menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

Kies een letter
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

bloes / blouse

Er is geen betekenisverschil, wel een verschil in stijl.


Voor het kledingstuk dat het bovenlichaam bedekt, bestaan in gesproken taal de vormen met en zonder eind-e. Vandaar beide vormen. Ook als woordenboeken alleen doorkijkblouse of overhemdblouse geven, zijn dus de vormen met bloes mogelijk.

 

Het uit het Frans stammende blouse is wel iets deftiger. Probeer maar eens via internet een stijlvolle bloes te kopen. U krijgt dan de vraag of u een stijlvolle blouse bedoelt. De prijs van een blouse heeft trouwens ook iets meer stijl.

bloot / naakt

Er is een betekenisverschil.


bloot

onbedekt, ontbloot
Nou moet hij ook eens met de billen bloot.


naakt

onbedekt, zonder kleding
Na het eten van de appel ontdekten Adam en Eva dat ze naakt waren.

 

Het verschil is heel subtiel. Bij bloot ligt het accent op afwezigheid van bedekking (die je wel zou verwachten); bloot is eigenlijk ontbloot. Bij naakt ligt het accent op iets dat bedekt kan worden. Bij bloot is er dus iets afgegaan en bij naakt zit er niets op of omheen. Daarom klinken de volgende woorden en uitdrukkingen ook zo vreemd:

  • de blote waarheid
  • op naakte voeten
  • een blootmodel
  • een naakte jurk
  • blootschilderijen
  • open en naakt
  • blootstrand
  • iets naakt leggen
  • spierbloot
  • graag de oren naakt, kapper

 

Het verschil komt mooi samen in de uitdrukking in zijn blote nakie: 'helemaal ontbloot', maar het moet weer worden bedekt. En bloot slaat dood is niet alleen een gezegde in een kinderspel: als alle bedekking weg is, is de spanning van de onthulling weg.


Daarom zijn blootfoto's vaak porno, maar kan naaktschilderen kunst zijn. O ja, er bestaat ook nog bloot eigendom. Dat is eigendom ontbloot van vruchtgebruik, bijvoorbeeld een eigen huis waar je zelf niet in mag wonen. Je bent dan dus een blote eigenaar.

blussen / doven

De woorden verschillen in sterkte.

 

blussen          

uitmaken van een vuur (vlammen); vocht toevoegen tijdens verhitting, bijvoorbeeld om verbranding te voorkomen of te verminderen

  • Vlam in de frituurpan? Blus dan niet met water!
  • Je kunt tijdens het braden water toevoegen, maar je kunt ook (af)blussen met rode wijn.
  • Gebluste kalk krijg je door water te laten reageren met de kalkpoeder die ontstaat bij het verbranden van kalksteen.

 

doven            

(laten) ophouden met branden (vuurtje, gloed, licht)

  • Je moet altijd de kaarsen doven voor je een vertrek verlaat.
  • Betelgeuze, een van de bekendste sterren, lijkt langzaam te doven.
  • De dood is niet het doven van het licht, maar het uitblazen van de lamp omdat de dag is aangebroken. (Tagore)

 

De overlap in betekenis is: ‘zorgen dat iets niet meer brandt’. Bij blussen gaat het om een groter vuur dan bij doven. Er is dan water nodig of ander blusmateriaal. Een branddeken heet daarom geen ‘doofdeken’ maar een blusdeken. Bij doven gaat het eerder om een vlammetje of kleine vlammetjes. Blussen kan trouwens ook figuurlijk worden gebruikt: Staat je mond in brand na te veel sambal, blus dan niet met koud bier maar met thee. Bij doven lijkt de figuurlijke betekenis minder vaak voor te komen, Maar toch kunnen we best zeggen: Na de eerste bevlogenheid doofde het enthousiasme al vrij snel.

 

Is er een zinspaar te bedenken met betekenisverschil? Ja.

 

  • De brandweer blust het vuur.
  • De brandweer dooft het vuur.

 

Bij blussen denk je eerder aan een uitslaande brand, en bij doven eerder aan bijvoorbeeld een veenbrand.

 

Tot slot nog een aardig weetje voor de liefhebber. Het woord blussen komt van ‘belessen’, en dat ‘lessen’ gebruiken wij nog bij ‘dorst’. Ja, dorst kan ‘branden’, maar honger is soms lawaaiig. En daar houdt onze taal rekening mee. Want wij stillen onze honger.

bluts / buts

Er is geen verschil in betekenis.
 
bluts               
deuk, kwetsuur 
Moet je kijken, zeker door die enorme hagelbui. Allemaal blutsen in mijn auto!
 
buts               
deuk, kwetsuur 
Wat jammer, die peren. Ik heb ze laten gevallen. Allemaal gebutst.
 
Een b(l)uts kan een instulping of uitstulping zijn. Zo’n toevoeging van een -l- komt overigens wel vaker voor. Een ‘pleisterplaats’ (bijvoorbeeld een tussenstop voor trekvogels) komt via het Franse ‘paître’ van het Latijnse ‘pascere’ (laten grazen, weiden), een woord zonder -l-. Vroeger schreef men ook ‘peisterplaats’. En ‘plaveien’ deed men in het Middelnederlands met tegels die ‘paveien’ heetten. Waarom die l-toevoeging? Misschien is dat bij buts gebeurd om de betekenis te intensiveren, zoals ook ‘blaffen’ uit ‘baffen’ is ontstaan. Dus na een hagelbui waar halve tennisballen uit de lucht vallen, is het voorstelbaar dat we het hebben over een geblutste auto.
 
Toch nog even over die -l-. Hoezo intensiveren? Is dat geen verklaring alleen voor dit geval? Nee, die -l- doet wel vaker iets in die richting. Vergelijk eens ‘hinken’ met ‘hinkelen’ en ‘kreuken’ met ‘kreukelen’. Hier zorgt de toevoeging -el- voor het opdelen in kleine partjes. De vorm met -el- is een zogenoemd frequentatief, zoals ‘druppelen’ naast ‘druppen’ en ‘huppelen’ naast ‘huppen’.

bodem / grond / vloer

Er is een betekenisverschil.


bodem

grondvlak
Een kruipruimte is de ruimte tussen de bodem en de onderkant van de beganegrondvloer.


grond

grondvlak (basis voor wat zich daarboven bevindt)
Zaaien in de koude grond doe je pas in april.


vloer

grondvlak van een ruimte
Vloerisolatie is beter dan bodemisolatie omdat er 's winters ook warmte uit de grond komt.


Door de verschillen in betekenis roepen de volgende zinnen ook verschillende ruimtelijke beelden op:

  • Het koffertje viel op de bodem. (diep naar beneden)
  • Het koffertje viel op de grond. (een plein, een kamer)
  • Het koffertje viel op de vloer. (een kamer)

boeken / reserveren

De woorden verschillen in betekenis, maar er is overlap.

 

boeken          

van tevoren bestellen en betalen

Er zijn misschien nog reisbeperkingen. Daarom wacht ik liever met het boeken van zo’n duur hotel.

 

reserveren    

vrijhouden, bewaren voor later gebruik; daarover een afspraak maken

  • Ik heb een tafeltje gereserveerd, en aansluitend twee kaartjes voor de film.
  • De boeken die u hebt gereserveerd, liggen vanaf morgen voor u klaar.

 

De overlap tussen boeken en reserveren is bespreken, in de betekenis ‘vooraf regelen dat je ergens recht op hebt’. Toch is het betekenisverschil heel duidelijk: boeken is ‘vooraf kopen’ en reserveren is ‘een afspraak maken over vrijhouden of bewaren’. De verwarring ontstaat omdat bij een reservering ook vaak vooraf moet worden betaald, en omdat bijvoorbeeld in de toeristenbranche soms wordt aangegeven dat een reservering bindend is, en dat je dus moet betalen als je niet komt opdagen. Kennelijk is er dan iets meer nodig dan de algemenere, maar vrijblijvende betekenis van bespreken. En zo heeft boeken er een betekenis bijgekregen, naast ‘boekhoudkundig opschrijven’ en ‘behalen’ (winst boeken).

 

Gelukkig blijft het kernverschil duidelijk in zinnen als de volgende. Bij boeken gaat het om daadwerkelijk kopen, en bij reserveren eerder om het maken van een afspraak.

 

  • Je kunt bij het boeken van je vlucht ook een stoel reserveren.
  • Deze bungalow kun je ook direct boeken en definitief reserveren door het gevraagde bedrag over te maken.

boeket / bouquet

Er is een betekenisverschil.


boeket

bos bloemen
Hij was geen echtgenoot die wekelijks een boeketje meenam voor zijn vrouw.


bouquet

geur- en smaaksamenstelling van wijn en andere genotmiddelen; geur van parfum
Sigarenliefhebbers kunnen fijnzinnig spreken over verandering van het bouquet naarmate de sigaar kleiner wordt.


Boeket is de vernederlandsing van het Franse bouquet dat beide betekenissen heeft. Omdat bouquet niet is opgenomen in het Groene Boekje uit 2005 denken velen dat het boeket van de wijn ook goed is. En zo krijgt een spellingjury er weer een taakje bij.

bokser / boxer

Er is een betekenisverschil.

 

bokser

vuistvechter
De bokser ging al knock-out in de eerste ronde van de wedstrijd.


boxer

hondenras; boxer(short)
De lievelingshond van de jongen was een boxer.
Veel jongens dragen een boxer die boven hun broek te zien is.


Een boxer, de ruime herenonderbroek, was van oorsprong de ruim vallende korte broek die boksers, of op zijn Engels boxers, droegen. Dus nu dragen ook Nederlandse boksers boxers. En omdat een boxer ook een kleine autobus is, is de volgende zin ook voorstelbaar: Laatst zag ik een bokser in zijn boxer, samen met zijn trouwe boxer, achter het stuur van zijn boxer.

bondsstaat / statenbond

Er is een betekenisverschil.


bondsstaat

een staat met enigszins zelfstandige deelstaten
Duitsland, België en de VS zijn bondsstaten.


statenbond

een unie van nagenoeg zelfstandige staten
Nederland was in de Gouden Eeuw een statenbond; Zwitserland was dat vroeger ook, maar is nu een bondsstaat.

 

Een discutabel voorbeeld lijkt de Europese Unie.

Voor de liefhebber: het verschil loopt parallel met het verschil tussen federatie en confederatie. Een federatie of bondsstaat is een staat met deelstaten. Een confederatie of statenbond is een groep van geassocieerde, maar soevereine staten die bijvoorbeeld hun defensie of hun munt gezamenlijk hebben geregeld.

boodschappen doen / shoppen / winkelen

Er is betekenisverschil.

 

boodschappen doen

kopen van levensmiddelen

 

Als je boodschappen doet, wil je dan ook wat fruit meebrengen?

 

shoppen

winkelen, en ook recreatief rondkijken in winkels, op zoek gaan naar

 

Gisteravond al mijn tijd verdaan met shoppen op internet.

 

Ik ben nog even bij wat collega’s wezen shoppen voor creatieve ideeën.

 

winkelen

kopen van niet-levensmiddelen

 

Kleindochter winkelt met oma, en hoopt op een nieuw jurkje.

 

In het Engels heb je alleen maar het werkwoord to shop, maar onze taal kent wel drie woorden! Pardon, maar shoppen is toch Engels? Ja klopt, maar het is al eind achttiende eeuw naar onze taal komen overwaaien, en kreeg een eigen betekenis: recreatief winkelen. Dus, op de meubelboulevard op Pinkstermaandag kunt u winkelen of shoppen als u een tafeltje moet hebben of als u eens wilt zien wat er zo al te koop is. En als u aan het rondkijken bijzonder veel plezier beleeft, bent u zelfs aan het funshoppen.

 

Het criterium voor boodschappen doen lijkt heel duidelijk. Maar levensmiddelen blijft een wat vaag begrip. Je hebt ook kleding nodig; toch is dat geen levensmiddel. Laten we het er maar op houden dat het gaat om ‘alles wat je in een supermarkt kunt krijgen’, dus ook barbecueblokjes en kranten.

boord / kraag

Er is een betekenisverschil.
 
boord            
deel van een kledingstuk: de omgeslagen rand bij de hals 
Ik vind het zo eigenwijs staan als de twee kleine knoopjes in de boordpunten van mijn overhemd niet dicht zijn.
 
kraag             
deel van een kledingstuk, het deel rond de hals 
Frans Hals doet zijn naam wel eer aan met die prachtige kanten kragen op zijn schilderijen.
 
Het is wel logisch dat boord en kraag vaak verwisseld worden. Maar een boord is eerder een rand, zoals ook in het boord van een schip. Bij een overhemd is het trouwens de boord. Met kraag wordt over het algemeen een groter deel aangeduid. Kraag betekende ook ‘hals’ of het deel met luchtpijp en slokdarm, zoals nog te zien is in de uitdrukking een stuk in zijn kraag hebben voor ‘dronken zijn’. Een kraag bevat doorgaans meer kledingstof of materiaal dan een boord. Daarom spreken we ook niet van ‘matrozenboord’, en ook niet van ‘rietboord’ of ‘schuimboord’. En een boord is doorgaans sterker en strakker dan een kraag, zoals in de overigens los verkrijgbare ‘priesterboord’.
 
En een col? Dat is geen boord maar een speciale kraag: opstaand en overal even breed. Dus een matroos kan zijn matrozenkraag tot een ‘matrozencol’ ‘opbinden’? Ja, maar dat is strijdig met het ‘protocol’.

bouwval / ruïne

De woorden verschillen in betekenisassociaties. En ruïne kan ook figuurlijk worden gebruikt.

 

bouwval     

vervallen gebouw

  • De erfgenamen ruzieden decennialang over het ouderlijk huis dat inmiddels een bouwval was geworden.
  • Makelaars noemen een bouwval soms een ‘huis met veel renovatiemogelijkheden’.

 

ruïne       

overblijfsel van een gebouw, puinhoop

  • Op Kreta bezochten wij de ruïnes van het paleis van Knossos.
  • Onze partij gaat op de ruïnes van het vorige kabinetsbeleid de samenleving opnieuw opbouwen.

 

Gemeenschappelijk is: ‘het gebouwelijk overschot’, ‘dat wat er overblijft van een gebouw’. Let wel het gaat om een gebouw, want bij een schip heet het een wrak.

 

Twee woorden met ongeveer dezelfde betekenis, maar er zijn wel zeven mogelijke verschillen in betekenisassociaties.

 

1. Bij een ruïne denk je eerder aan verwoesting, bijvoorbeeld oorlogen rond een kasteel. Een ruïne is vaak het resultaat van ‘ruïneren’. Bij een bouwval gaat het eerder alleen om het verval zelf.

 

2. Door de associatie met verwoesting is de staat van verval ook erger. Een bouwval laat vaak meer zien van het oorspronkelijke bouwwerk dan een ruïne.

 

3. Een ruïne heeft vaak een hogere ouderdom dan een bouwval. Bij een ruïne denk je eerder aan de resten van een oude tempel, bij een bouwval kan het ook gaan om een gebouw van een halve eeuw oud.

 

4. Een ruïne is vaak groter in omvang dan een bouwval. Er bestaat overigens ook een woord voor een kleine bouwval, namelijk krot.

 

5. Er lijkt ook verschil in materiaal. Een ruïne is altijd van steen, maar een bouwval kan ook een scheefgezakt houten schuurtje zijn met een ingestort zinken dak.

 

6. Er is ook verschil in schoonheid. Een bouwval is armoedig maar een ruïne is indrukwekkend of mooi. Je spreekt niet zo gauw van ‘een schilderachtige bouwval’, maar reisgidsen kunnen wel pronken met ‘schilderachtige ruïnes’.

 

7. En tot slot, er is ook verschil in ‘renovatieperspectief’. Bij een bouwval denk je eerder aan dat goedkope tweede huisje in Frankrijk dat je zo graag wilt opknappen. Bij een ruïne heb je toch veel minder die aandrang, als dat al mogelijk zou zijn.

 

Zo intrigerend is onze taal. Als er wat overblijft van een bouwwerk, dan hebben wij daar twee woorden voor. Maar kijk eens wat ze kunnen oproepen aan verschillen! Als alle verwante woorden zoveel verschillen zouden hebben, dan werd deze rubriek nog interessanter.

brand / vuur

Er is een betekenisverschil.

 

brand

vernietigend vuur

 

Benzinetanks moeten, in verband met brandgevaar, leeg en ontlucht zijn.

 

vuur

verschijnsel waarbij een materiaal bij een bepaalde temperatuur in een reactie met zuurstof licht en warmte verspreidt

 

De brandweerinspectie heeft alle uniformen met de oude vuurgevaarlijk kraag laten vervangen door exemplaren die vervaardigd zijn van brandvertragende polyamide.

 

Met brand wordt het negatieve effect van vuur bedoeld. Daarom hebben we het niet over een vuurverzekering en spreken we niet over moord en vuur schreeuwen, gaan we ons niet de brand uit de sloffen lopen, en delen we niet mee Wij zijn nu uit het vuur. Dus Ik sta in brand is negatief? Ja, dat dacht u misschien. Wat wordt er dan vernietigd in de volgende liefdesdroom?

 

Zijn handen zijn overal, ik sta in brand, ik trek zijn hoofd naar me toe.

 

Taal blijft altijd onberekenbaar. Omdat brand negatief is, zou je naast De brand is geblust niet verwachten Het vuur is geblust. Toch kan dit omdat vuur ook het aspect gevaarlijk in zich draagt. Uitgedacht? Neem dan kampvuur en campingbrander. Al die kleine ondoorgrondelijkheden verwarren mij niet meer, maar zetten mij taalkundig in brand en vlam.

brei / brij

Er is een betekenisverschil.


brei

breien (breide, heeft gebreid)
Kijk, op die foto brei ik een trui.


brij

pap
Vroeger aten we vaak rijstebrij met bruine suiker en kaneel.


De uitdrukking om de hete brij heen draaien vind je op internet vaker met ei. Dit is ook niet verwonderlijk, want voordat officiële spellingregelingen van kracht werden, werd ook vaak hete brei gespeld. De spellingregelaars hebben echter in hun ondoorgrondelijke wijsheid wel stampei toegelaten naast stampij, maar niet brei naast brij.


De variatie ei-ij kent meer woordparen. Voor andere struikelblokken kijkt u bij bereiden / berijden.

brein / hersenen

Er is een klein betekenisverschil


brein

hersenen, bewustzijn, denkvermogen
De visie in het boek Wij zijn ons brein vind ik nogal beperkt.


hersenen

centraal gedeelte van het zenuwstelsel dat zich in de schedelholte bevindt
Kan een hersenschudding blijvend hersenletsel veroorzaken?


Brein betekent ook 'hersenen', maar duidt nu toch eerder op cognitieve vermogens, zoals in: Wie is het brein achter deze operatie? Vroeger had ook hersenen deze betekenis. Anders hadden we het wel over breinschimmen en breingymnastiek. O ja, en er is nog een ander meervoud van hersenen: Haal het niet in je hersens! Het meervoud met -s is iets minder deftig.


Voor meer voorbeelden van woorden met een meervoud op -en en op -s kijkt u bij aardappelen / aardappels.

bres, in / op

Er is geen betekenisverschil.


Een bres is een gat in een verdedigingsmuur.

  • Je kunt een persoon gaan beschermen door voor hem in de bres te springen.
  • Je kunt een persoon blijven beschermen door voor hem op de bres te staan.


De uitdrukkingen worden overigens dikwijls door elkaar gehaald. Maar het zou overdreven zijn om in de bres staan als contaminatie af te keuren. Bres betekent immers 'gat', en je kunt heel goed in een gat staan. Maar op de bres springen is toch wat vreemd. Wie springt er nu op een gat?

broos / bros / fragiel

Er is een betekenisverschil.

 

broos

breekbaar, vergankelijk
Hij sprak met broze stem over het zo broze geluk van hun veertigjarig huwelijk.


bros

breekbaar, gemakkelijk te kruimelen
Gietijzer heeft niet zo’n goeie treksterkte, omdat het nogal bros is.


fragiel

breekbaar, teer
Het vertrouwen van de ondernemers is nog niet geheel terug, het blijft fragiel.


We spreken niet van een fragiel beschuitje, maar wel van een fragiel meisjesgezicht. Chocola is niet broos, maar gezondheid wel. En het beschuitje is ook niet broos, maar bros, net als de brosse chocola.

brullen / schreeuwen

De woorden verschillen in sterkte, en schreeuwen heeft nog een andere betekenis.

 

brullen           

bijzonder hard schreeuwen, ook van wilde dieren

  • De korporaal brulde een of ander bevel tegen me, maar ik kon het niet verstaan.
  • Dit is om te brullen van het lachen.
  • Ze zeggen dat ook olifanten brullen, maar ik noem het liever trompetteren.

 

schreeuwen       

een heel hard geluid voortbrengen; dringend nodig hebben.

  • Schreeuw niet zo tegen me! Ik ben niet doof.
  • Eindelijk een goede transfer, want dit Feyenoord schreeuwt om zo’n creatieve speler.

 

Bij brullen en schreeuwen gaat het in beide gevallen om het maken van een hard geluid, maar brullen is doorgaans iets sterker. Ook wordt wel gesuggereerd dat schreeuwen eerder een hulpvraag is (je brult niet om hulp) en brullen eerder een uiting van woede zou zijn. Maar dit onderscheid vindt geen steun in het taalgebruik. Brullen kan zelfs ook ‘huilen’ betekenen: Zo aangrijpend toen ik dat zag, heb op de bank echt een potje zitten brullen.

 

Heel bijzonder is dat we brullen ook kunnen gebruiken bij dieren, althans bij wilde dieren, want koeien loeien. En nog extra bijzonder is dat dit dan niet geldt voor elk wild dier want herten burlen. Maar misschien komt dit omdat herten toch wat minder wild zijn dan leeuwen. En uiteraard zijn er nog andere woorden voor het maken van harde geluiden. Nog sterker dan brullen is bulderen. Nog drie voorbeelden van verwante woorden: Als iemand pijn heeft of heel erg bang is, en daarbij hoge geluiden voortbrengt, heet het gillen. Als het harde geluid extra doordringend is, bijvoorbeeld bij meeuwen en baby’s, dan heet het krijsen. Als het geluid wat minder hard is, bijvoorbeeld bij schapen en ook weer bij baby’s, dan heet het blèren.

 

Tot slot nog twee vragen voor de echte taalliefhebber die tijd over heeft om voorbeelden te zoeken.

 

1. Het woord schreeuwen kent nog een ander gebruik in het bekende voorbeeld van synesthesie (vermenging van zintuiglijke waarneming), schreeuwende kleuren, waarin een auditieve kwalificatie wordt gekoppeld aan een visueel begrip. Zijn er meer voorbeelden te geven, en misschien ook synesthetische voorbeelden van brullen?

 

2. In welke zin lijkt de inhoud van het bevel beter hoorbaar?

 

Hij brulde een bevel.

 

Hij schreeuwde een bevel.

 

Of anders geformuleerd: Is brullen qua betekenis meer gearticuleerd dan schreeuwen? Of is het juist andersom. Benieuwd naar commentaar.

buigen / bukken

Er is een betekenisverschil.

 

buigen 

krommen, voorover hellen met het bovenlichaam (ook uit eerbied)

 

De jonge officier boog als een knipmes en verliet het vertrek.

 

bukken 

diep voorover buigen met het bovenlichaam

 

Mijn rugklachten zijn verminderd nu ik bij het bukken ook de knieën buig.

 

Bij het bukken blijven de knieën vaak recht, maar dat is niet noodzakelijk. Want als u gebukt onder een laag poortje doorgaat, buigt u meestal ook uw knieën. Wanneer u naar Japan gaat, is het nuttig om te weten dat daar de diepte van het buigen een welomschreven betekenis heeft: met een lichte buiging begroet u iemand, iets dieper buigen betekent iemand bedanken, en nog dieper buigen staat voor een verontschuldiging.

 

Er zijn nog drie woorden waarin iets gebeurt met het hoofd en/of de knieën:

 

knielen 

zich op de knieën laten zakken

 

Niet elke kerkganger gaf gehoor aan het verzoek om te knielen voor gebed.

 

nijgen 

eerbiedig groeten met een lichte buiging van het hoofd en vaak een klein knikje in de knieën

 

Op de trappen van de Ridderzaal nijgen Koning en Koningin naar de vaandels van de verschillende legeronderdelen. 

 

hurken 

een zithouding aannemen met gebogen knieën en je billen vlak boven je hielen 

 

Hoe kun je nu rustig de krant lezen op die Franse toiletten waar je moet hurken! 

 

Verwar nijgen (neeg-genegen) niet met neigen (neigde-geneigd). Zie hierover het verwarpar nijgen / neigen. 

 

Intrigerend blijft hurken in op de hurken zitten. Waar zitten die hurken? Tot nu toe heeft niemand kunnen achterhalen welk deel van het menselijk lichaam wordt bedoeld. De hurken worden, samen met de lurven, gerekend tot de fictieve lichaamsdelen. In iemand bij de lurven grijpen kun je nog denken aan oren, schouders of de ‘vet-zwemband’ rond het middel. Maar hurken? Misschien het samenstel van achterkant bovenbeen en kuit wanneer ze in contact komen met elkaar?

 

De vijf woorden in één zin? Ja dat kan. 

 

De ballerina liep naar voren, neeg lichtjes haar hoofd met een kleine schouderbuigingnaar links, zette toen een knielende bukbeweging in waardoor ze even bijna op haar hurken zat; werkelijk een ravissante reverence! 

 

En wanneer doet de ballerina dat? Wanneer ze achter de coulissen van de bukmeester het teken krijgt om applaus te halen. Maar zo iemand zou ik dan toch liever aanduiden met buigmeester.

buis / pijp

Er is een subtiel betekenisverschil.

 

buis 

langwerpig, hol, cilindrisch voorwerp, ‘het aanzicht van buiten’

 

Foto’s van verroeste gasbuizen dienden als bewijsstuk voor nalatigheid in onderhoud.

 

pijp 

langwerpig, hol, cilindrisch voorwerp, ‘wat er doorheen gaat’

 

Rusland gaat meer olie naar China exporteren via een nieuwe pijpleiding. 

 

Een buis en een pijp komen overeen in de betekenis ‘koker’, maar het verschil zit in het aspect ‘buitenkant-binnenkant’. Dat zie je ook aan de maataanduiding. Voor de dikte van een buis is de buitendiameter de maat, voor de pijp de binnendiameter. En de wand van een buis is vaak gladder en dunner. Het onderscheid ‘buiten-binnen’ zorgt er ook voor dat combinaties zoals de volgende vreemd klinken:

 

  1. broeksbuis, kachelbuis, regenbuis 
  2. beeldpijp, de pijp van Eustachius, reageerpijp, tunnelpijp

 

In de voorbeelden bij 1 gaat het eerder om wat er door zo’n ‘buis’ heengaat, de binnenkant. Daarom is het broekspijp, enz. In de voorbeelden onder 2 ligt het accent op de buitenkant of de totale omvang, inclusief de wand. Daarom is het beeldbuis, de buis van Eustachius, enz. En wat is een aannemelijke verklaring voor de naam de Pijp, een wijk in Amsterdam? Die wijk heet zo omdat het verkeer daar door nauwe straten moet; hier dus ook het accent op ‘wat er doorheen gaat’.

 

Het is zo’n mooi onderscheid: ‘buiten-binnen’. Maar toch valt er wel iets op af te dingen. Wanneer we spreken over de mode in broekspijpen bijvoorbeeld, bedoelen we toch de buitenkant of de vorm. En de buis van Eustachius kan toch verstopt raken? Het gaat dan echter om de binnenkant. Laten we het er maar op houden dat het taalgebruik altijd grilliger is dan welk onderscheid dan ook.

 

We hebben dus buis en pijp, voor ‘een weg in een holle ruimte’. Dat lijkt al wat overdadig. Maar onze taal kent nog minstens drie andere woorden, terwijl we toch best zouden kunnen leven met: gehoorpijp, darmpijp, liftpijp. Maar nee, onze taal trakteert ons ook nog op gehoorgang, darmkanaal en liftschacht. Dankjewel!

 

Een buis en een pijp zijn beide hol. En hoe heet dan een niet-holle buis of pijp? Daarvoor hebben we woorden als staaf en stang. Een staaf (van goud of banket) is doorgaans niet rond, maar een stang (van een fiets of een gewei) doorgaans wel. O ja, weer die rijkdom, we kennen ook nog roe(de) voor gordijntjes of traplopers of – ‘héél, héél vroeger – die twijgjes van de assistent van de Sint.

buitenlands / buitenslands

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in combinatiemogelijkheden.


buitenlands

uit, van, in, voor het buitenland (bijvoeglijk naamwoord)
Deze universiteit heeft veel buitenlandse studenten uit China.


buitenslands

in het buitenland (bijwoord)
Deze universiteit streeft ernaar dat haar studenten ten minste één semester buitenslands studeren.


Dus, een buitenslands gediplomeerde kan een Nederlander zijn die zijn diploma in het buitenland heeft behaald, en die persoon heeft dan een buitenlands diploma.


De woorden verschillen in woordsoort en dus ook in gebruik. Buitenlands is een bijvoeglijk naamwoord en buitenslands een bijwoord. Het is dus ook een onderhands huurcontract en iets ondershands regelen. Hier volgen nog enkele bekende struikelblokken, de eerste variant is telkens het bijvoeglijk naamwoord, de tweede variant het bijwoord:

  • onverwacht / onverwachts
  • recent / recentelijk
  • respectieve / respectievelijk
  • tevergeefs / vergeefs

 

In dergelijke woordparen zijn woorden op -elijk bijwoord (recentelijk, respectievelijk). Daarom is het een herhaalde waarschuwing, maar iemand herhaaldelijk waarschuwen.

burcht / kasteel

Er is een heel klein betekenisverschil.


burcht

extra versterkt kasteel
De Burcht van Praag is veel meer dan een kasteel. Hij bevat ook paleizen en een klooster.


kasteel

versterkt (middeleeuws) adellijk woonhuis
Tsjechië is beroemd om zijn prachtige burchten en kastelen.


Voor kasteel wordt ook slot gebruikt: het slot Loevestein. Het Franse woord voor kasteel, chateau, komt ook in het Nederlands voor, maar dan bedoelt men een wijnhuis of wijnkasteel.

burgerlijke staat / burgerlijke stand

Er is een betekenisverschil.


burgerlijke staat

iemands rechts- en handelingsbevoegdheid
Burgerlijke staat: geregistreerd partnerschap.

 

burgerlijke stand

afdeling in gemeentehuis met registers over geboorte, overlijden, huwelijk, enz.
Na de geboorte van een kind moet u daarvan aangifte doen bij de burgerlijke stand.

 

Voor burgerlijke staat wordt soms ook burgerlijke stand gebruikt. Meestal geeft dit geen verwarring, maar bij burgerlijke stand denkt men toch eerder aan een ambtelijke afdeling met registers waarin iemands burgerlijke staat beschreven staat.

 

En ja, u geeft uw kind aan bij de burgerlijke stand, alsof het nu al iets onbehoorlijks gedaan zou hebben. Trotse vaders geven hun kind liever op, maar het gaat hier om aangifte in een neutrale betekenis.

buurt / wijk

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar verschillen wel in betekenisnuance.

 

buurt       

onderdeel van stad of dorp, meer als sociale eenheid

In onze buurt zijn de laatste jaren steeds meer gezinnen met jonge kinderen komen wonen.

 

wijk       

onderdeel van stad of dorp, meer als bestuurlijke of administratieve eenheid

Hier vlak buiten het dorp wordt een nieuwe wijk gebouwd van zo’n 200 huizen.

 

Het verschil tussen buurt en wijk kan in twee woorden worden samengevat: ‘sociaal’ tegenover ‘bestuurlijk’. Een buurt was oorspronkelijk een groepje huizen bij elkaar, waarin de bewoners dus buren zijn. Een buurt is daarmee intiemer dan een wijk. Die intimiteit of nabijheid zien we ook terug in een uitdrukking als uit de buurt blijven. Het woord wijk komt van een Latijns woord voor woonplaats, zoals in Oisterwijk of Wijk aan Zee. Een wijk is doorgaans groter dan een buurt. Ook heeft buurt vaak nog de betekenisassociatie ‘iets langere geschiedenis’, en roept wijk soms op dat het ook om een architectonische eenheid gaat. Maar er zijn ook oude wijken, en ook buurten kunnen een bepaalde bouwstijl hebben. Je zou het onderscheid ook zo kunnen formuleren: een buurt is ‘organisch’ en een wijk is ‘organisatorisch’.

 

Het onderscheid ‘sociaal-administratief’, ach dat wist je eigenlijk wel. Wij spreken niet over de hoerenwijk, en ook niet over een krantenbuurt, en een wijkapp klinkt wel erg afstandelijk. Ook buurtzuster en nieuwbouwbuurt klinken vreemd. En zou je met wijkbemiddeling burenruzies kunnen oplossen? Over de ongerijmdheid van deze voorbeelden zijn we het snel eens. Maar, deze rubriek wordt pas interessant als we ons taalgevoel subtieler kunnen testen. Twee keer twee woorden. Bij welke woorden ga je fronsen?

 

buurtcafé-wijkcafé; buurtkroeg-wijkkroeg

 

Met buurtcafé en buurtkroeg is niets mis. Maar een wijkcafé lijkt eerder een café dat de gezelligheid van een ouderwets buurtcafé moet uitstralen, maar toch in een moderne wijk ligt. En wijkkroeg versterkt dat effect nog eens. Nog een paar voorbeelden.

 

buurtagent-wijkagent; buurtregisseur-wijkregisseur

 

Een agent is een overheidsdienaar, dus zou het betekenisaspect ‘bestuurlijk’ alleen de combinatie wijkagent moeten opleveren. Waarom komt dan toch ook buurtagent voor? Tja, daarmee geef je aan dat zo’n agent vooral let op het sociale aspect van de woonomgeving.

 

Bij buurtregisseur en wijkregisseur is het onderscheid minder duidelijk. Maar als je zoekt naar taakomschrijvingen op internet, dan vind je het volgende: Bij een wijkregisseur gaat het eerder om het onderhoudsniveau van een wijk en bijvoorbeeld het vergunningenbeleid, dus het bestuurlijke aspect. Bij een buurtregisseur gaat het eerder om iemand die zorgt dat alle betrokken partijen ook daadwerkelijk met elkaar overleggen. Wat zou ik graag horen over een gemeente waarin een wijkregisseur en een buurtregisseur samenwerken om een stadsdeel levendig te houden.

cadans / cadens

Er is een betekenisverschil.

 

cadans

ritmische beweging
De jazzmusici maakten indruk met hun hypnotiserende cadansen en uitgesponnen jams.

 

cadens

harmonische afsluiting of solopassage (muziekterm)
Vivaldi was in zijn tijd beroemd door zijn prachtig geïmproviseerde cadensen.

 

Zelfs muziekkenners halen deze woorden voor 'ritme' en 'harmonie' door elkaar. Maar u moet cadens toch maar niet gebruiken voor de cadansen van de cavalerie.

« Vorige1....56789....36Volgende »
Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.