De woorden hebben een betekenis die overlapt, maar ook subtiel verschilt. En beide woorden hebben nog andere, daaruit af te leiden, betekenissen.

 

plat

1. zonder kromming, in de breedte, 2. ondiep, 3. horizontaal

  • Ik vind de afwisseling tussen puntdaken en platte daken heel leuk.
  • Nee, geen soep vandaag, doe maar platte borden.
  • Ga jij eens plat op je buik liggen.

 

Het woord plat heeft ook nog andere betekenissen, die je met enige goede wil kunt ‘beredeneren’ vanuit de betekenissen ‘ondiep’ en/of ‘horizontaal’.

 

  • De fabriek lag plat. (geen activiteiten)
  • Is bruiswater minder gezond dan plat water?
  • Wat een platte humor!
  • De zaal lag plat. (van het lachen)

 

Als een fabriek plat ligt, zijn er geen pieken of dalen in activiteiten. In bruiswater gaan de bubbeltjes omhoog, in plat water is er geen beweging van beneden naar boven. In platte humor zit niet de gelaagdheid van echte humor. En een zaal die plat ligt van het lachen, roept het beeld op van mensen die niet rechtop zitten, maar eerder meer verticaal in hun stoelen hangen.

 

vlak

1. zonder kromming, effen, 2. precies, direct (bijwoord), 3. vlakke zijde, gebied (zelfstandig naamwoord)

  • Nederland is een vlak land.
  • Vlak voor vertrek moeten we alles nog even controleren.
  • Hoeveel vlakken heeft een kubus?

 

Het woord vlak heeft ook nog andere betekenissen, die je kunt afleiden uit de hier gegeven drie betekenissen.

 

  • Hij heeft zo’n langzame, vlakke manier ven spreken. (1 effen)
  • Ik kreeg een klap vlak in mijn gezicht. (2 direct)
  • Op politiek bestuurlijk vlak had hij weinig ervaring. (3 gebied)

 

En de eerste betekenis ‘zonder kromming’ kan ook op een oppervlak slaan. Je kunt dan zelfs spreken van een plat vlak.

 

De kernbetekenis van beide woorden is: geen of weinig verschil in hoogte of diepte. Bij plat gaat het dan eerder om het betekenisaspect ‘in de breedte’ zoals in platteland tegenover de hoogte van de bergen of de steden. Bij vlak gaat het dan eerder om het betekenisaspect ‘effen’ zoals in het vlakke veld. En nu maar hopen dat duidelijk is waarom wielrenners niet spreken over vals vlak maar over vals plat (de betekenis ‘horizontaal’) of waarom we niet spreken over een hellend plat maar een hellend vlak.

 

Wel blijft de vraag waarom er zo weinig verschil is tussen de vlakke zijde en de platte kant. Ook een platte zijde komt voor, maar wel minder. Misschien omdat platte toch wel een beetje ‘plat’ klinkt bij zijde? En platte kant is iets frequenter dan vlakke kant. Zou dan plat eerder bij niet bol horen, en vlak bij niet hol? Je kunt met ontwarren van verwarparen ook zelf weer in verwarring raken.