Er is soms een miniem verschil in betekenis en gebruik.
 
arbeid            
inspanning (lichamelijk, geestelijk) voor productie van goederen en diensten, vaak met aspect ‘krachtsinspanning’ of ‘gericht op levensonderhoud’ 
Ik vind dat je wel hard moet werken voor deze arbo-opleiding arbeid- en organisatiedeskundige.
 
werk              
inspanning (lichamelijk, geestelijk) voor productie van goederen en diensten, vaak met aspect ‘betaalde arbeid’ of ‘taak’ of gericht op ‘bouwen aan de wereld’. Ook: plek waar je naartoe gaat om arbeid te verrichten. 
Hij kwam somber thuis na een ruzie op zijn werk.
 
De verschillende aspecten vinden we ook terug in Je verrícht arbeid en Je hébt werk. Je kunt niet thuiskomen na een ruzie op je arbeid. Het verschil tussen het iets meer basale levensonderhoud en het meer scheppend bouwen aan de wereld is met enige goede wil nog terug te vinden in seizoensarbeider (fruitplukkers) en ICT-medewerker.
 
Maar, het verschil is lang niet altijd aanwezig. Anders zouden we wel de Dag van het Werk vieren, of ’s avonds aan de arbeid zijn in onze moestuin, of op zaterdag vrijwilligersarbeid verrichten. En waarom spreken we niet over Arbeid aan de winkel of Vele handen maken lichte arbeid? Omdat ook ‘werk’ behoorlijk inspannend kan zijn.
 
O ja, voor Vlamingen betekent een bord Verboden op het werk te komen geen verbod van een stakingscomité. ‘Werk’ betekent hier bouwterrein.