddeloos / godloos
  • nameloos / naamloos
  • smakeloos / smaakloos
  • stromeloos / stroomloos
  • werkeloos / werkloos
  • zinneloos / zinloos
  • zorgeloos / zorgloos
  • zouteloos / zoutloos

bandjir / banjir

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.


Het gaat hier om een leenwoord uit het Indonesisch, waar de j toch iets anders klinkt dan de j van Jan. De spelling met d komt dichter bij de Javaanse uitspraak. Het woord betekent overigens: 'plotseling opkomend hoogwater in een rivier als gevolg van zware regens'; zeg maar een riviertsunami.


Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

bankier / bankierder

Er is een betekenisverschil.


bankier
eigenaar van een bank, financiële dienstverlener (beroep)
Bij de salarissen van bankiers moet je ook de bonusregeling optellen.


bankierder
iemand die zijn eigen bankzaken regelt (privépersoon)
Regelmatig waarschuwt de politie bankierders voor internetfraude.

bar / café / kroeg

Er is een betekenisverschil.


bar
publieke drinkgelegenheid; hoge toonbank in café of kroeg
Een bar heeft vaker een moderner en strakker interieur dan een café of kroeg.
Er zaten drie mannen stilletjes aan de bar te drinken.


café
publieke drinkgelegenheid (vaak met mogelijkheid om iets te eten)
Ze noemen dit een bruin café, maar ik vind het meer een kroeg.


kroeg
publieke drinkgelegenheid (vaak met donkerder interieur)
Tegenover eetcafé De Eetage is nu café De Kroeg geopend.


De woorden verschillen vooral in wat je er behalve drankjes nog meer kunt bestellen. Ook is er soms verschil in sfeer of drankaanbod. Dat kun je zien aan onmogelijke combinaties: Je hebt geen eetbar maar wel een eetcafé. En voor een kopje thee of koffie ga je eerder naar een bar of een café dan naar een kroeg.

Bargoens / koeterwaals

De woorden verschillen in betekenis, maar er is ook overlap ontstaan.

 

Bargoens   

oorspronkelijk: vooral Amsterdamse volkstaalvariant van randgroepen in de samenleving; onbegrijpelijke vaktaal

  • Het Bargoens was niet alleen de taal van marktkramers en zigeuners, maar ook van criminelen.
  • Wist je dat woorden als Mokum, bajes en gabber uit het Bargoens komen?
  • ‘Elkaar circulaire feedback geven’, dat vind ik echt Bargoens van de sociale academies uit de jaren zeventig.

 

koeterwaals  

heel gebrekkig Nederlands, brabbeltaal, onbegrijpelijk taalgebruik

  • Opa verstond niets van het koeterwaals van zijn kleindochter, maar toch konden ze samen goed spelen.
  • De energiemaatschappij stuurde als antwoord een toelichting op de eindnota, maar het blijft koeterwaals voor mij.

 

Veel Bargoense woorden zijn afkomstig uit het Hebreeuws of Jiddisch (van ‘Jüdisch’, Joods-Duits). Bijvoorbeeld ‘gajes’ van ‘gojim’ voor ‘volk’ of ‘kassiewijle’ van ‘hasjeweine’ voor ‘doodgaan’. En uit het Bargoens komen ook volkse uitdrukkingen als ‘er schijt aan hebben’ of ‘tuig van de richel’.

 

Het is wel begrijpelijk dat er overlap in betekenis is ontstaan. Beide vormen van taalgebruik zijn onbegrijpelijk voor de buitenstaander. Maar bij Bargoens gaat het dan eerder om onbegrijpelijk jargon of vaktaal en bij koeterwaals om onbegrijpelijk taalgebruik in het algemeen.

 

Nog een lastig hoofdletterprobleempje. Bargoens krijgt als taalnaam een hoofdletter, net als Nederlands of Latijn. Maar een aanduiding die niet als echte taalnaam fungeert, krijgt een kleine letter, zoals in Dat was latijn voor mij. Dus zouden we een kleine letter moeten gebruiken voor de betekenis ‘onbegrijpelijke vaktaal’ zoals in: Voor mij is GSM 600-1800 bargoens. In onze spelling wordt bij Bargoens dit onderscheid niet gemaakt. Toch jammer. We hebben wel Latijn en latijn, maar geen Bargoens en bargoens.

bases / basissen

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in stijl.


Enkele woorden van Griekse of Latijnse herkomst kennen een klassiek meervoud én een Nederlands meervoud. Een klassiek meervoud klinkt iets deftiger.


Soms zijn taalgebruikers zich er niet van bewust dat een woord van klassieke herkomst al in het meervoud staat, zoals bij musea. Ze zetten er dan ten onrechte nog een -s achter: musea’s. Andersom kan het ook: taalgebruikers gaan er soms van uit dat er een meervoudsvorm op -a bestaat, terwijl dat niet zo is. Er bestaan bijvoorbeeld geen platfora (maar wel platforms).

 

Daarom twee waarschuwingen:

  1. Plak geen -’s achter Latijnse meervouden. De woorden musea’s en centra’s zijn fout.
  2. Niet alle woorden op -um hebben een meervoud op -a. Er bestaan geen fotoalba.


De bekendste woorden met een klassiek en een Nederlands meervoud zijn de volgende:

  • catalogi / catalogussen
  • crises / crisissen
  • data / datums
  • doses / dosissen
  • laboratoria / laboratoriums
  • musea / museums
  • sera / serums
  • visa / visums

basiliek / kathedraal

De woorden verschillen in betekenis.

 

basiliek                      

bouwvorm uit de Oudheid, eretitel voor kerkgebouw

 

De basiliek van Constantijn in Trier werd al vroeg in de middeleeuwen het paleis van de aartsbisschop.

 

kathedraal                

bisschopskerk 

 

De Dom van Utrecht is wel een kathedraal, maar geen basiliek.

 

Een basiliek (van het Griekse woord voor ‘koning’) was oorspronkelijk een rechthoekige bouwvorm met verhoogd middendeel en zuilengalerijen. Daar sprak de koning recht en werd handel gedreven. Een kathedraal is een kerk waar een bisschop zijn zetel, zijn ‘cathedra’ heeft. Aan een kathedraal werd soms de eretitel basiliek verleend, bijvoorbeeld als de kerk een belangrijke functie had als bedevaartsoord. 

 

 

Als u het verschil minder relevant vindt, kunt u in beide gevallen het woord dom (van het Latijnse ‘domus’, huis, gebruiken. Het woord wordt ook wel gelezen als afkorting van ‘Deo Optimo Maximo’. Dit betekent, ‘aan de grootste God gewijd’, maar dat zijn natuurlijk alle kerkgebouwen. Beide woorden in één zin: Nederland telt twee kathedrale basilieken, de Sint Jan in Den Bosch en de Sint Bavo in Haarlem.

bastaard / basterd

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.


Vroeger betekende het woord vooral 'onecht kind'; hierbij hoorde de uitspraak met een duidelijke aa. Nu betekent het vooral 'rasloze hond' en wordt de aa vaak afgevlakt tot de e van de.


Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

bedrag / cijfer / getal / nummer

Er is een betekenisverschil.


bedrag
hoeveelheid geld
Je kunt een geldbedrag in cijfers en in woorden weergeven.


cijfer
symbool voor een hoeveelheid (0 tot en met 9), in bedragen, getallen en nummers
Mijn rekeningnummer bestaat nog uit zes cijfers.


getal
weergave van hoeveelheid
Het getal π is afgerond 3,14.


nummer
getal als volgnummer; identiteitsaanduiding
Weet jij het chassisnummer van je auto?


Een getal verhoudt zich tot een cijfer als een woord tot een letter. Een getal kan uit één cijfer bestaan, net zoals je woorden hebt van één letter: ergens de p in hebben;of uit cijfers met extra tekens: 1/2, net zoals p/a: 'per adres'. Een nummer kan ook andere symbolen dan cijfers bevatten: huisnummer 10a. En cijfer betekent ook 'beoordeling': Wat voor cijfer had jij voor Nederlands?

bedreiging / dreigement

De woorden hebben een gedeelde betekenis, maar er is ook een verschil.

 

bedreiging

dreiging met geweld, gevaar

  • Vrouw onder bedreiging van een mes van tas beroofd.
  • Cybercriminaliteit kan een serieuze bedreiging zijn voor de continuïteit van uw bedrijfsvoering.

 

dreigement

dreiging met woorden

De moskee werd vorige week ontruimd na een dreigement per e-mail.

 

Het gaat bij beide woorden om dreiging, om bangmakerij. Maar het verschil is het verschil tussen woord en daad. Strikt genomen is dus alleen de uitroep Ik maak je dood een 

dreigement. Maar als er dan ook nog een mes wordt getrokken, is er sprake van een 

bedreiging.

 

Het woord bedreiging heeft ook de meer algemene betekenis van ‘gevaar’. Opmerkelijk is dat zelfs het woord ‘beloven’ een dreigement kan zijn: Als ik vrij kom, dan beloof ik je dat ik je weet te vinden. Onze taal kent nog een ander woord voor bangmakerij: intimidatie. Dat is bangmakerij met de bedoeling iemands gedrag te beïnvloeden: U kunt seksuele intimidatie op de werkvloer ook anoniem melden.

beenderen / botten

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in gebruik en stijl.


beenderen

geraamte (vaak iets grotere botten)
Hier zijn vorig jaar de beenderen van twintig slachtoffers opgegraven.


botten

geraamte
Hij viel maar brak niets; hij heeft kennelijk sterke botten.


Met beenderen worden vaak iets grotere botten bedoeld. (Het woord been heeft ook de betekenis van onze onderste ledematen.) Daarom spreken we niet zo gauw over de beenderen van een kip. En beenderen wordt niet gebruikt in een culinaire context. We kluiven geen kippenbeenderen.

 

Ook lijkt er stijlverschil: beenderen is iets ouderwetser, iets plechtiger. Maar in andere gevallen kunnen beide woorden worden gebruikt: het klinkt niet bot wanneer je schrijft over het opgraven van botten van mensen.

 

Onze taal zit toch vreemd in elkaar. Woorden genoeg: geraamte, skelet, en ook nog karkas (geraamte van een kadaver, een dood dier). En zelfs nog een oud woord knook. En bij bot nog allerlei andere betekenissen: 'soort vis', 'soort worm', 'knop', 'stomp', 'ongevoelig' en zelfs 'robot'.

 

Maar toch geen duidelijk verschil tussen beenderen en botten. Het had zo makkelijk gekund: beenderen voor mensen, botten voor dieren. Dan maar niet.

beest / dier

De betekenissen overlappen, maar er is ook een klein verschil.
 
beest             
dier, vaak met de associaties ‘groot’, ‘wild’ of ‘onmenselijk’ 
Een krokodil is een dier, maar ik noem het liever een beest.
Hij is als een beest tekeergegaan.
 
dier                
een levend wezen dat geen mens of plant is 
De wetenschappelijke definitie van ‘dier’ is: elk lid van het Rijk der Animalia of Metazoa.
 
De woorden beest en dier kunnen in een ‘achtervoegsel’ ook de betekenis hebben ‘zeer gedreven’ of ‘met grote interesse’: feestbeest, gezelligheidsdier. En ook dan is er verschil in ‘wildheid’. Anders zouden we wel spreken van een ‘feestdier’ en een ‘gezelligheidsbeest’.

begeerte / verlangen

Er is een klein betekenisverschil.


begeerte
hevig verlangen (ook negatief )
Begeerte is de moeder van alle onrust.


verlangen
iets heel graag willen
'Succes is krijgen wat je verlangt. Geluk is houden wat je hebt.'

begeven / opgeven

De woorden verschillen in betekenis, en opgeven heeft nog andere betekenissen.

 

begeven                     

bezwijken

Moeten we nu echt al bang zijn dat deze dijk het gaat begeven?

 

opgeven                    

loslaten

Opgegeven als patiënt maar toch levend het hospice uit!

 

Vroeger betekende begeven ook ‘in de steek laten’, zoals te zien is in een uitspraak van de dichter-theoloog-musicus Coornhert uit de zestiende eeuw: Wat ik gaf is mij gebleven, wat ik vasthield heeft mij begeven. En we kennen van oudsher ook zich begeven met de betekenis ‘gaan’, zoals te zien is in het Wilhelmus, het veertiende couplet:

 

Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan.

 

Het werkwoord opgeven kent nog een prachtige variatie aan betekenissen. Neem alleen al de gebiedende wijs Geef op! De volgende zin bevat nog drie verschillende betekenissen.

 

Mevrouw Jansen had al opgegeven dat ze de poedermelk had opgegeven maar toch heeft haar baby tot twee keer toe ook de moedermelk opgegeven.

 

Over zo’n rijke variatie kan ik niet anders dan hoog opgeven!

begeven / opgeven

De woorden verschillen in betekenis, en opgeven heeft nog andere betekenissen.

 

begeven                     

bezwijken

Moeten we nu echt al bang zijn dat deze dijk het gaat begeven?

 

opgeven                    

loslaten

Opgegeven als patiënt maar toch levend het hospice uit!

 

Vroeger betekende begeven ook ‘in de steek laten’, zoals te zien is in een uitspraak van de dichter-theoloog-musicus Coornhert uit de zestiende eeuw: Wat ik gaf is mij gebleven, wat ik vasthield heeft mij begeven. En we kennen van oudsher ook zich begeven met de betekenis ‘gaan’, zoals te zien is in het Wilhelmus, het veertiende couplet:

 

Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan.

 

Het werkwoord opgeven kent nog een prachtige variatie aan betekenissen. Neem alleen al de gebiedende wijs Geef op! De volgende zin bevat nog drie verschillende betekenissen.

 

Mevrouw Jansen had al opgegeven dat ze de poedermelk had opgegeven maar toch heeft haar baby tot twee keer toe ook de moedermelk opgegeven.

 

Over zo’n rijke variatie kan ik niet anders dan hoog opgeven!

beginnen / starten

De woorden overlappen voor een deel, maar er zijn subtiele verschillen. En beginnen is ruimer in betekenis.

 

beginnen       

1. een begin maken met iets, 2. ondernemen, 3. zich uitstrekken in tijd of plaats

  • 1. Mijn auto begint nu kuren te vertonen.
  • 2. Ik vind het wel heel negatief als je zegt dat met deze leerlingen niets valt te beginnen.
  • 3a. We mochten niet meer naar binnen, want de film was al begonnen. (tijd)
  • 3b. Direct achter het hotel begint het bos. (plaats)

 

starten          

1. vertrekken van een beginpunt in een wedstrijd, 2. in beweging brengen of komen

  • 1. Twee renners konden niet starten vanwege ziekte.
  • 2. Mijn auto wil niet starten.

 

Natuurlijk is het flauw om in betekenisomschrijving 1 van beginnen het woord begin op te nemen. Het enige alternatief is het wat ouderwetsere aanvang. Er is ook een stijvere omschrijving: ‘aan het eerste onderdeel van iets gaan werken’. Uit betekenis 1, ‘een begin maken met iets’, is betekenis 2 goed voorstelbaar: Dan ga je iets doen of iets ondernemen. Die betekenis zien we ook terug in zinnen als O, daar was je het om begonnen. Deze zin kun je omschrijven met: ‘Dit was je opzet, dit wilde je ondernemen.’ Betekenis 3 lijkt vreemd, maar wordt begrijpelijk wanneer we ons realiseren dat ‘zich uitstrekken’ altijd een vertrekpunt, dus een begin heeft.

 

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar er is soms een subtiel verschil. Dit valt het beste uit te leggen via de eerste betekenis van starten, de ‘wedstrijdbetekenis’. Dit van oorsprong Engelse woord kende ook de betekenisaspecten ‘een kort moment’ en ‘plotselinge beweging’. Die aspecten zien we overigens ook terug in het verwante woord ‘storten’.

 

Bij starten gaat het vooral om de volgende betekenisaspecten: a. op een bepaald tijdstip; b. direct op volle kracht; c. een inspannende activiteit; d. gericht op een einddoel (bijvoorbeeld finish). Met deze aspecten is goed te verklaren dat we niet spreken over ‘startersgeluk’. Het gaat niet om de ‘wedstrijdbetekenis’. Je zou eventueel wel van ‘startersgeluk’ kunnen spreken wanneer een coureur door loting een goede positie heeft verworven bij de start van een autorace.

 

Bij beginnen is de ‘aanvang’ vaak langzamer en gradueel. Ook staat de inspanning dan niet voorop, en lijkt er minder sprake van een project met een einddoel. Het accent ligt dan op het maken van een ‘begin’, op het eerste onderdeel van een handeling of een serie handelingen. Zo kun je ook verklaren dat we niet zeggen dat jonge leerlingen met taalachterstand een ‘vals begin’ hebben op school. De schoolperiode kent immers een startmoment en activiteiten die leiden naar een einddoel.

 

Het blijven vage onderscheidingen. Maar wat kiest u?

 

  • 1. Hij is ooit een winkeltje begonnen/gestart met tweedehands spullen.
  • 2. Vorig jaar is zij een onderneming begonnen/gestart, en nu denkt ze al aan overname van een concurrent.
  • 3. Het nieuwe seizoen beginnen/starten we met een toernooi.
  • 4. Het volgende seizoen beginnen/starten we eerst met een enkele thuiswedstrijden.

 

De meesten zullen in 1. bij winkeltje eerder beginnen kiezen, en in 2. bij onderneming eerder starten. Dit komt waarschijnlijk doordat we bij het oprichten van een onderneming eerder denken aan een vast traject, met Kamer van Koophandel, enz. En misschien roept een onderneming ook meer de associatie van inspanning en activiteit op. In 3. gaat het om de opening van nieuwe seizoen, daarom eerder starten. In 4. gaat het om de eerste weken van het seizoen, daarom liever beginnen.

 

Ook zult u de volgende drie zinnen waarschijnlijk minder acceptabel vinden.

 

  • 5. Ik ga vanavond starten met opruimen.
  • 6. Wanneer start jij nu eens met je huiswerk?
  • 7. We wilden pas starten met kinderen toen we uitzicht hadden op goede huisvesting.

 

In deze zinnen klinkt starten vreemd omdat het betekenisaspect ‘direct op volle kracht’ niet relevant is. Het accent ligt op ‘een begin maken met iets’; daarom heeft beginnen de voorkeur.

 

Beide woorden in één zin? Ja, dat deed een reclamemaker: Direct als je de motor start, begint een nieuwe rijervaring. Maar bij ‘motor’ hoort al ‘starten’, dus deze zin doet niet mee. Deze dan misschien: Zeg, ik heb gemist hoe de film begint, kun je hem even opnieuw starten. Hoe dan ook, ik ben dit jaar begonnen, nee gestart, met een ‘woordpaar over aanvang’.

begraafplaats / kerkhof  

Er is een klein betekenisverschil.

 

begraafplaats

stuk grond waar overledenen worden begraven (of bijgezet)

 

Op deze begraafplaats kan ook de as van de overledenen worden verstrooid.

 

kerkhof

oudere begraafplaats bij een kerk

 

Met dit oude kerkhof in het dorpscentrum hebben de levenden de doden altijd bij zich.

 

Je zou misschien verwachten dat we spreken over de kerkhof. Toch is het het kerkhof, want hier gaat het niet om de tuin-betekenis (de hof) maar om de betekenis ‘erf’ of ‘binnenplaats’, en dan is het het hof.

 

Gelet op het feit dat er nu veel meer begraafplaatsen zijn dan kerkhoven, zou je enige verandering verwachten in de uitdrukking De dader ligt op het kerkhof (de dader is onbekend, of inmiddels overleden). Maar uitdrukkingen onttrekken zich aan vernieuwing, anders zouden we wel horen: De dader ligt op een begraafplaats. Of nog moderner: De dader zit in een urn of zelfs De dader is verstrooid.

beha / bh

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

In afkortingen schrijft men doorgaans alleen de eerste letter van het woord of woorddeel, dus bh. In een enkel geval is ook de notatie van de letteruitspraak ingeburgerd: teevee naast tv, deejay naast dj. Zo ook beha en bh. Taalgebruikers vinden de letteruitspraaknotatie soms kennelijk mooier. Daarom zijn deeveedee en weecee waarschijnlijk niet ingeburgerd.

 

In samenstellingen zou de afkorting iets lastiger lezen: bh-maat, push-up-bh. Maar behamaat en push-upbeha kunnen dan beter een streepje krijgen: beha-maat, push-up-beha. Zie ook:

  • cd / ceedee
  • deejay / dj
  • elpee / lp
  • teevee / tv
  • veejay / vj

behartenswaardig / behartigenswaardig

Er is geen betekenisverschil.


Taalliefhebbers zullen altijd op zoek blijven naar verschillen tussen woorden die hetzelfde betekenen. Maar bij dit woordpaar is die zoektocht zonder resultaat gebleven.


Oorspronkelijk was het behartigenswaardig. Het werkwoord is namelijk behartigen (ter harte nemen). De verkorte vorm met beharten is wellicht ontstaan naar het voorbeeld van werkwoorden als aanbevelen en betreuren in aanbevelenswaardig of betreurenswaardig.

 

Het zou overdreven zijn om behartenswaardig af te keuren, maar als een betere woordkeus u ter harte gaat, dus als u die behartigt, gebruik dan behartigenswaardig. Voor meer van deze woordparen kijkt u bij aanbevelenswaardig / aanbevelingswaardig.

beheersysteem / beheerssysteem

Er is een betekenisverschil.


beheersysteem
een systeem om iets te beheren
Er wordt gewerkt aan een nieuw beheersysteem voor museumcollecties.


beheerssysteem
een systeem om iets te beheersen
De nieuwe overschrijdingen vormen de aanleiding voor een nieuw beheerssysteem.


In de meeste gevallen geeft een tussen-s geen betekenisverschil: onderzoek(s)instituut, voeding(s)patroon. Maar in sommige gevallen is de tussen-s eigenlijk geen tussen-s, en is er wel een betekenisverschil. In het geval van beheren / beheersen kan een dijkgraaf heel subtiel aangeven hoe hij de strijd tegen het water ziet. Met een waterbeheersysteem heeft hij meer respect voor de natuur dan met een waterbeheerssysteem.


Zie voor andere voorbeelden van (mogelijk) betekenisverschil in samenstellingen met een tussen-s:

  • handelwijze / handelswijze
  • huidkleur / huidskleur
  • kindheid / kindsheid
  • liefdedaad / liefdesdaad
  • schilderatelier / schildersatelier
  • waternood / watersnood
  • zusterschool / zustersschool 


Nieuwe betekenisverschillen creëren op basis van een tussen-s is niet aan te bevelen. Het ooit gesuggereerde onderscheid tussen geluidhinder (het aantal gemeten decibels) en geluidshinder (de overlast zoals ervaren) schept verwarring.

behelzen / omhelzen

Er is een betekenisverschil.


behelzen
inhouden, bevatten
Het plan behelst de bouw van de nieuwbouwwijk aan de rand van het centrum.


omhelzen
omarmen, knuffelen
Hij omhelsde haar en probeerde haar te troosten.

behendig / handig

 

De woorden overlappen in betekenis, maar verschillen in gebruik.

 

 

behendig       

goed in iets: vooral in fysiek manoeuvreren

  • Behendig klom zij via de regenpijp omhoog naar het balkon.

 

handig             

goed in iets: in verstand, in gebruik, in omgang met mensen

  • Solliciteer alleen als je handig bent in het opsporen van fouten in websites.
  • In deze flyer staan handige tips voor je rijexamen.
  • De topvoetballer noemde zijn seksistische opmerking achteraf ‘niet zo handig’.

 

De overeenkomst in betekenis is de bekwaamheid of de vaardigheid. Je kunt iets zonder moeite kunt doen, of je bent ergens bedreven in. Het verschil zit in het ‘iets’ van ‘goed zijn in íéts’. Bij behendig gaat het eerder om lichaamscoördinatie, met de betekenisaspecten: lenig en snel ergens omheen of tussendoor manoeuvreren. Handig is veel algemener. Kunnen we het eens worden over de volgende zeven zinnen? Wat kies je? En waar aarzel je?

 

  1. Mijn opa is verbazend … met zijn mobieltje geworden.
  2. … knoopte het meisje zelf haar losgeraakte strik opnieuw vast op haar hoofd.
  3. Dat is een heel … zet, de dame áchter de pion zetten.
  4. Hij wurmde zich … tussen de tafeltjes met glaswerk door.
  5. Zij is heel … met de bal aan de voet, vooral in kleine ruimtes.
  6. En dan is er plotseling een nieuw record, als de hoogspringer … zijn lichaam over de lat kronkelt.
  7. Als … politicus was hij altijd in staat om ruziënde partijen op één lijn te krijgen.  

 

In 1 is het handig. Hier gaat het om handig in gebruik. In 2 is het behendig. Het gaat om goed zijn in vingercoördinatie. Maar handig kan hier ook, in de algemene betekenis van ‘vaardig’. In 3 is het handige, het gaat hier om slimheid (‘goed in verstand’). In 4 ligt het accent op de fysieke prestatie, dus eerder behendig. In 5 zou behendig kunnen staan, maar mijn voorkeur gaat uit naar handig, omdat het accent ligt op de balbeheersing. In 6 is dat anders. Hier gaat het juist om de lichaamscoördinatie, daarom hier behendig. Zin 7 geeft een mooi probleem. Persoonlijk vind ik behendig hier een groter compliment dan handig. Het woordje handig roept eerder iets op van slimheid. Bij behendig in figuurlijk gebruik gaat het er eerder om dat de politicus zijn vak verstaat en verschillende belangen kan ‘coördineren’. Of wil ik nu alleen maar met handig redeneren een behendige oplossing? – Kijk, in de vorige zin waren we het eens. Toch?

 

 

1234Volgende »
Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.