Er is een betekenisverschil.

 

bokser

vuistvechter
De bokser ging al knock-out in de eerste ronde van de wedstrijd.


boxer

hondenras; boxer(short)
De lievelingshond van de jongen was een boxer.
Veel jongens dragen een boxer die boven hun broek te zien is.


Een boxer, de ruime herenonderbroek, was van oorsprong de ruim vallende korte broek die boksers, of op zijn Engels boxers, droegen. Dus nu dragen ook Nederlandse boksers boxers. En omdat een boxer ook een kleine autobus is, is de volgende zin ook voorstelbaar: Laatst zag ik een bokser in zijn boxer, samen met zijn trouwe boxer, achter het stuur van zijn boxer.