menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

H
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

hoe lang / hoelang

Er is een betekenisverschil.

 

hoe lang

gaat over lengte

Hoe lang moet een kind zijn voor een kinderzitje?

 

hoelang

gaat over tijdsduur

Hoelang mag een kind in een kinderzitje?

 

In een enkel geval betekenen twee woorden aaneen iets anders dan wanneer er een spatie tussen staat. Voor een lijst met woordparen waarbij een spatie betekenisverschil geeft, kijkt u bij achter elkaar / achterelkaar.

hoe ver / hoever

Er is een betekenisverschil.

 

hoe ver

gaat over afstand
Hij vertelde hoe warm het was en hoe ver.

 

hoever

gaat over iets anders dan afstand (graad, maat)
Hoever ben je?

 

In een enkel geval betekenen twee woorden aaneen iets anders dan wanneer er een spatie tussen staat. Voor een lijst met woordparen waarbij een spatie betekenisverschil geeft, kijkt u bij achter elkaar / achterelkaar.

hoewel / ofschoon / ondanks dat

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in gebruik en combinatiemogelijkheden.

 

hoewel

toegeving
Ik ga mee, hoewel ik niet zo veel zin heb.

 

ofschoon

toegeving (meer formeel)
Dat mag niet worden onderschat, ofschoon dat wel vaker gebeurt.


ondanks dat

toegeving (meer spreektaal)
Het festival ging door ondanks dat het regende.

 

Met het voorzetsel ondanks hebt u geen bijzin nodig: Het festival ging door ondanks de regen. Voor taalgebruikers die nog wat meer deftige toegevingsvariatie wensen, bestaat nog de mogelijkheid van: alhoewel (iets sterker dan hoewel), hoezeer, in weerwil van en niettegenstaande.

honger / trek

Er is een klein betekenisverschil.

 

honger

behoefte aan voedsel
Weet jij hoeveel mensen er dagelijks honger lijden?

 

trek

eetlust, honger

O, ik heb zo’n trek in chocola!

 

Beide woorden betekenen 'wens om te eten'. Maar bij honger geeft het lichaam signalen dat het voedsel nodig heeft, bijvoorbeeld door het samentrekken van de maag. En bij trek gaat het om een lustgevoel veroorzaakt door bijvoorbeeld het water dat je in de mond loopt. Volgens sommigen is het niet correct om te zeggen dat je honger hebt als je al weldoorvoed bent. Je zou dan moeten zeggen: Wanneer gaan we eten? Ik heb zo’n trek. Maar degenen die hier honger zeggen, kan men niet betichten van incorrect taalgebruik, want hongeren betekent ook verlangen.

hoofdlijnen, in / op

Er is een klein betekenisverschil.

 

in hoofdlijnen

grofweg, een ruwe schets (zonder 'bijlijnen')
Het boek Nederlands in hoofdlijnen is bedoeld voor anderstaligen.

 

op hoofdlijnen

op hoofdpunten (de 'bijlijnen' kunnen verschillen)
Er kwam alleen een regeerakkoord op hoofdlijnen.

 

De uitdrukkingen kunnen door elkaar worden gebruikt, maar er is verschil in 'blikrichting'. Bij in hoofdlijnen gaat het eerder om het weglaten van details. Bij op hoofdlijnen gaat het eerder om de basis of de kern; over details wordt dan niet gesproken. En natuurlijk kan op in worden wanneer dat voor de welluidendheid beter is: Deze plannen komen op hoofdlijnen op hetzelfde neer. Hier kan beter staan in hoofdlijnen. En een samenvatting in / op hoofdlijnen klinkt heel deskundig, maar is gewoon een pleonasme, net zoals witte sneeuw of ronde cirkel.

hoogleraar / professor

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in gebruik.

 

hoogleraar

hoogste rang van onderzoeker-docent in het academisch onderwijs (functieaanduiding)
Als je hoogleraar bent, heet je vergeetachtigheid 'professorale verstrooidheid'.

 

professor

de (aanspreek)titel van een hoogleraar
Morgen bespreek ik een hoofdstuk uit mijn proefschrift met professor Jansen.

 

De woorden worden nogal eens door elkaar gebruikt, en dat is geen taalvervaging. Maar de volgende zin wekt ten onrechte de indruk dat er verschillen zijn: Hoogleraren en professoren gaan in toga naar de Domkerk voor de opening van het academisch jaar.

 

In Vlaanderen wordt de aanspreektitel professor gebruikt voor alle docenten in het academisch onderwijs. En we kennen professor ook in figuurlijk gebruik: professor Pollewop.

hoogstens / maximaal

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar hebben elk hun eigen betekenisaspect. Wel lijkt er sprake van een klein verschil in gebruik. En bij ‘maximaal’ is er soms ook woordsoortverwarring.

 

hoogstens   

op zijn hoogst, maximaal

  • U houdt misschien enkele dagen last, hoogstens een week.
  • De tegemoetkoming bedraagt hoogstens € 134 per maand.

 

maximaal   

zo hoog mogelijk, hoogstens

  • U hebt al maximaal gebruik gemaakt van de regelingen voor kredietvergoeding.
  • De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 134 per maand.

 

Het woord hoogstens werd vroeger wel bekritiseerd als germanisme. Merkwaardigerwijs kwam er geen kritiek op minstens. Toch is hoogstens minstens even goed Nederlands als het uit het Latijn afkomstige ‘maximaal’.

 

Beide woorden hebben de betekenis ‘het hoogste punt’. Wel is er een miniem verschil in perspectief mogelijk. Bij maximaal kan het accent liggen op ‘zo hoog mogelijk’; de betekenis die we ook terugzien in ‘maximaliseren’. Bij hoogstens gaat het eerder om ‘het hoogste punt’ zélf. Maar dit verschil doet er vaak niet toe. Daarom is het begrijpelijk dat de woorden door elkaar worden gebruikt.

 

Toch blijft het dan een uitdaging om een mogelijk verschil op te sporen. Er zijn drie betekenisaspecten die hier de aandacht verdienen.


1. Er is wel gesuggereerd dat het bij maximaal eerder om een schaalverdeling gaat van een minimum naar een maximum, en dat bij hoogstens de tegenhanger ‘minstens’ minder een rol speelt. Maar het blijkt heel moeilijk om dit met duidelijke voorbeelden te bewijzen.

 

2. Een betere kandidaat is een mogelijk stijlverschil. Hoogstens klinkt velen wat ouderwets of stijf in de oren. Jongeren zouden eerder maximaal gebruiken, met max als ‘snelle’ verkorting. In een stilistisch veldonderzoekje zou dan ook hooguit moeten worden betrokken als een minder formele variant van hoogstens, en uiteraard ook de varianten op zijn hoogst (net iets minder stijf) en ten hoogste (iets stijver).

 

3. Een mogelijk derde verschil is interessanter. Bij maximaal verwacht je eerder een precieze aanduiding, zoals op een schaalverdeling (zie ook onder 1). En hoogstens zou dan gemakkelijker gecombineerd kunnen worden met een wat vagere aanduiding. Dus eerder maximaal acht dagen en bijvoorbeeld hoogstens een week. Alweer een aardig onderwerp voor een onderzoekje.

 

Het woord maximaal laat nog een mooi verschijnsel zien in woordsoortgebruik. Vergelijk de volgende zinnen:

 

De maximale vergoeding bedraag € 134 per maand.

 

De vergoeding bedraag maximaal € 134 per maand.

 

De maximumvergoeding bedraagt €134 per maand.

 

De vorm maximale is een bijvoeglijke naamwoord: de maximale snelheid. Dit bijvoeglijk naamwoord kan ook als bijwoord worden gebruikt: het tweede voorbeeld. Maar in plaats van een bijvoeglijk naamwoord zien we ook vaak het zelfstandig naamwoord. Dus niet de maximale snelheid, maar de maximumsnelheid (één woord, dus niet zoals in het Engels ‘maximum speed’). Dit verschil in woordsoort roept uiteraard de vraag op of er ook verschil in betekenis is. Het lijkt erop dat maximumsnelheid eerder verwijst naar een vastgestelde richtlijn over de toegestane snelheid, terwijl maximale snelheid eerder wijst op de hoogst mógelijk te bereiken snelheid. In Vlaanderen komt het bijwoord ook als zelfstandig naamwoord voor: Je mag daar maximum 30 rijden. Maar in Nederland gebeurt dat niet of nauwelijks. Mogen we hieruit afleiden dat Nederlanders gevoeliger zijn voor het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord, of tussen attributief en predicatief gebruik? Nee, nu geen derde suggestie voor nader onderzoek. Wel ben ik benieuwd hoe de Vlaamse lezers van deze rubriek hierover denken.

 

Nog een laatste detail. Wat zegt u, máximaal of maximáál? Of gebruikt u beide klemtonen, maar dan wel in verschillende situaties? Bijvoorbeeld maximáál waarin u extra emotie wilt uitdrukken. Een helder antwoord op deze vraag zou ik wel een máximáál resultaat durven noemen van de behandeling van dit verwarpaar.

hopen / vertrouwen

Er is betekenisverschil. 

 

hopen 

verwachten dat iets positiefs werkelijkheid wordt

 

Ik hoop wel dat we nog op tijd aankomen.

 

vertrouwen 

erop rekenen dat iets waar is; ervan uitgaan dat iemand oprecht is of zijn belofte nakomt 

 

Ik vertrouw altijd op mijn intuïtie.

 

Om het eens moeilijk te zeggen: het verschil tussen beide werkwoorden zit in het realiteitsgehalte van het object. Je hoopt op iets wat er nog niet is, en je vertrouwt op iets wat er in principe wel is, maar (nog) niet zichtbaar is. Daarom kun je wel zeggen: Hopen tegen beter weten in, maar niet Vertrouwen tegen beter weten in. En als vertrouwen wordt beschaamd, kun je nog wel blijven hopen dat het de volgende keer niet wordt beschaamd. Vertrouwen heeft dus een basis in de realiteit, maar hopen is eerder een verlangen of een verwachten. Beide woorden in één zin? Wij hopen dat u hier een aangenaam verblijf heeft en vertrouwen erop dat u de huisregels in acht neemt.

 

De betekenissen verschillen dus, maar een deel van de tweede betekenis van vertrouwen lijkt toch wel heel veel op die van hopen. Een belofte gaat doorgaans over iets positiefs dat nog werkelijkheid moet worden. Vertrouwen in deze betekenis is daarmee iets sterker dan hopen. Vergelijk beide woorden in de volgende zin: Ik hoop dat hij een toezegging wil doen, en vertrouw er dan ook op dat hij die nakomt.

 

Omdat vertrouwen in die tweede betekenis iets sterker is dan hopen, zou je in combinatie eerder de climax-volgorde Ik hoop en vertrouw verwachten dan andersom Ik vertrouw en hoop. Toch komt ook deze volgorde voor. Vergelijk: 

 

1. Ik hoop en vertrouw op uw medewerking.

2. Ik vertrouw en hoop op uw medewerking.

 

Vraag: geeft de schrijver van deze zinnen zo ook inzicht in de sterkte van zijn verwachting? Ja, heel subtiel. Omdat hopen iets minder sterk is dan vertrouwen, lijkt de schrijver van zin 1 overtuigder van de medewerking dan de schrijver van zin 2.

horen / hoorn

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

Tussen de r en de n is vaak een korte overgangsklank hoorbaar, vandaar waarschijnlijk de vorm horen naast hoorn. Dus een neushoren kan hoorndol worden, en een neushoorn horendol. Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

horen / luisteren

Er is een klein betekenisverschil.

 

horen

waarnemen met je oren
Ja, natuurlijk hoor je me wel, maar je luistert je niet.

 

luisteren

met aandacht horen
Nou moet je eens goed naar me luisteren! Nee, ik wil het niet nog een keer horen.

 

Het onderscheid 'al dan niet met aandacht' wordt niet altijd gemaakt. Anders zou er luisteren moeten staan in: Nou moet je eens horen wie ik tegenkwam! En anders zou luisteren moeten overgaan in horen in de volgende zin: Hij ging voor het open zolderraam zitten om naar de vogels te luisteren, en viel al luisterend vervolgens in slaap. Bekijk ook het verschil kijken / zien.

horizon / horizont

Er is geen betekenisverschil.

 

In de uitspraak wordt vaak een -t achter horizon gezet, vandaar dat ook horizont goed is. Wel is horizont minder gebruikelijk. Ten minste in het enkelvoud, want je hoort vaker horizonten dan horizonnen.

 

Vanwaar die -t? Kennelijk vinden we het prettig om na de -n het puntje van de tong tegen de tanden te duwen en nog een pufje lucht uit te blazen. Zo is ook te onzent (bij ons) ontstaan. En zo kun je ook verklaren dat een burgemeester (geen burgermeester) oorspronkelijk de meester was van een burch+t. Deze -t noemt men de paragogische -t, een duur woord voor 'erbij geplakt'. Die -t horen we ook als iemand enkelt zegt. En ja, ook in iemand zit die -t, maar nu gespeld als -d: iemand is ie(dere) man (mens). In de Engelse taal doet men zoiets niet. Daar is het ink; wij hebben inkt. Daar is het rice; wij hebben rijst. Maar daar heeft de t dan ook een andere plek naast de th.

hospice / hospitium

Er is een betekenisverschil.

 

hospice

verzorgingshuis voor terminale patiënten
In dit hospice wordt met palliatieve zorg de kwaliteit van het leven zo goed mogelijk bewaakt.

 

hospitium

tehuis voor gasten of studenten; opvangcentrum voor buitenlanders
Mijn vader vond het beter dat ik in het eerste jaar van mijn studie huisvesting zocht in een studentenhospitium.

 

Hospitium wordt ook gebruikt in de betekenis van hospice. Maar omdat hospitium steeds meer geassocieerd wordt met een opvangcentrum voor asielzoekers, is het handiger om de twee betekenissen duidelijk uit elkaar te houden: Deze asielzoeker kon de laatste dagen van zijn slopende ziekte gelukkig verhuizen van het grenshospitium naar een hospice.

hou / houd

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in stijl.

 

hou

eerder spreektaal
Ik hou van Holland.

 

houd

eerder schrijftaal
Houd uw paspoort gereed.

 

Sommige werkwoorden met een -d tussen twee klinkers, zoals houden, glijden en rijden, kennen naast de persoonsvorm ik houd, enz. ook een vorm zonder -d: ik hou. De vorm met -d is iets formeler dan de vorm zonder -d. Het verschil tussen onthoud dit goed en onthou dit goed is het verschil tussen neen en nee.

 

In geschreven taal verdient de vorm met -d de voorkeur, tenzij die al te stijf klinkt, bijvoorbeeld in de gebiedende wijs voorafgaand aan een woord dat met een klinker begint. U kunt dus ook schrijven: hou op en schei uit.

 

De vorm zonder -d zien we ook in samenstellingen. Daarom is het: doorrijhoogte, glijbaan, scheikunde, voorrijkosten en leiband, en krijgt leidraad alleen de -d van draad. Maar let op, in sommige samenstellingen zien we wel de -d terug: het is scheikunde, maar scheidslijn, het is houvast, maar houdgreep, het is leidraad, maar leidtoon, en op een rijdier rijdt een rijder of rijdster.

hovenier / tuinman

Er is een klein betekenisverschil.

 

hovenier        

iemand die zich beroepsmatig bezighoudt met aanleg, renovatie en onderhoud van tuinen

 

Mijn nichtje heeft de hoveniersopleiding gevolgd en heeft nu een bloeiend bedrijfje als hovenierster.

 

tuinman        

iemand die een tuin onderhoudt, al dan niet tegen betaling.

 

Ik ben niet zo’n tuinman, daarom heb ik nu maar een echte tuinman ingehuurd.

 

Vroeger heette een hoveniersbedrijf ‘gewoon’ een tuinmansbedrijf, maar een hoveniersbedrijf straalt meer professionaliteit uit. De verschillen in tuinactiviteit komen mooi tot uiting in tuinier (de hobbyist) en tuinder (het beroep in de groente- en fruitsector) en tuinarchitect (ontwerper van grotere tuinen). En als je aan één tuinman niet voldoende hebt, heb je het dan over tuinlui of tuinlieden? Klik voor het stijlverschil op -lui en -lieden, dat al eerder is behandeld in het Verwarwoordenboek.

huid / vel

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar er is een belangrijk nuanceverschil. En vel heeft meer betekenissen.

 

huid               

omhulsel van menselijk of dierlijk lichaam

  • e huid is het grootste orgaan van de mens, gemiddeld 2 mm dik, met een gewicht van zo’n 17 kg.
  • Een dierenhuid als vloerkleed! Ik krijg er kippenvel van. Nou, eventueel wel een schapenvacht.

 

vel                   

uid als dunne beschermlaag; laagje verharde vloeistof, blad papier.

  • a de hongerstaking was hij echt vel over been.
  • Sluit een aangebroken emmer met verf goed af om vellen te voorkomen.
  • Quizvraag: Hoeveel weegt een vel 80 grams A4-papier? (5 gram, want 80:16).

 

Bij huid gaat het eerder om bedekking, bekleding of omhulsel van het inwendige. Het woord is afkomstig van een Grieks woord dat ‘verbergen’ betekent. Bij vel gaat het eerder om de buitenste laag die voor de bedekking zorgt. Verwante woorden zijn vlies (omhulsel van een inwendig orgaan) en film, zoals in een filmrolletje of een dun laagje vet of olie. Met dit verschil in herkomst kan een belangrijk nuanceverschil worden uitgelegd.

 

De huid is ons contactorgaan, de grens tussen het inwendige en het uitwendige. Daarom zeg je ook dat iemand een gevoelige huid of een dikke huid heeft, en niet een gevoelig vel of een dik vel. De huid kan tintelen of blozen, dat doet het vel niet. Het vel is dunner dan de huid. Daarom spreken we niet over de poriën van het vel, en zeggen we niet dat iemand de huid over de oren wordt getrokken.

 

De twee andere betekenissen van vel zijn gemakkelijk te herleiden tot de eerste betekenis, ‘huid als dunne beschermlaag’. Dat dunne laagje kan uit allerlei materiaal bestaan, denk aan een vel op de melk. En het vel papier komt via het vel van perkament van gedroogde dierenhuid.

 

Bij de mens hebben we voldoende aan huid en vel. Maar bij dieren kennen we nog meer onderscheidingen: de pels voor de behaarde huid van knaag- en roofdieren, en een vacht voor huid met beharing die geschikt is om er wol van te maken. Het plantenrijk kiest voor geheel andere woorden: schors voor de wat meer houtige beschermlaag met direct daaronder de bast. Dus eigenlijk schors voor vel en bast voor huid. En bast wordt ook algemener gebruikt voor de gladde beschermlaag van een stam of tak. Opmerkelijk is wel dat vruchten geen bast hebben maar een schil.

 

Tot slot nog de proef met beide woorden in één zin. Niet zelf verzinnen natuurlijk. Deze trof ik in het wild aan: De velletjes en schilfertjes op de voetzool worden veroorzaakt door een te droge huid. En nu maar hopen dat u voldoende uitleg hebt om te verklaren dat we niet uit onze huid springen of dat iemand niet zo lekker in zijn huid zit, en dat we niet spreken over een donkere velkleur of een velaandoening. Als u de smaak te pakken krijgt, gaat u verder met het verklaren van de ongerijmdheid van kippenhuid en de huid van een worst. En als u hiermee klaar bent, gaat u op zoek naar beeldspraak zoals in je blote bast, of wordt u met uw kritisch commentaar de luis in de vacht van deze taalrubriek.

huidkleur / huidskleur

Er is een betekenisverschil.

 

huidkleur

teint
De arts zag direct aan de huidkleur van het meisje dat ze ziek was.

 

huidskleur

kleur van de huid (zwart, blank, geel, enz.)

Vroeger was er veel sprake van discriminatie op basis van huidskleur.

 

Kijk voor andere voorbeelden van (mogelijk) betekenisverschil in samenstellingen met een tussen-s bij beheersysteem / beheerssysteem.

huis / woning

Er is een klein betekenisverschil en een verschil in gebruik.

 

huis

gebouw om in te wonen (het concrete bouwwerk)
Daar naast het Huis van Bewaring stond vroeger ons huis.

 

woning

bouwwerk om in te wonen, daar waar je woont
Door de renovatie gaan in dit complex 23 woningen verloren.

 

De woorden zijn vaak inwisselbaar, maar het woord woning is ruimer en abstracter. Een woning kan ook een flat of een appartement zijn. En huis heeft ook nog andere betekenissen, bijvoorbeeld van Oranje, van een slak, van een horloge en van een planeet.

humeur / stemming

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar er is soms een subtiel verschil.

 

humeur     

gemoedsgesteldheid; persoonsgebonden, meer specifiek

  • Ondanks de hitte en de slechte bediening was iedereen in een vrolijk humeur.
  • Die harde muziek van de buren, dat brengt mij echt uit mijn humeur.

 

stemming   

gemoedstoestand; ook tússen personen (sfeer), meer algemeen

  • Het zicht op de oceaan en de volle maan daarboven bracht mij vanzelf in een romantische stemming.
  • Wisselingen in stemming zijn soms ook een symptoom van een psychische aandoening.

 

Voor de verschillen in betekenisnuance wordt wel gewezen op drie aspecten.

 

1. De tijdsduur. Een humeur is vaak van kortere duur dan een stemming. Maar toch kan iemand ook vrij lang humeurig blijven en kan een stemming snel omslaan.

 

2. Duidelijker is het aspect ‘al dan niet persoonsgebonden’. Een humeur hoort bij een persoon. Dat zien we ook aan de etymologie van het woord. In humeur zit het woord ‘humor’. Daarbij moet je niet denken aan iets grappigs. Het gaat hier om het Griekse woord voor ‘lichaamsvocht’. Want volgens een oude theorie bepaalden de (vier) lichaamsvochten de ‘gesteldheid van een persoon’. Bij stemming kunnen we eerder denken aan een sfeer waarin een persoon zich bevindt, vaak ook met andere personen. Daarom zeggen we ook dat iemand een bepaald humeur hééft (de gesteldheid, hoe het er met je aan toe gaat) en dat iemand in een bepaalde stemming ís (de toestand, waar je je in bevindt). Bij stemming kun je ook denken aan de manier waarop een muziekinstrument is gestemd, ook samen met andere instrumenten.

 

3. Nog duidelijker is het aspect ‘meer of minder specifiek’. Bij humeur gaat het doorgaans alleen om iets vrolijks of iets negatiefs. Het woord stemming kent veel meer verschillende toestandsaanduidingen, bijvoorbeeld:

 

Dit bracht hem in een stemming van grote irritatie / gelatenheid / van ‘we gaan ervoor’.

 

Met deze onderscheidingen is nog lang niet alles verhelderd. Want waarom spreken we niet over humeurstoornissen of een feesthumeur? Waarom zeggen we niet: Toen sloeg het humeur om? Maar als je aarzelt tussen humeur of stemming, bedenk dan dat humeur vaak tijdelijker en specifieker is dan stemming. En als je op een feestje waar een vrolijke stemming heerst door een gesprekje met iemand uit je humeur raakt, bedenk dan dat dat iets heel persoonlijks is, en bederf dan niet de feeststemming.

hype / rage

Er is een betekenisverschil.

 

hype

een plotselinge overdreven aandacht voor een nieuwsfeit
De film Fitna werd indertijd een hype, omdat de maker er heel geheimzinnig over deed.

 

rage

een plotseling populaire bezigheid
Het sparen van Pokémonflippo’s is een rage die soms weer opleeft.

 

Het woord hype heeft altijd betrekking op de media. Dus een mediahype is een pleonasme. Marketeers of spindoctors kunnen in de media ook overdreven aandacht voor iets opwekken; dat heet hypen.

hypothesen / hypotheses

Er is geen betekenisverschil.


Sommige woorden hebben een meervoud op -en en op -s. Doorgaans is er geen betekenisverschil, wel kan er een stijlverschil zijn. Voor meer van deze woordparen kijkt u bij aardappelen / aardappels.


In sommige gevallen is er wel verschil in betekenis, zoals bij portieren / portiers. Voor meer voorbeelden daarvan kijkt u bij curatoren / curators.

« Vorige12
Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.