menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

S
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

sausen / sauzen

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

Een zelfstandig naamwoord op -s krijgt in het meervoud doorgaans een z: laars-laarzen, hals-halzen. In enkele gevallen blijft de s staan, omdat die in het meervoud ook gehoord wordt: impulsen, tendensen, walsen. In sommige gevallen zijn s en z beide goed, omdat beide uitspraakvarianten frequent voorkomen, zoals bij sausen / sauzen. Voor meer voorbeelden kijkt u bij forensen / forenzen.

 

Sausen of sauzen komt ook nog voor als werkwoord met de betekenis: 'een muur verven'. Het gebruik van de s of de z veroorzaakt bij het vervoegen van de werkwoorden een verschil in schrijfwijze. Het is sausen-sauste-gesaust of sauzen-sausde-gesausd.

sceptisch / septisch

Er is een betekenisverschil.

 

sceptisch

twijfelend aan een goede afloop, vol bedenkingen
Oppositiepartijen blijven sceptisch over voorstellen kabinet.

 

septisch

ziektekiemen bevattend, rottend
Een septische put, of op zijn Engels 'septic tank', is eigenlijk een beerput.

 

Sceptisch wordt uitgesproken met een k maar ook zonder, net zoals in scène. Hetzelfde geldt voor scepter. Beide uitspraken zijn goed. Er zijn taalgebruikers die de voorkeur geven aan de k-uitspraak om verwarring met septisch te voorkomen. Maar die kans is erg klein. Ook een zin als de volgende is duidelijk met een s-uitspraak: Onze dokter is nogal sceptisch over de antiseptische werking van bergamotolie.

schamen, zich schamen om / over / tegenover / voor

Er is geen verschil in betekenis, wel soms in gebruik.

 

zich schamen om

zich ongemakkelijk of schuldig voelen, zich generen
Zij schaamde zich om wat hij allemaal raaskalde.

 

zich schamen over

zich generen (vaker: over een activiteit)
Zij schaamde zich over het drankmisbruik van haar echtgenoot.

 

zich schamen tegenover

zich generen voor iemand
Zij schaamde zich tegenover haar echtgenoot. Ze had niet zo lomp moeten reageren.

 

zich schamen voor

zich generen (vaker: een eigenschap)
Zij schaamde zich voor het gebrek aan inlevingsvermogen van haar echtgenoot.

 

Soms lijkt het of zich schamen over eerder wijst op iets dat schaamte opwekt en zich schamen voor eerder wijst op wat men heeft nagelaten. Maar dit onderscheid is te subtiel.

scheef / schuin

De woorden betekenen hetzelfde, maar er is toch een onderscheid.

 

scheef             

afwijkend van verticaal of horizontaal, niet de bedoeling

 

Deze toren begint op die van Pisa te lijken, hij staat al wat scheef.

 

schuin            

afwijkend van verticaal of horizontaal, wel de bedoeling

 

Ze hebben daar een klimwand die schuin voorover hangt.

 

De betekenis is gelijk: ‘niet evenwijdig met iets anders’. Maar waarom zeggen we dan niet: hier scheef tegenover, scheefschrift, een scheefmarcheerder of een schuingezakt huis, een schuine kantlijn en een schuine neus? Een aannemelijke verklaring is dat het aspect ‘bedoeling’ een rol speelt. Een schuin dak is zo gebouwd. Maar als het dak scheef staat, is dat een fout. Je kunt iets met verstek schuin afzagen, maar als je iets scheef hebt afgezaagd, was dat niet de bedoeling. Een boekenkast kan scheef staan, maar bij een schuine boekenkast denken je toch eerder aan een bijzonder ontwerp met verspringende boekenplanken.

 

Een paar probleempjes misschien. We zeggen: Dat geeft scheve ogen. Maar we kunnen ook iemand schuins aankijken (met stuurse blik). Dat kan bedoeld of onbedoeld. En bij een schuine bocht (geen 90 graden) en een scheve bocht (wegdek helt een beetje in richting van de bocht) hoeft het verschil ook geen rol te spelen. Maar bij figuurlijk taalgebruik gaat het onderscheid weer wel op: de zaak loopt scheef, schuinsmarcheerder, schuine moppen.

 

Toegift: het verschil met krom? Dan gaat het om een ronding. Een scheve schaats (figuurlijk) is een niet-bedoelde afwijking, maar een kromme schaats moet je gewoon laten slijpen.

schemerachtig / schemerig

 

De woorden verschillen nauwelijks in betekenis, hooguit in ‘sterkte’.

 

schemerachtig

een beetje schemerig

  • Rond kerst is het bij bewolkt weer vaak midden op de dag nog schemerachtig.
  • Al die bezorgers, zijn dat nu zelfstandigen of werknemers? Het blijft een schemerachtig gebied.

 

schemerig

tussen licht en donker, vaag             

  • Als je overbelicht, gaan de details van de schemerige achtergrond verloren.
  • Aansprakelijkheid bij bedrijfsongevallen, dat is maar al te vaak een schemerig gebied.

 

Het achtervoegsel -ig betekent ‘lijkend op. En het achtervoegsel -achtig betekent ‘een beetje lijkend op’. Bij -achtig gaat het dus om een kleine afzwakking. Vergelijk groenig –groenachtig, heuvelig – heuvelachtig. Maar let op, dit gaat om bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden:

zoetig – zoetachtig, rotsig – rotsachtig. Bij werkwoorden betekent -achtig vaak ‘geneigd tot’: 

vergeetachtig, weifelachtig.

 

Intrigerend is dat -achtig ook ‘houdend van’ kan betekenen: Ik ben niet zo regelachtig. En zo kan een woord op -achtig twee betekenissen krijgen:

 

  • Niet museumachtig en toch genieten van de Nachtwacht? Dat kan in ons zorgcentrum.
  • Nabij de sluis zien we tien museumachtige boothuizen in aanbouw.

 

En het kan zelfs in één zin: Ik ben niet zo pasta-achtig, maar kreeg wel een pasta-achtig gerecht voorgeschoteld.

 

Nog een vraag. Er bestaat ook een achtervoegsel -erig, soms met een wat negatieve betekenis. Zie elders in het Verwarwoordenboek onder aanhalig-aanhalerig. Bij hout bijvoorbeeld zijn alle drie achtervoegsels mogelijk: hout – houtachtig – houterig – houtig. Hoe ik ook zoek, ik vind geen andere voorbeelden. En u?

 

Zin in probleempjes? Nog twee dan.

 

1. Het achtervoegsel -ig heeft ook een andere betekenis, zoals in taalkundig, wiskundig. Hier betekent het niet ‘lijkend op’ maar maakt het van een zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord. Is er een woord te bedenken dat -ig in deze twee betekenissen bij zich kan hebben?

 

2. Woorden op -achtig hebben de klemtoon op het woorddeel ervoor:  aapachtigen, 

huichelachtig,  enz. Maar er zijn ook woorden met de klemtoon op -áchtig met een versterkende betekenis: waarachtig, reusachtig. Hoe verklaren we dit? Geen idee. En nog een puntje: Er zijn ook mensen die huicheláchtig zeggen. Bedoelen die dan de versterkende betekenis, dus het tegenovergestelde van húichelachtig? Al die betekenisnuanceringen, het blijft een schemerig – nee een schemerachtig gebied.

schep / schop

Er is een klein betekenisverschil.

 

schep              

een steel met een blad voor het opscheppen van los materiaal

 

Vraag maar aan dat meisje of je met jouw schep mag helpen bij haar strandkasteel.

 

schop             

een steel met een blad voor graafwerkzaamheden

 

Zo iconisch voor Nederland, die polderjongens met hun schoppen over de schouders als wapens tegen het dreigende water.

 

Het verschil tussen schep en schop is het verschil tussen ‘scheppen’ en ‘graven’. De woorden worden wel door elkaar gebruikt omdat je bij scheppen ook altijd een beetje graaft en omdat je bij graven natuurlijk ook schept. Maar een schop is doorgaans robuuster dan een schep, meer geschikt voor het zwaardere werk. Daarom spreken we ook eerder van een kinderschepje dan van een kinderschopje. En daarom spreken we ook eerder van een kolenschop dan van een kolenschep. Bovendien heeft het blad van een schep nog vaak opstaande randen.

 

En een spade? Dat is een schepschop of een schopschep, maar wel met een ander blad: smal en rechthoekig, bedoeld voor het omwerken (omspitten) van de bovenste grondlaag. Dus met een spade spit je, met een schep schep je, en met een schop graaf je. Maar als je niet zo vaak tuiniert dan is elke steel-met-blad goed.

schilderatelier / schildersatelier

Er is een klein betekenisverschil.

 

schilderatelier

een atelier waar geschilderd wordt
De lichtval in het schilderatelier was helaas verre van ideaal.

 

schildersatelier

een atelier voor schilders
Naast de ruimte waar de beeldhouwers werkten, bevond zich het schildersatelier.

 

Zie voor andere voorbeelden van (mogelijk) betekenisverschil in samenstellingen met een tussen-s bij beheersysteem / beheerssysteem.

schilderij / schildering

Er is een betekenisverschil.

 

schilderij

schilderstuk op doek of paneel
Aan de wand hing een prachtig schilderij.

 

schildering

schilderstuk op een groter vlak (muur, plafond, vloer)
Op de wand was een prachtige schildering aangebracht.

 

Een fresco is dus geen muurschilderij maar een muurschildering.

schoft / schurk

De woorden worden door elkaar gebruikt. Toch lijkt er een klein verschil in gebruik.

 

schoft            

gemene vent, gewetenloze kerel

 

Wat een schoft! Van leerlingen blijf je af!

 

schurk                       

gemene vent, gewetenloze kerel

 

Wat was de naam van die zogenaamde makelaar? Wat een schurk!

 

Het woord schoft betekent ook nog ‘schouder van een groot dier’ en ‘schuif in een sluis’. En schurk betekent ook ‘wrijfpaal’; vergelijk ook ‘zich aanschurken tegen’. Maar deze kennis helpt ons weinig verder in onze verkenning van het zo kleine verschil tussen deze twee woorden.

 

Een poging om verschil te maken legt het accent op het systematisch karakter van de ‘gemeenheid’. We kennen wel schurkenstaten maar geen schoftenstaten. Een schurk is altijd een schurk, maar een schoft is iemand die zich incidenteel als een schoft gedraagt. Bij een schurk lijkt het meer te gaan om het karakter, en bij een schoft eerder om het gedrag. Maar deze poging geeft geen overtuigend resultaat. Want iemand kan een schurkenstreek én een schoftenstreek uithalen.

 

Een betere poging om verschil te maken gaat via gradatie. Vraag maar eens aan iemand wat erger is, een schoft of een schurk. Tien tegen één dat u als antwoord krijgt dat een schoft nog erger is dan een schurk. Soms wordt dan nog gewezen op de verkleinwoorden. Immers, het verkleinwoord schurkje kan soms ook liefkozend worden gebruikt. Maar dit argument klopt niet. Want ook schoffie kan niet-negatief gebruikt worden. Ik zou dan liever de bijvoeglijke naamwoorden als ‘bewijs’ aanvoeren, en zeggen dat schofterig veel erger ‘klinkt’ dan schurkachtig. 

schransen / schranzen

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

In sommige gevallen zijn s en z beide goed omdat beide uitspraakvarianten frequent voorkomen. Voor meer voorbeelden kijkt u bij forensen / forenzen.

 

Het gebruik van de s of de z veroorzaakt bij het vervoegen van deze werkwoorden een verschil in schrijfwijze. Het is schransen-schranste-geschranst of schranzen-schransde-geschransd.

secondair / secundair

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

Het woord voor 'bijkomstig' of 'in tweede instantie' wordt meestal gespeld als secundair. Opmerkelijk genoeg wordt de spelling secondair ook goed gerekend, terwijl het woord seconde hier toch geen rol speelt. En het is ook onwaarschijnlijk dat het Engelse secondary voor 'ondergeschikt' hier een rol heeft gespeeld.

 

Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

sedert / sinds

Er is geen betekenisverschil.

 

sedert

vanaf een bepaalde tijd, sinds
Hij is sedert drie weken spoorloos.

 

sinds

vanaf een bepaalde tijd, sedert
Sinds hij in januari een hartaanval kreeg, is hij nooit meer in het schuurtje geweest.

 

Sinds is veel gebruikelijker. Beide woorden kunnen als voorzetsel worden gebruikt: Sinds vorige week maandag is het mooi weer, en als voegwoord: Sedert hij een attaque kreeg, is hij nooit meer de oude geworden.


Soms ligt bij sedert het accent iets meer op de hele periode tot nu toe, en bij sinds op het startpunt van de periode. Vergelijk de voorbeelden: sedert drie weken en sinds januari. Dit onderscheid gaat echter niet altijd op, want in sinds jaar en dag wordt sinds ook gebruikt voor de periode tot nu toe.

selderie / selderij

Dit zijn nevenvormen.

 

selderie         

moesplant (apium graveolens) waarvan blad, stengel en knol worden gegeten.

Ik vind selderiezout net iets beter geschikt voor dit gerecht.

 

selderij          

moesplant (apium graveolens) waarvan blad, stengel en knol worden gegeten.

Vandaag eten we nog restjes van de selderijsalade van gisteren.

 

Waarom deze nevenvormen? Een dialectvorm in de standaardtaal? Maar dat is geen verklaring. Want waarom dan, en welk dialect? Misschien een gezaghebbend historisch kookboek. Nee, niet gevonden. Wel lijkt selderie de oudste rechten te hebben. Het woord schijnt via het Frans (céleri) onze taal te zijn binnengekomen. De Franse herkomst verklaart ook waarom selleriesalade veelvuldig voorkomt.

 

Dan misschien een verklaring via de klankverschuiving in onze taal uit de zestiende eeuw, waarin de ie-klank een ij-klank werd? Dan blijft er wel eens een ‘ie’ buiten schot zoals in ‘kiekeboe’ naast ‘kijken’. Nee, ook dit lijkt niet aannemelijk. Het woord selderie kwam ongeveer een eeuw later in onze taal. Dan misschien selderij om het duidelijker te onderscheiden van de ‘ie’ in ‘peterselie’?

 

Wacht, dat zou mooi zijn! De ‘ie’ voor het selderieblad en de ‘ij’ voor de bleekselderij (stengels) en de knolselderij (wortel)?  Nee, ook bij de blaadjes is selderij frequenter dan selderie. U mag dus kiezen. Maar met ‘ie’ behoort u tot een kleine minderheid. Over een paar jaar eens kijken of selderie is verdwenen of alleen wordt gebruikt voor de poedervorm. O ja, en als u niet wilt kiezen, dan maakt u seldersoep. (De variant selder is vrij gebruikelijk in Vlaanderen.)

sera / serums

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in stijl.

 

Enkele woorden van Griekse of Latijnse herkomst kennen een klassiek meervoud én een Nederlands meervoud. De klassieke meervouden klinken iets deftiger. Voor meer woordparen met een klassiek en een Nederlands meervoud kijkt u bij bases / basissen.

sfeer / stemming

De woorden verschillen in betekenis, maar er is ook een kleine overlap.

 

sfeer

hoe iets voelt om je heen

Nee, deze ploeg is niet gewend om te spelen in een vijandige sfeer.

 

stemming

hoe iets voelt in jezelf

Je kunt sombere stemmingen beter hanteren wanneer je jezelf dwingt om te gaan wandelen of in de tuin te werken.

 

Het woord sfeer komt van een Grieks woord dat ‘bol’, ‘globe’ of ‘kring’ betekent, denk aan 

atmosfeer (letterlijk: dampkring). De betekenis ‘kring’, en iets ruimer ‘omgeving’, zien we ook terug in invloedssfeer. Beide woorden in één zin: Als er op een feest geen sfeer heerst, raak je vanzelf ook in een minder goede stemming.

 

Het woord stemming heeft niet alleen heel andere betekenissen – in de muziek, tijdens verkiezingen enz. – maar ook een betekenis die dicht bij ‘gemoedstoestand’ zit,  namelijk ‘gezamenlijke gemoedstoestand’. In die betekenis overlapt het met sfeer. Dus de volgende zinnen zijn beide mogelijk:

 

In de klas heerste een uitgelaten sfeer.

In de klas heerste een uitgelaten stemming.

 

En nu een vraag voor de taalliefhebber die graag de nuancering zoekt: Is er verschil? Ja, probeer ik voorzichtig. Bij sfeer lijkt het eerder te gaan om iets tússen de kinderen ín de klas als geheel. Maar bij stemming lijkt het eerder te gaan om de individuele kinderen. Dus een verschil tussen collectief en distributief, tussen groep en individuen? Als, met nadruk op áls, dit waar is, zien we hier een zelfde onderscheid als tussen een aantal mensen heeft en een aantal mensen hebben of tussen Tien jaar is wel erg lang en Tien jaar zijn nu verstreken. Zie over dit onderscheid een eerdere publicatie Tussen de Regels (2000, pag. 16-23).

slagen, in / voor

Er is een betekenisverschil.

 

slagen in

bereiken wat men als doel heeft
Hij zal er wel in slagen om een baan te vinden.

 

slagen voor

met goed gevolg een examen afleggen
Hij is geslaagd voor zijn rijbewijs.

slibtong / sliptong

Er is geen betekenisverschil.

 

Velen denken dat deze kleine tong een slibtong heet omdat die zich in het slib ophoudt. Heel begrijpelijk, maar niet juist. Deze tong is heel klein, en slipt daarom door de mazen van een gewoon net heen. Daarom wordt een sleepnet gebruikt. Misschien gebruiken restaurants vaak slibtong om te verhullen dat die tong zo klein is, maar de officiële spelling is sliptong. Toch wel jammer dat nu het woord sliptong bezet is. Anders had onze taal nog een mooi woord vrij voor de vertaling van slip of the tongue.

smaakloos / smakeloos

Er is een betekenisverschil.

 

smaakloos

zonder smaakstoffen
Dit water is absoluut smaakloos.

 

smakeloos

met weinig smaak, lelijk
De kamer was smakeloos ingericht.

 

Voor meer woordparen waarbij een e tot een betekenisverschil kan leiden, kijkt u bij bandeloos / bandloos.

smerig / vies / vuil

Er is geen betekenisverschil, wel verschil in gebruik.

 

smerig

verontreinigd, niet lekker (iets sterker dan vies)
De peuters hadden zo gekliederd. Het was echt een smerige rotzooi.

 

vies

verontreinigd, niet lekker
Ik vind haaienvinnensoep vies, om niet te zeggen smerig.

 

vuil

verontreinigd (vaak minder vochtig dan smerig en vies)
Na een halve dag was zijn overhemd al vuil.

 

Alle drie de woorden kunnen ook figuurlijk gebruikt worden: Dat is echt een smerig, vies, vuil zaakje.

sober / zuinig

De woorden zijn vaak inwisselbaar, maar toch verschilt soms het ‘perspectief’.

 

sober 

niet overdadig, ‘alleen wat nodig is’

 

De inrichting van het vernieuwde pand was strak en sober.

 

zuinig 

niet vrijgevig, spaarzaam

 

Zo halen we het einde van de maand niet, we moeten echt zuinig aan gaan doen.

 

Soberheid is eerder een ideologie of (levens)stijl, en zuinigheid is eerder ingegeven door economische motieven. In hoeveel van de volgende zinnen is het foute woord gebruikt?

 

Zij genoten van een zuinige maaltijd.

 

Deze cv-ketel is bijzonder sober.

 

Hij keek wat sober, toen ik hem het voorstel deed.

 

Zij leidt een zuinig leven.

 

Voor het eerst verloor onze club, en niet zo sober ook!

 

Voor dit diagnostisch onderzoek dient u sober te zijn.

 

Antwoord: in alle zinnen. Ja, ook in de laatste. Want daar is sober gebruikt in de Engelse betekenis van ‘nuchter’, en dat schept verwarring.

speech / toespraak

Er is een klein betekenisverschil.

 

speech

toespraak (met accent op enthousiasmeren of overtuigen)
Je ziet bij deze president een duidelijk stijlverschil tussen zijn verkiezingsspeeches en zijn toespraken bij officiële plechtigheden.

 

toespraak

voordracht, rede (voering)
De toespraak mondde uit in een lang betoog over alle verworvenheden van het nieuwe kabinet.

 

Houdt u bij een huwelijk nu een speech of een toespraak? Dat hangt ervan af. De vader van de bruid zal met plechtige wensen eerder een toespraak houden. Maar de vriend van de bruidegom zal met grappen en anekdotes eerder een speech houden.

speurtocht / zoektocht

De woorden betekenen nagenoeg hetzelfde, maar ze zijn niet altijd inwisselbaar.

 

speurtocht

zoektocht, wandeling met zoekopdracht (als spel)

  • Wetenschappers zoeken hulp bij speurtocht naar leven op de maan.
  • Als je 13 bent, is een speurtocht op je verjaardag misschien wat kinderachtig.

 

zoektocht

een activiteit gericht op het vinden van iets of iemand

  • Deze nieuwe cd moet je zien als een zoektocht naar een nieuwe muzikale waarheid.
  • Amber Alert activeert duizenden mensen in zoektocht naar het vermiste kind.

 

Het verschil tussen speurtocht en zoektocht is het verschil tussen speuren en zoeken. Bij speuren gaat het eerder om ‘een spoor volgen’ of ‘opsporen’. Je wilt iets vinden dat op een bepaalde plaats is achtergelaten. Het kan ook gaan om een persoon die zich ergens moet bevinden en sporen heeft achtergelaten. Bij speuren gaat het eerder om ‘nauwkeurig zoeken’. De betekenis van zoeken is veel algemener: ‘proberen te vinden’. Wel zijn de activiteiten van speuren en zoeken niet altijd duidelijk te onderscheiden: Als je in een speurtocht sporen volgt, moet je die sporen natuurlijk eerst zoeken.

 

Het verschil in betekenis komt mooi tot uiting in het verschil tussen een speurhond en een zoekhond. Een speurhond volgt een spoor, bijvoorbeeld van een vermiste persoon. Een zoekhond is getraind om iets te vinden, bijvoorbeeld een narcotica-zoekhond of drugshond voor het zoeken naar verboden middelen in bagage.

 

Zijn er zinsparen te bedenken waarbij het verschil in betekenis duidelijk oplicht? Dus het algemene zoeken en het meer specifieke speuren met behulp van sporen? Wat zijn uw associaties bij de volgende zinnen?

 

  • Rondom het dorp was een speurtocht georganiseerd.
  • Rondom het dorp was een zoektocht georganiseerd.

 

Bij een speurtocht denk je toch eerder aan een spel, bij een zoektocht eerder aan een vermissing. Maar als bij die vermissing duidelijk is dat de vermiste persoon dingen heeft achtergelaten, zou in zo’n context speurtocht ook heel goed passen. Hoe dan ook, het zoeken naar betekenisverschil is hier eerder een zoektocht dan een speurtocht.

spinaker / spinnaker

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

Het woord voor 'ballonfok' wordt op zijn Nederlands uitgesproken, met een heldere a, en op zijn Engels met twee keer de doffe e van de. Naast de Engelse spelling met dubbel-n is ook de Nederlandse met enkele n toegestaan. Wel vreemd trouwens, die ene n. In spinazie en pinacotheek (schilderijenmuseum) geeft die ene n juist de heldere i aan. Vergelijk ook pinnen en pinot. Maar laten we blij zijn met deze spellingspeling.

 

Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

sponsen / sponzen

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

Een zelfstandig naamwoord op -s krijgt in het meervoud doorgaans een z: laars-laarzen, hals-halzen. In enkele gevallen blijft de s staan, omdat die in het meervoud ook gehoord wordt: impulsen, tendensen, walsen. In sommige gevallen zijn s en z beide goed, omdat beide uitspraakvarianten frequent voorkomen, zoals bij sponsen / sponzen. Voor meer voorbeelden kijkt u bij forensen / forenzen.

 

Sponsen of sponzen komt ook nog voor als werkwoord met de betekenis: 'schoonmaken met een spons'. Het gebruik van de s of de z veroorzaakt bij het vervoegen van de werkwoorden een verschil in schrijfwijze. Het is sponsen-sponste-gesponst of sponzen-sponsde-gesponsd.

spreekwoord / gezegde

 

De woorden verschillen in betekenis.

 

spreekwoord             

kernachtige zin met algemene waarheid of levenswijsheid (meestal van oudsher bekend)

  • Na regen komt zonneschijn.
  • Oost west, thuis best.

 

gezegde                     

vaste verbinding van woorden in een figuurlijke betekenis

  • Wat heb ik nou aan mijn fiets hangen!
  • Dat is water onder de brug.

 

Je zou het onderscheid ook als volgt kunnen formuleren: spreekwoorden geven een inkijkje in de filosofie van een volk, gezegden laten iets zien van de cultuur.

 

Een spreekwoord is altijd een mededelende zin in de tegenwoordige tijd. Als een spreekwoord een waarschuwing bevat of een moralistische strekking heeft, noemen we het ook een spreuk. Dit woord verwijst naar het Bijbelboek Spreuken, waarin volgens de overlevering de wijze koning Salomo zijn levenservaringen heeft opgetekend. Een mooi voorbeeld is Antwoord een zot niet naar zijn dwaasheid opdat jij niet wordt als hij. Met direct daarna het tegenovergestelde advies: Antwoord een zot naar zijn dwaasheid opdat hij niet wijs is in eigen ogen. (Spreuken 26: 4-5). Deze spreuken zijn goed te gebruiken in een debat als je even niet weet hoe je moet reageren op een tegenstander. Een voorbeeld van een modernere spreuk is: Elke minuut dat je je druk maakt over je verleden, gaat af van je toekomst. En de kortste spreuk is Rust roest.

 

Voor gezegde zijn ook andere woorden in omloop: zegswijze, uitdrukking  en uitspraak. Deze woorden worden meestal door elkaar gebruikt. Als je deze woorden wilt onderscheiden, dan zou dat als volgt kunnen. We beginnen met uitspraak als het meest algemene woord. Bij een uitspraak gaat het om een citaat van een opmerkelijke formulering. Een goed voorbeeld is Als je het begrijpt, zie je het. Deze uitspraak is afkomstig van onze nationale voetbalheld Cruijff, die ook uitblonk in opmerkelijke formuleringen voor algemene waarheden en levenswijsheden. Als zo’n uitspraak bekendheid krijgt, en ook door anderen wordt gebruikt in nieuwe situaties, wordt het een (vaste) uitdrukking. Een uitdrukking is dus een opmerkelijke uitspraak die is opgenomen in onze gemeenschappelijke taalvoorraad.

 

Een zegswijze is een bijzondere, vaste verbinding van woorden met een figuurlijke betekenis, zoals in lachen als een boer die kiespijn heeft of ergens het groene licht voor geven. Een zegswijze en een gezegde kun je als volgt onderscheiden. Een zegswijze is een combinatie van woorden die onderdeel uitmaken van een grotere zin, bijvoorbeeld: met man en macht. En een gezegde is een hele zin, bijvoorbeeld Dank je de koekoek. Maar in gezaghebbende boeken over spreekwoorden en gezegden wordt het onderscheid ook precies andersom gemaakt.

 

Tot zover alles een beetje duidelijk? En hoe noemen we dan de volgende ‘uitingen’? Kies uit zes mogelijkheden: uitspraak, uitdrukking, zegswijze, gezegde, spreuk en spreekwoord.

 

  1. Niets is zo charmant als een tegeltjeswijsheid aan de wand.
  2. Wat een nepnieuws! Dat haalt de kapsalon nog niet!
  3. Als je met een olifant wilt slapen, moet je een breed bed hebben.
  4. Elk nadeel heb zijn voordeel.
  5. ‘Ja maar’ is ‘Nee’.
  6. Een mens heeft één mond en twee oren.

 

  1. Het is in ieder geval een uitspraak. Is de uitspraak bekend genoeg om uitdrukking genoemd te worden? Nee. Dus is het gewoon een mooie uitspraak.
  2. Ook hier gaat het alleen om een bijzondere uitspraak. Als die bekender wordt, en ook gebruikt gaat worden voor andere nonsens-onderwerpen, dan kan Dit haalt de kapsalon niet een gezegde worden.
  3. Deze uitspraak is afkomstig van de Belgische politicus en woordkunstenaar Herman de Croo. Hij bedoelde hiermee een waarschuwing te geven. Dus een moderne spreuk? Nee, want deze spreuk is nog niet overgenomen door anderen.
  4. Deze bekende uitspraak van Cruyff is een modern spreekwoord. Het is geen gezegde, want het heeft geen figuurlijke betekenis.
  5. Dit is een bijzondere uitspraak, die misschien een vaste uitdrukking kan worden.
  6. Hier gaat het om een uitdrukking die hard op weg is om een spreekwoord te worden met moralistische strekking: ‘niet zoveel praten’. Het is dus een moderne spreuk.

 

 

12Volgende »
Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.