menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

Kies een letter
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

alcoholicus / alcoholist

Er is geen verschil in betekenis, wel soms een klein verschil in taalsfeer.

 

alcoholicus 

alcoholverslaafde

 

Hij schreef ooit over zichzelf: “Ik ben alcoholicus, verslaafd aan drugs én een genie.”

 

alcoholist 

alcoholverslaafde

 

Ik ben geen alcoholist – nou ja, wel een stevige drinker.

 

Het woord alcoholicus klinkt wat deftiger: een academicus is eerder alcoholicus, en een arbeider alcoholist. Hoewel, het standsverschil verdwijnt wanneer ze elkaar ontmoeten op een AA-avond (van anonieme alcoholisten).

 

Met een duidelijk betekenisonderscheid tussen de uitgangen -icus en -ist wil het niet zo vlotten. De uitgang -icus is van oudsher gereserveerd voor woorden van niet-Germaanse herkomst. Daarom zeggen we geen bloemicus maar bloemist, en geen chemist maar chemicus. Soms is er in beroepsaanduidingen wel een heel subtiel verschil. Vergelijk botanicus en botanist, neerlandicus en neerlandist. Bij de vormen met -icus denk je iets eerder aan ‘afgestudeerd in’ en bij de vormen met -ist iets eerder aan de ‘beoefenaar’. 

 

Maar bij alcoholverslaving gaat het niet om een beroepsaanduiding. Dus hier is dat onderscheid niet relevant. Wel komt het woord alcoholist veel vaker voor dan alcoholicus, dus de vorm met -icus zal op den duur wel verdwijnen. Tenzij we natuurlijk een sterker onderscheid kunnen maken dat wel navolging krijgt. Er is al een interessante suggestie gedaan. Alcoholist ben je als je je patiënt voelt, als je niet kunt stoppen zonder hulp en je omgeving tot last bent. Alcoholicus ben je als je eigenlijk wel weet dat je heel veel drinkt, maar als je daar goed mee kunt leven. En dan kunnen beide woorden in één zin: Nee, ik noem mezelf geen alcoholist maar alcoholicus, want ik functioneer prima.

 

Nog een vraagje: hoe spreekt u de tweede -o- uit? In alcoholicus is het de o van ‘dool’ en van ‘holistisch’, maar in alcoholist de o van ‘dol’ en van ‘alcohol’. Vreemd, die lange klinker in alcoholicus. Dat komt natuurlijk door die ene -l-, vergelijk ‘dolen’ en ‘dollen’. Maar waarom dan niet in alcoholist? Nou ja, u hoort het verschil waarschijnlijk niet meer wanneer u wat meer gedronken hebt.

algemeen, in / over  

Er is een betekenisverschil.


in het algemeen

globaal, afgezien van details
In het algemeen klonk zijn betoog wel verstandig, maar af en toe had hij echt een kronkelredenering.


over het algemeen

meestal
Over het algemeen is hij heel plichtsgetrouw.


Dus: Over het algemeen doet hij alleen maar in het algemeen verslag van zijn vakanties, maar gisteren moesten we zelfs de mislukte foto’s zien.

alleen / eenzaam

Er is betekenisverschil.
 
alleen             
zonder een ander 
Zij kwam alleen te staan met een dochtertje van zeven maanden.
 
eenzaam        
ongewenst alleen, verlaten     
Ik ben graag een dag alleen, maar als ik dan ’s avonds niemand gesproken heb, voel ik me bij het slapen gaan wel wat eenzaam.
Ik liep door een eenzame straat, maar toen ik de bocht om ging, bleek ik daar niet alleen te lopen.
 
Aan het voorbeeld bij alleen is te zien, dat het woord ook een iets ruimere betekenis heeft: ‘zonder medewerking van een ander’. En alleen heeft ook de betekenis ‘uitsluitend’. Hier wordt alleen ‘alleen’ besproken in tegenstelling met eenzaam.
 
De woorden alleen en eenzaam komen samen in een intrigerende boektitel: Eenzaam maar niet alleen, de memoires van koningin Wilhelmina. Zij voelde zich innerlijk ‘eenzaam aan de top’ in haar zo bijzondere functie, maar zij was uiterlijk niet alleen, altijd omringd door adviseurs, politici en mensen die iets van haar wilden. Toch bedoelde zij nog iets anders. In haar voorwoord schrijft zij dat ze zich altijd ‘Door God geleid’ heeft geweten. Dit betekent dat zij zich innerlijk niet alleen voelde, dus uiteindelijk ook niet eenzaam?

allemaal / iedereen

De woorden verschillen in betekenisnuancering, en worden ook verschillend gebruikt.

 

allemaal     

allen of alle samen

  • Goedemorgen allemaal.
  • Waar zijn de koekjes? Heb jij ze allemaal opgegeten!

 

iedereen     

alle personen

  • Ach, zoiets overkomt iedereen wel eens.
  • Wat was de verkiezingsslogan van de Tegenpartij? “Geen gezeik, iedereen rijk.”

 

De gezamenlijke betekenis is ‘allen’. Bij iedereen gaat het alleen om personen, maar bij allemaal ook om dieren en dingen. Bij allemaal gaat het om een aanspreekvorm, die ietwat buiten het zinsverband valt, aan het begin of het einde van de zin. Allemaal, een fijne vakantie toegewenst! Bij iedereen gaat het om een zinsdeel, bijvoorbeeld een lijdend voorwerp: Hij keek iedereen indringend aan. Je kunt natuurlijk ook zeggen: Iedereen een fijne vakantie toegewenst, maar dan is iedereen een zinsdeel (meewerkend voorwerp). Allemaal kan wel verwíjzen naar een ander zinsdeel, zoals in: Waar zijn die koekjes allemaal gebleven?

 

Het onderscheid tussen allemaal en iedereen hangt samen met het onderscheid tussen het geheel en de delen. Als je een bepaalde groep wilt aanduiden kun je de groep als geheel bedoelen. Maar je kunt ook het accent leggen op de leden van de groep afzonderlijk. Dit wordt wel het onderscheid ‘collectief-distributief’ genoemd. Dit onderscheid zien we ook bij andere verwante woordparen. Bijvoorbeeld verscheidene (collectief) en verschillende (distributief). Ook speelt dit verschil soms een rol bij het gebruik van elk en ieder, en misschien ook wel bij het gebruik van veel en vele: veel argumenten (eerder collectief; het geheel) en vele argumenten (eerder de onderscheiden argumenten). Het bekendste voorbeeld is misschien wel de taalvraag over een aantal mensen heeft of hebben. Maakt het enkelvoud of meervoud hier verschil? Ja, zou je zeggen. Als een aantal mensen mij kwam feliciteren, roept dat eerder de associatie op een aantal personen op hetzelfde moment langskwam. Maar je gebruikt eerder een meervoud als die mensen door de dag heen afzonderlijk op bezoek kwamen. 

 

Is hiermee dit verwarpaar ontward? Ja, een beetje. Maar onze taal is grillig genoeg om ook nog andere betekenissen toe te laten, en die passen slechts bij één van de twee woorden. Allemaal kan ook ‘heel veel’ betekenen: Als je mazelen hebt, heb je allemaal bultjes. En ook ‘alleen maar’: Bij de ogentest voor kleuren zag ik allemaal zwarte rondjes. Iedereen is het tegenovergestelde van ‘niemand’, maar met deze betekenis kom je niet uit in: Je bent niet iedereen, niet de eerste de beste. Hier betekent iedereen zoiets als ‘zomaar iemand’. En nu maar hopen dat niet iedereen zich afvraagt waar deze extra informatie allemaal voor nodig is.

alles behalve / allesbehalve  

Er is een betekenisverschil.


alles behalve

alles met uitzondering van
Je krijgt van mij alles behalve het horloge.


allesbehalve

helemaal niet
Hij is allesbehalve vriendelijk.


Soms zijn beide notaties te verdedigen, omdat beide betekenissen mogelijk zijn. Vergelijk:

  • Dwaze vaders zijn alles behalve dwaas.
  • Dwaze vaders zijn allesbehalve dwaas.


In een enkel geval betekenen twee woorden aaneen iets anders dan wanneer er een spatie tussen staat. Voor een lijst met woordparen waarbij een spatie betekenisverschil geeft, kijkt u bij achter elkaar / achterelkaar.

alliteratie / allitteratie  

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

De betekenis van het woord is 'gelijkheid van beginmedeklinkers' (wij weten wel wat wij willen). De spelling met twee t's is wellicht ontstaan onder invloed van het woord letter. De spelling met één t is nu gebruikelijker. Vergeet niet de tweede l.


Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

almaar / alsmaar  

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling en stijl.


De woorden almaar en alsmaar zijn spellingvarianten met een klein stijlverschil. Almaar klinkt wat deftiger dan alsmaar, misschien doordat het vooral in schrijftaal voorkomt. Waar komt de s vandaan? De s in alsmaar lijkt een tussen-s, maar is het niet. Het gaat hier namelijk om het woordje als dat aan het Jiddisch is ontleend, en daarin 'steeds' betekent.

alpaca / lama

Beide dieren behoren tot de ‘kameelachtigen zonder bult’. Maar er zijn duidelijke verschillen. En er zijn nog andere betekenissen.

 

alpaca           

Zuid-Amerikaans ‘bergschaap’

  • Wist je dat alpacawol veel warmer is dan schapenwol?

 

lama              

Zuid-Amerikaanse ‘berggeit’

  • De lama wordt ook wel het ‘schip van de Andes’ genoemd.

 

Als u op een kinderboerderij beide dieren ziet rondlopen, zijn de volgende drie verschillen heel duidelijk: 

  1. de huid: een alpaca heeft een vacht, een lama heeft haren. Vandaar ‘bergschaap’ tegenover ‘berggeit’.
  2. de oren: een alpaca heeft puntige oren die recht omhoog wijzen, een lama heeft ‘bananenoren’ die naar binnen toebuigen.
  3. de grootte: een alpaca is kleiner dan een lama. Het verschil is ongeveer 1 meter tegenover 1,5 meter.

 

En er zijn nog meer verschillen. De kop, of liever gezegd de ‘snuit’, van een alpaca is veel compacter en oogt veel vriendelijker. De kop van een lama lijkt meer op die van een kameel.

 

Een alpaca is ook zachter van karakter, en meer een kuddedier. Een lama is sterker en kan ook als lastdier gebruikt worden. Omdat een alpaca vriendelijker oogt, denken veel mensen dat alleen een lama spuugt als die boos is, maar ook alpaca’s doen dat. Met al deze kennis kunt u uw verblijf op de kinderboerderij verder veraangenamen.

 

Heel aardig is dat onze taal beide woorden nog in een andere betekenis kent. Alpaca is ook een goedkopere variant van zilver, een legering met nikkel en een beetje koper en zink. Het wordt ook wel ‘hotelzilver’ genoemd. Waarom deze naam? Is het de licht geelrode gloed die deed denken aan alpacawol? Nee het was de naam van het Duitse bedrijf dat deze zilverlegering in de handel bracht: Alpaka. Dat bedrijf had de alpaca als logo. En lama is ook het woord voor een Tibetaanse boeddhistische monnik. Denk aan de ‘dalai lama’ (waarin dalai ‘groot’ betekent). De betekenissen ‘zilverlegering’ en ‘monnik’ zorgen uiteraard niet voor verwarring. Omdat Tibet ver van Peru ligt zul je geen zin tegenkomen als: De lama kwam op een lama het dorp binnen. En de volgende zin is ook heerlijk vergezocht: Het kunstig vormgegeven alpacabestek werd in een alpacafoedraal bewaard. Aan u de beslissing of die foedraal van wol is gemaakt of dat het om de inhoud gaat.

als / indien / wanneer  

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in stijl.


als

voorwaarde, tijd (minder formeel)
Ik kan morgen langskomen als het u schikt.

 
indien

voorwaarde (schrijftaal)
Wij kunnen elkaar morgen ontmoeten indien dit gewenst is.


wanneer

tijd, voorwaarde (meer formeel)
Ik kan morgen langskomen wanneer het u schikt.


De drie woorden geven een voorwaarde aan, maar wel in verschillende stijlen. Bij wanneer speelt soms het tijdsaspect iets meer een rol: op het moment dat het u schikt. En bij als is de voorwaarde soms belangrijker: op voorwaarde dat het u schikt. Soms kan dat ook nog gebruikt worden voor deze drie synoniemen: het is voor iedereen beter als, indien, wanneer, dat er snel een besluit valt.

als ook / alsook  

Er is een betekenisverschil.


als ook

indien ook, wanneer ook
Piet gaat mee als ook Marie meegaat.


alsook

en ook
Zowel Piet alsook Marie gaat mee.


In de betekenis en ook horen we één hoofdklemtoon: alsóók.


In een enkel geval betekenen twee woorden aaneen iets anders dan wanneer er een spatie tussen staat. Voor een lijst met woordparen waarbij een spatie betekenisverschil geeft, kijkt u bij achter elkaar / achterelkaar.

alvorens / voordat  

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in stijl.


alvorens

voordat (heel formeel)
U bent genoodzaakt eerst punten in te wisselen alvorens u verder kunt sparen.


voordat

eerder dan
U moet eerst punten inwisselen voordat u verder kunt sparen.


Na alvorens kan ook het hele werkwoord komen: alvorens verder te sparen. Mocht u meer variatie willen: voor u verder kunt sparen. En ook heel formeel: vooraleer u verder kunt sparen.

ambachtslieden / ambachtslui  

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in stijl.


Sommige beroepsaanduidingen hebben een meervoud op -lieden en op -lui. Beide vormen zijn goed. Wel is er stijlverschil. De vorm met -lui doet wat ouderwets aan, maar ook de vorm met -lieden is al wat verouderd; ambachtsmannen (en ambachtsvrouwen) is meer hedendaags. Andere woorden met een meervoud op -lieden en -lui:

  • kooplieden / kooplui
  • stuurlieden / stuurlui
  • zakenlieden / zakenlui

ambtenaars / ambtenaren  

Er is geen betekenisverschil.


Sommige woorden hebben een meervoud op -en en op -s. Doorgaans is er geen betekenisverschil, wel kan er een stijlverschil zijn. Voor meer van deze woordparen kijkt u bij aardappelen / aardappels.


In sommige gevallen is er wel verschil in betekenis, zoals bij portieren / portiers. Voor meer voorbeelden daarvan kijkt u bij curatoren / curators.

ammunitie / munitie

Er is geen betekenisverschil, wel soms verschil in gebruik.

 

ammunitie

schietvoorraad voor vuurwapens (verouderd)

Op deze kaart uit de Tweede Wereldoorlog staan de ammunitiedepots van het Duitse leger.

 

munitie

schietvoorraad voor vuurwapens, ook figuurlijk ‘argument op voorraad’

Hoeveel munitie mag een wapenverlofhouder in huis hebben?

 

De vorm met ‘am-’ schijnt ontstaan te zijn uit een verkeerde interpretatie van het Franse la munition dat men hoorde als l’amunition. De vorm met ‘am-’ is verouderd. Maar het zou van fijnzinnig taalgevoel getuigen wanneer munitie-hobbyisten onderscheid maken tussen ammunitie (uit oudere oorlogen) en munitie (hedendaags moordmetaal).

 

Ook een argument kan als kogel of schietvoorraad worden gebruikt. In deze figuurlijke betekenis komt alleen munitie voor: Laten we geen munitie verschaffen aan mensen die toch al hun gevoel boven het verstand stellen.

amoreel / immoreel

Er is een klein verschil in betekenis.

 

amoreel                     

zonder besef van wat goed of slecht is

 

De politieke filosofie van Machiavelli is amoreel omdat ‘goed of slecht’ geen rol speelt in zijn visie op staatsbestuur.

 

immoreel                   

in strijd met gedrag dat als goed wordt beschouwd

 

Waarom zou veel kinderen krijgen immoreel zijn en veel geld verdienen niet!

 

In beide gevallen gaat het om een ontkenning, zoals in ‘asociaal’ en ‘immobiel’. De ontkenning betreft in dit geval niet het moreel maar de moraal: ideeën over goed en slecht. Zie over dit verschil elders in het Verwarwoordenboek. In amoreel wordt het besef ontkend, en in immoreel het gedrag. Beide woorden in één zin? Al die ondoorzichtige bankproducten zijn verzonnen in een amoreel systeem dan leidt tot immoreel gedrag.

 

Toch is het wel voorstelbaar dat beide woorden door elkaar worden gebruikt. Wat kies je in de volgende zin? Ik vind het amoreel/immoreel om deze subsidie te gebruiken voor eigen gewin. Als het gaat om het gebrek aan moreel besef waaruit een bepaald gedrag voortkomt, dan is het amoreel. Als het gaat om het gedrag, dan is immoreel verkieslijker. Maar in veel gevallen is het niet nodig om een onderscheid te maken tussen ‘besef’ en ‘gedrag’. Dan is de keuze vrij.

 

ampel / amper  

Er is een betekenisverschil.


ampel

uitvoerig, gedetailleerd
We hebben de zaak grondig besproken en zijn na ampele overwegingen tot een conclusie gekomen.


amper

nauwelijks, nog maar net
Ik heb zo’n spierpijn dat ik amper kan lopen.


De woorden ampel en amper betekenen vaak elkaars tegendeel. Vergelijk de volgende zinnen:

  • U bent ampel in de gelegenheid gesteld uw mening kenbaar te maken. Uw spreektijd is nu voorbij.
  • U bent amper in de gelegenheid gesteld uw mening kenbaar te maken. Daarom geef ik u nu eerst het woord.

 

Nu u het verschil doorhebt, kunt u beide woorden zelfs in één zin gebruiken: Na ampel beraad waren zij amper in staat hun besluit te motiveren. Overigens wordt ampel weinig gebruikt, meestal alleen om deftig aan te geven dat er zeer uitvoerig is gesproken. En na ampel beraad is vaak een eufemisme voor een vergadering die nogal uit de hand liep.

analogie, met / van  

Er is geen betekenisverschil.


naar analogie met

met als voorbeeld, geïnspireerd door
Naar analogie met de nummering van auto’s wordt nu ook een tracering van wapens voorgesteld.


naar analogie van

met als voorbeeld, geïnspireerd door
Naar analogie van de Duitse U-Bahn hadden we de metro ook O-spoor kunnen noemen.


Er is wel beweerd dat naar analogie met een vermenging, een contaminatie, is van analoog met (overeenkomstig met) en naar analogie van. Maar dan is het wel zo’n frequent gebruikte vermenging dat het geen zin heeft om die af te keuren. Hetzelfde geldt overigens voor analoog met, waarin sommigen een vermenging zien van analoog aan en overeenkomstig met. Ook hier zijn beide uitdrukkingen juist.

anders / verschillend

De woorden geven een miniem verschillend perspectief op ‘ongelijkheid’, en de woorden worden ook anders gebruikt.

 

anders

niet gelijk, de vergelijking gaat ‘één kant op’, afwijkend:

A is anders dan B, of B is anders dan A; ook: vreemd

  • Mijn benadering van deze kwestie is heel anders dan die van jou.
  • De meerderheid is voor deze maatregel, maar wij kijken daar anders tegen aan.

 

verschillend

niet gelijk, de vergelijking is ‘over en weer’, onderling afwijkend:

A en B zijn verschillend

  • Wij gaan het helaas niet eens worden, onze benadering is heel verschillend.
  • Hebben jouw dagen steeds dezelfde indeling? Nee, dat is erg verschillend.

 

Het verschil tussen anders en verschillend zit in het woordje ‘onderling’: anders is ‘afwijkend’, verschillend is ‘onderling afwijkend’. Daarom kun je wel zeggen Ik ben anders maar niet Ik ben verschillend. Toch kan er soms verwarring optreden. Er was ooit een persconferentie van twee ministers met heel kritische vragen over het overheidsbeleid, en die ministers leken niet dezelfde visie te hebben. Op een gegeven moment zei een van de ministers:

 

  • Misschien staan we hier ook een beetje anders in.

 

“Aha”, reageerde een journalist, “dus u geeft toe dat u van mening verschilt met uw collega.” Waarop de minister antwoordde: “Nee, wij staan hier beiden anders in dan de mensen die kritiek hebben op het overheidsbeleid.”

 

Moeilijke vraag: Betekenen de volgende zinnen precies hetzelfde?

 

  • Wij zijn zo anders.
  • Wij zijn zo verschillend.

 

Sommige taalgebruikers voelen hier een subtiel verschil. Bij anders gaat het eerder om het innerlijk vreemd zijn voor elkaar, en bij verschillend gaat het eerder om uiterlijk waarneembare verschillen.

 

Het woordje anders heeft ook nog andere betekenissen. Twee daarvan zien we in het volgende fragment uit een moeder-dochtergesprek

 

  • Je moet eerst je kamer opruimen. Anders mag je niet op je iPad.
  • Maar ik heb mijn kamer opgeruimd!
  • Nou, daar zie ik anders niks van.

 

Anders kan ook betekenen ‘in het andere geval’ of ‘in dát andere geval. En anders kan ook de betekenis ‘eigenlijk’ of trouwens’ hebben. In beide betekenissen speelt de ontkenning een belangrijke rol: Als je je kamer niet opruimt, dan … En: Ik vind dat je je kamer niet hebt opgeruimd, dus … Natuurlijk kan het zijn dat in het laatste voorbeeld de dochter vindt dat ze haar kamer wel heeft opgeruimd, maar dan wordt daar dus verschillend over gedacht.

angst / vrees

Er is een heel klein verschil.

 

angst              

gevoel van benauwdheid door dreigend gevaar of onheil

 

Na de gasontploffing zat de angst er goed in bij de buurtbewoners.

 

vrees              

gevoel van beklemming door dreigend gevaar of onheil

 

Ik deel niet de vrees dat door deze maatregel de wijk verder zal verpauperen.

 

De woorden worden vaak door elkaar gebruikt. Maar toch is er een – lastig te omschrijven – klein verschil. Kijkt u mee naar de volgende woorden:

 

            faalangst                     hoogtevrees

            slikangst                      pleinvrees

            vliegangst                    smetvrees

 

In deze samenstellingen zijn de woorden niet inwisselbaar. Hoe zit dat? Voor angst en vrees zijn de volgende onderscheidingen zijn voorgesteld: 1. Angst is ingebeeld maar vreesheeft een concreet object. 2. Angst is een reactie op een bestaande situatie, bij vrees is die situatie er nog niet. Maar deze onderscheidingen verklaren niet waarom we niet kunnen spreken van faalvrees of hoogteangst, enz. 

 

De volgende twee onderscheidingen lijken beter te verdedigen. 1. Angst is iets heftiger dan vrees. Je krijgt dan als het ware nauwelijks adem meer, vandaar ‘benauwing’ in de omschrijving. 2. Vrees duurt vaak iets langer dan angst, vandaar ‘beklemming’ in de omschrijving. Het verschil is dan gebaseerd op intensiteit én duur.

 

Tegenvoorbeelden? Ja die zijn er. Want woorden als bindingsangst en levensangst laten zien dat ook angst een duur-aspect kan hebben. Misschien gaat het duur-verschil niet in alle gevallen op, maar het verschil in intensiteit houdt (nog) wel stand. Tenminste wanneer u ook een klein verschil ervaart tussen examenangst en examenvrees, liftangst en liftvrees.

 

Tot slot nog twee verwante woorden: bang zijn en schrik. Schrik is heftige angst door een plotselinge, gevaarlijke situatie. En Ik ben bang dat is een vaak iets zwakkere variant van vrees, en ook iets minder stijf dan ‘Mijn vrees is dat’.

antedateren / antidateren  

Er is geen betekenisverschil.


Beide vormen zijn juist. De betekenis is: 'dateren op een datum die al voorbij is'. Daarom denken mensen die Latijn hebben gehad, vaak dat het ante moet zijn. Immers, ante betekent 'vooraf', zoals in antecedenten (voorafgaande feiten). Anti zou volgens hen alleen 'tegen' betekenen, zoals in antidepressivum.

 

Maar het woord antidateren schijnt uit latere varianten van het Latijn ontleend te zijn. Toen betekende anti ook 'vooraf'. Denk aan anticiperen (op voorhand inspelen op). En u eet ook niet iets 'tegen pasta' wanneer u een antipasta eet 'voorafgaand aan de pasta'. Zo bezien is antidateren eigenlijk even goed.

apparaat / instrument

De woorden verschillen in betekenis, en hebben ook nog andere betekenissen.

 

apparaat       

kleine ‘machine’ die activiteiten verricht, hulpmiddel bij het functioneren van de samenleving.

  • In de meeste keukens staan tegenwoordig wel drie huishoudelijke apparaten.
  • In deze gemeente heeft de raad totaal geen zeggenschap meer over het ambtelijk apparaat.

 

instrument

‘gereedschap’ voor precisiewerk, ‘werktuig’ voor muziek, middel (vaak voor een hoger doel)

  • De mondhygiëniste had verzuimd haar instrumenten te ontsmetten.
  • Hoeveel verschillende instrumenten zijn er minimaal in een fanfareorkest?
  • Wat vind jij van het boek ‘Integraal management als instrument voor verandering’?

 

In de uitleg staan nog drie woorden die ook om ontwarring vragen: machine, gereedschap en werktuig. Het zijn alle drie woorden met als kernbetekenis ‘hulpmiddel bij een handeling’. Het meest algemene woord is gereedschap. Een stuk gereedschap is een eenvoudig instrument, zoals bijvoorbeeld in tuin- en timmergereedschap. Een werktuig is een groot en zwaar gereedschap, en een ouder woord voor een eenvoudige mechanische 

machine. Denk aan de ploeg als oudste landbouwwerktuig. Een machine bestaat vaak uit

meer onderdelen en werkt alleen op een (niet-menselijke) energiebron. Wel zijn er uitzonderingen: een typemachine werkt op menselijke energie, en bij landbouwwerktuigen

gaat het nu om machines. En dan is er ook nog toestel, zoals in tv-toestel en 

gymnastiektoestel. Hier gaat het niet zo zeer om de wérking van een apparaat of een werktuig, maar eerder om het object zélf, vergelijk bijvoorbeeld fotoapparaat en 

fototoestel.

 

En geheel terzijde: apparaat en instrument kennen ook nog een abstracter meervoud dat de diversiteit uitdrukt van de ‘hulpmiddelen voor menselijke handelingen’. Behalve de concrete apparaten en instrumenten hebben we ook apparatuur en instrumentarium.

 

Wat zou het aardig zijn als onze taal ook samenstellingen laat zien waarbij de verschillen duidelijk tot uiting komen. Ik vond er twee. Bij een scheerapparaat denk je aan een mannelijke kin, maar bij een scheermachine toch eerder aan schapen. En bij 

tandartsapparatuur denk je eerder aan de behandelstoel met toebehoren, maar bij 

tandartsinstrumentarium toch eerder aan fijne tangetjes.

arbeid / werk

Er is soms een miniem verschil in betekenis en gebruik.
 
arbeid            
inspanning (lichamelijk, geestelijk) voor productie van goederen en diensten, vaak met aspect ‘krachtsinspanning’ of ‘gericht op levensonderhoud’ 
Ik vind dat je wel hard moet werken voor deze arbo-opleiding arbeid- en organisatiedeskundige.
 
werk              
inspanning (lichamelijk, geestelijk) voor productie van goederen en diensten, vaak met aspect ‘betaalde arbeid’ of ‘taak’ of gericht op ‘bouwen aan de wereld’. Ook: plek waar je naartoe gaat om arbeid te verrichten. 
Hij kwam somber thuis na een ruzie op zijn werk.
 
De verschillende aspecten vinden we ook terug in Je verrícht arbeid en Je hébt werk. Je kunt niet thuiskomen na een ruzie op je arbeid. Het verschil tussen het iets meer basale levensonderhoud en het meer scheppend bouwen aan de wereld is met enige goede wil nog terug te vinden in seizoensarbeider (fruitplukkers) en ICT-medewerker.
 
Maar, het verschil is lang niet altijd aanwezig. Anders zouden we wel de Dag van het Werk vieren, of ’s avonds aan de arbeid zijn in onze moestuin, of op zaterdag vrijwilligersarbeid verrichten. En waarom spreken we niet over Arbeid aan de winkel of Vele handen maken lichte arbeid? Omdat ook ‘werk’ behoorlijk inspannend kan zijn.
 
O ja, voor Vlamingen betekent een bord Verboden op het werk te komen geen verbod van een stakingscomité. ‘Werk’ betekent hier bouwterrein.

aroma / geur

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar toch is er een kenmerkend verschil.

 

aroma           

geur, karakteristieke geurstof, vloeistof die smaak en geur geeft aan eten en drinken

  • Het aroma van koffie schijnt uit wel 800 stofjes te bestaan.
  • Je hebt tegenwoordig zelfs maggi aroma vegan!

 

geur               

(meestal) aangename prikkeling van het reukzintuig

Huis verkopen? Bak een appeltaart. De geur ervan geeft een aangename sfeer.

 

Het is heel begrijpelijk dat de woorden door elkaar worden gebruikt. Immers, als de geurstof, het aroma, aangenaam is, dan merken we dat door de aangename prikkeling van het reukzintuig. Maar strikt genomen is het aroma de stof die de geur verspreidt.

 

Geur is meestal een aangename reuk. Wat streling (aangename aanraking) doet op de huid, doet geur in de neus. Bij geur kent onze taal een neutrale en een positieve variant, net zoals bij ‘beroemd-bekend-berucht’: geur-reuk-stank. Maar onze taal is lenig genoeg om ook te spreken over een onaangename geur (stinkt iets minder dan stank). En geur kan in combinatie met vreter – in schoen, auto, koelkast of kattenbak – zelfs een eufemisme zijn voor stank.

 

Beide woorden in één zin? Ja, dat kan.

 

  • Dit koffiearoma is speciaal gemaakt voor onze nieuwe geurmachine.
  • De bloemblaadjes van de jasmijn worden eerst door de bladeren van de theeplant gemengd, zodat het aroma en de geur van de jasmijnbloesem zich goed kunnen verspreiden.

 

Het woord geur is nogal algemeen. Daarom hebben we in onze taal ook bouquet voor de bijzondere geureigenschappen van wijn of likeur. En met een knipoog naar ‘boeket’ betekent bouquet ook: bosje kruiden om een soep of saus te aromatiseren. Nog een vraag. Wat is de eerste associatie bij het verkleinwoord geurtje, negatief of positief? Een mini-veldonderzoek leert dat de eerste associatie overwegend negatief is. Bijvoorbeeld: Die zaak heeft een geurtje. Als je dat geurtje toch prettig vindt, moet je een kwalificatie toevoegen. Bijvoorbeeld een aangenaam geurtje. Benieuwd naar andere inzichten.

artritis / artrose

 

De woorden verschillen in betekenis.

 

artritis                      

ontsteking in het gewrichtskapsel

  • Door artritis in zijn wijsvinger kon hij maandenlang niet pianospelen.

 

artrose                      

slijtage van kraakbeen in gewrichten, vaak door overbelasting

  • Artrose komt vaak voor in de knie, dan heet het een versleten knie.

 

Artritis wordt ook wel verward met jicht, vooral als het gaat om knobbeltjes in handen en voeten. Toch zijn de verschillen hier groot. Bij jicht heb je te veel urinezuur in je bloed en dat slaat dan als urinekristallen neer op gewrichtskapsels, bijvoorbeeld in je grote teen. Bij artritis valt je eigen lichaam ten onrechte gezonde cellen aan in een gewrichtskapsel, met als gevolg een ontsteking van het slijmvlies aan de binnenkant van dat kapsel.

 

Artrose wordt ook wel verward met reuma. Maar reuma heeft altijd een ontsteking als oorzaak. Daarom is artritis wel een reumatische aandoening, maar artrose niet. Wel kan artritis leiden tot artrose, en ook andersom.

 

Op medische sites is nog veel meer informatie te vinden, maar deze korte uitleg volstaat voor een verantwoord taalgebruik. En bovendien, deze rubriek gaat niet over de  beweeglijkheid in het lichaam, maar over de beweeglijkheid in taal.

 

 

arts / dokter

Er is een (klein) verschil in gebruik.

 

arts

persoon die het beroep van geneeskundige mag uitoefenen

 

De vereniging Artsen zonder Grenzen heeft zich uit dit oorlogsgebied moeten terugtrekken.

 

dokter

persoon die de geneeskunde mag uitoefenen, aanspreektitel voor arts; ook figuurlijk gebruikt buiten de geneeskunde

 

Is er een dokter in de zaal?

Op televisie repareerde een tv-dokter een oude beeldbuis.

 

Omdat dokter ook de aanspreektitel is van een arts, is dokter iets informeler, iets meer spreektaal dan arts. Bij arts ligt het accent op het beroep, bij dokter op de persoon die het beroep uitoefent. Misschien is zo ook te verklaren dat in samenstellingen met specialisaties – waarin het niet om de persoon of de aanspreekvorm gaat – altijd arts wordt gebruikt: dus niet bedrijfsdokter en sportdokter, maar bedrijfsarts en sportarts. Wel komt ook de vorm kinderdokter voor, vooral in de omgang met kinderen (die altijd wat minder formeel is).

 

Opmerkelijk is dat samenstellingen die beginnen met dit beroep een voorkeur hebben voor dokter. De woorden artsenpraktijk en dokterspraktijk zijn ongeveer even frequent, maar niemand spreekt over een artsadvies, artsjas, artstas of artsverklaring.

 

Daarnaast lijkt in samenstellingen met ‘dokter’ het accent te verschuiven naar de aanpak of de werkwijze van een arts, zonder dat de bedoelde functionaris ook echt een medicus is. Zo bestaan er bomendokters, computerdokters, huizendokters en waterdokters. Een bomendokter ‘geneest’ in zekere zin nog zieke bomen, en een computerdokter repareert computers, maar een huizendokter maakt huizen niet beter en een waterdokter adviseert waarschijnlijk over watermanagement. Er is blijkbaar een behoefte om ogenschijnlijk minder aantrekkelijke omschrijvingen als ‘adviseur’, ‘reparateur’ en ‘monteur’ te vervangen door ‘dokter’. Daarbij associëren we ‘dokter’ steeds minder met geneeskunde.

 

Ten slotte: Het woord geneesheer is in onbruik geraakt, vanwege ‘heer’. En een chirurg is meer dan een dokter of arts, omdat hij of zij gespecialiseerd is in specifieke operaties.

« Vorige12345....36Volgende »
Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.