menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

F
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

factie / fractie

De woorden verschillen in betekenis.

 

factie             

kleine, vaak radicalere groep binnen een politieke groepering; fictie gebaseerd op ware gebeurtenissen.

  • In de Colombiaanse vrijheidsbeweging is sinds kort een wel heel extreme factie actief.
  • Tegenwoordig wordt voor factie vaak de aanduiding ‘docudrama’ gebruikt.

 

fractie           

groep volksvertegenwoordigers van dezelfde politiek partij, heel klein deel van een geheel

  • Uit hoeveel fracties bestaat de huidige Eerste Kamer?
  • Het duurde maar een fractie van een seconde voor hij doorhad dat het echt was.

 

Factie in de betekenis van op feiten gebaseerde fictie komt van de Engelse mengvorm ‘faction’ (fact+fiction). Factie in de andere betekenis komt van een Latijns woord dat ‘groep’ betekent. Fractie komt van een Latijns woord dat ‘breken’ betekent; denk aan ons woord breuk.

 

Wel verwarrend, want bij een fractie in bijvoorbeeld de Tweede Kamer denk je ook aan een groep. Maar bij fractie gaat het dan om een deel van een geheel, zonder de bijbetekenissen van ‘klein’ of ‘radicaal’. Beide woorden in één zin? Deze Kamerleden vormden steeds meer een lastige factie binnen de partij en werden uiteindelijk uit de fractie gezet.

 

factor / parameter

De woorden verschillen sterk in betekenis.

 

factor             

medebepalend element, medebepalende omstandigheid

 

In discussies over factoren die je gezondheid bepalen wordt ‘niet bewegen’ wel ‘het nieuwe roken’ genoemd.

 

parameter     

grootheid die de toestand van een systeem bepaalt, of waaraan het verloop van een proces kan worden getoetst

 

De parameters bloeddruk en gewicht geven het meeste inzicht in je gezondheid.

 

Deze woorden, afkomstig uit de wis- en natuurkunde, worden in het meer alledaagse taalgebruik vaak verward omdat het in beide gevallen om iets ‘bepalends’ gaat én omdat de betekenissen nogal abstract zijn. Toch is het verschil minder lastig dan het lijkt.

 

We beginnen met het begrip factor, dat we wellicht nog kennen uit: een getal ontbinden in factoren. Het getal 12 bijvoorbeeld met de factoren 2×6 of 3×4. Deze getallen zijn daarmee medebepalende elementen van 12. Van element naar omstandigheid is niet zo’n grote sprong. Een medebepalende omstandigheid in gezondheid is bijvoorbeeld ‘overgewicht’.

 

Een parameter is een meetbare eigenschap waarmee je kunt bepalen hoe de situatie is. Het verwarrende is dat ‘bepalen’ hier in de betekenis ‘beschrijven’ wordt gebruikt. Bijvoorbeeld het bepalen / meten van lichaamsgewicht, aan de hand waarvan je uitspraken kunt doen over iemands gezondheid. Zo’n parameter lijkt op een variabele, immers lichaamsgewicht varieert nu eenmaal. Maar een parameter is een eigenschap die verschillende waarden kan aannemen, en dat zijn dan variabelen.

 

Dus, een factor heeft als betekeniselement ‘invloed’, en een parameter is een meetbare eigenschap. En uiteraard kan iets tegelijkertijd factor en parameter zijn. Neem de relatie tussen cholesterol en gezondheid. Cholesterol is een factor die van invloed is op gezondheid. En zo’n factor is ook een eigenschap, een parameter, die je kunt meten waardoor je inzicht krijgt in iemands gezondheid.

 

O ja, de uitspraak. Het is niet párameter, maar parámeter. En de eerste e klinkt dan niet als de e van mee, maar als de e van de.

falsifiëren / falsificeren

 

De woorden worden door elkaar gebruikt, in twee geheel verschillende betekenissen. 

 

 

falsifiëren                 

aantonen dat iets onjuist is; vervalsen

  • Dit tegenonderzoek wijst uit dat de data uit ander onderzoek door diverse partijen zijn gefalsifieerd.

 

falsificeren               

vervalsen; aantonen dat iets onjuist is

  • De data uit dit onderzoek bleken wel degelijk gefalsificeerd.

 

Een woordpaar waarbij twee zo geheel verschillende betekenissen door elkaar worden gebruikt? Ja, onze taal kan dat aan. Maar uit de voorbeelden blijkt ook hoe verwarrend dit kan zijn. Want welk aanknopingspunt heb je als lezer om te kiezen tussen ‘vervalst’ of ‘bewezen onjuist’.

 

Laten we daarom elk woord één betekenis geven. Laten we falsifiëren, zonder c, gebruiken als het tegenovergestelde van ‘verifiëren’ (ook zonder c). Dit woord betekent: bewijzen dat iets echt of waar is. Zoals in: Kan ik via dit account mijn gegevens verifiëren en updaten? Het woord falsifiëren krijgt dan alleen de betekenis: bewijzen dat iets niet echt of waar kan zijn. En laten we dan met toevoeging van die ene c in falsificeren aangeven dat het om een vervalsing gaat. Dan wordt het gebruik ervan even duidelijk als in de volgende voorbeelden:

  • Een theorie moet natuurlijk wel gefalsifieerd kunnen worden.
  • Het falsificeren van onderzoeksresultaten is het ernstigste vergrijp in de wetenschap.

 

Lastig? Dan een ezelsbruggetje. De s van ‘vervalsen’ hóór je ook als tweede s in falsificeren. Wel moet je dan het héle werkwoord nemen. Want we horen een k in falsificatie. Hoe dan ook, met deze ontwarring is de volgende zin niet verwarrend: De verklaring van deze verdachte die bankbiljetten heeft gefalsificeerd, is nog niet gefalsifieerd.

 

 

familie / gezin

Er is een betekenisverschil.

 

familie

groep verwante personen (of soorten)
Op onze jaarlijkse familiedag kwam nu ook het eerste kleinkind van mijn zus.

 

gezin

ouders en kinderen
Dankzij de crèche kunnen nadelige gezinsinvloeden soms worden geneutraliseerd.

 

Familie wordt ook wel in de betekenis 'gezin' gebruikt. Voor de hand liggend is om daar het Engels de schuld van te geven, want family betekent 'gezin'. Maar familie betekende ook in het Nederlands oorspronkelijk 'gezin', zoals we nog kunnen zien aan De Heilige Familie, een schilderij waarop Jozef, Maria en Jezus staan afgebeeld. Maar voorkom verwarring, en gebruik geen familie als u gezin bedoelt.

fan / supporter

De woorden verschillen in betekenis, maar er is wel overlap.

 

fan 

enthousiaste bewonderaar, liefhebber

 

Is het bij Feyenoord al weer mogelijk om klassiekers te spelen met uitfans erbij?

 

supporter 

aanhanger van sportclub die aanmoedigt bij wedstrijden

 

Hoe kan ik mijn lidmaatschap voor de supportersclub Oranje beëindigen?

 

Het betekenisverschil wordt duidelijk wanneer we kijken naar de herkomst van de woorden. Supporter komt van ‘to support’, steunen. Fan is een verkorting van ‘fanatic’. Niet te verwarren met ‘fan’ in de betekenis ‘waaier’, maar dit terzijde.

 

Fan is iets algemener. Je kunt ook een fan van Máxima zijn, en zelfs een fan van taal. De overlap zit in het aspect ‘enthousiast aanmoedigen’. Maar toch zal een supporter zich iets meer voelen dan een fan. Een supporter steunt de club door dik en dun, maar een fan zoekt bij tegenvallende resultaten snel een ander idool. Beide woorden in één zin? Kan dit: Ik ben PSV-supporter maar nu toch even fan van Ajax?

fel, op / voor

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in gebruik.

 

fel op

sterk (in reactie of gevoelens)
Hij reageerde heel fel op het incident.

 

fel voor

sterk voor
Onze partij is fel voor dit plan.

 

Heel soms kan er een miniem betekenisverschil ontstaan. Vergelijk:

  • Deze ouders zijn heel fel op ouderschapsverlof. (ze zijn er felle beschermers van)
  • Deze ouders zijn fel voor ouderschapsverlof. (ze zijn er felle voorstanders van)

fiool / viool

Er is een betekenisverschil.

 

fiool

sierlijk flesje met smalle hals; medicijnflesje
In zijn woedeaanval stortte hij de fiolen van zijn toorn over mij uit.

 

viool

strijkinstrument; plantje
Hij wil altijd de eerste viool spelen.
Vooral de paarse violen zijn heel mooi.

 

Fiool wordt nu vooral in figuurlijke betekenis gebruikt, als het al gebruikt wordt. Want de uitdrukking waarin dit woord voorkomt, is sterk verouderd. Het 'strijkinstrument met vier snaren, dat men bespeelt met een strijkstok' komt ook voor in diverse uitdrukkingen, zoals in de eerste viool spelen: 'de voornaamste zijn, de baas zijn'.

flacon / flesje

De woorden overlappen in betekenis, maar er zijn kleine verschillen.

 

flacon

sierlijk (bewerkt) flesje, vaak met stop, niet per se rond

Te koop aangeboden: een kristallen flacon met parfum.

 

flesje

klein, meestal rond omhulsel voor vloeistof, met nauwe hals

Na elke voeding kunt u beter direct het flesje goed schoonmaken.

 

Zo bijzonder, de zoektocht naar mogelijke verschillen. 1. Het materiaal? Nee, het kan in beide gevallen gaan om glas, kunststof, aardewerk, porselein of (edel)metaal. 2. De vorm? Ja, een flesje is doorgaans rond, en een flacon is vaak platter, en kan dan zelfs indrukbaar zijn, zoals bij een shampooflacon. 3. De inhoud? Heel intrigerend, je komt wel tegen een flacon cognac maar niet een flacon bier. Omdat een flacon een sierlijk bewerkt flesje is, is de inhoud meestal ook duurder of meer bijzonder. Dus zou de prijs voor een parfumflacon hoger kunnen zijn dan de prijs voor een parfumflesje.

 

Vergeten we niet twee woorden? Inderdaad, we hebben ook nog kruikje en bidon. Een 

kruikje is een flesje van aardewerk. En een bidon is een waterflesje voor op de fiets. Het blijft een groot raadsel waarom onze taal voor deze twee omhulsels aparte woorden heeft, en niet bijvoorbeeld voor het flesje babyvoeding. Dat had toch makkelijk gekund. U weet vast een beter woord dan ‘borstflesje’.

flatterend / flatteus

Er is een klein betekenisverschil.

 

flatterend

flatteus, complimenterend, vleiend
De verkoper maakte een flatterende opmerking, en terecht: het rokje stond haar heel flatteus.

 

flatteus

zodanig dat iemand mooier lijkt
Hm, zo'n foto met mijn onderkin zo uitvergroot. Dat is weinig flatteus.

 

Flatterend kan dus in dezelfde betekenis gebruikt worden als flatteus. Er zijn wel meer woorden op -eus die ook -erend kunnen krijgen. Maar dan is de vorm op -erend duidelijk meer verbonden met de werkzaamheid van het werkwoord: frauduleus / fraudulerend, glorieus / gloriërend, harmonieus / harmoniërend.

flikkeren / knipperen

Deze woorden voor ‘lichtbeweging’ verschillen in betekenis.

 

flikkeren

van licht: snel en onregelmatig in sterkte variëren

Nog steeds kunnen ledlampjes gaan flikkeren als er een ander apparaat aangaat.

 

knipperen

van licht: snel en herhaald aan- en uitgaan

Knipper maar even met de lichten als je ons hofje op komt rijden.

 

Het verschil is het verschil tussen ‘een beetje’ en ‘helemaal’. Bij flikkeren gaat het om de variatie in lichtsterkte, zoals in: Je ziet dat het hier tocht want de kaars flikkert. Dus het vlammetje blijft aan. Bij knipperen is het een herhaald, heel kort ‘aan-uit’. Of ook een herhaald, heel kort ‘open-dicht’, zoals in: Zullen we doen wie het langst kan blijven kijken zonder met de ogen te knipperen?

 

Beide woorden behoren tot een bijzondere klasse van werkwoorden. Het gaat hier om de zogenoemde frequentatieven, werkwoorden op -el of -er die een herhaling uitdrukking: trappen – trappelen, stuiten – stuiteren, enz. Zo mooi! Onze taal kent een aparte klasse werkwoorden voor herhaalde bewegingen! En we hebben er zelfs twee termen voor. Die werkwoorden heten niet alleen frequentatieven, maar ook iteratieven.

 

Flikkeren wordt wel verklaard als een contaminatie van ‘flakkeren’ en ‘blikken’ (in de betekenis van ‘kijken’), dus een steeds herhaalde blik met de ogen. Maar flakkeren betekent nu ‘zachtjes flikkeren’ of de laatste fase voor het uitdoven van een lichtbron, zoals in een flakkerend haardvuur of een flakkerend vlammetje. Dus flakkeren als afzwakking van flikkeren. En we hebben ook nog een versterking, namelijk schitteren. Als je onze rijke woordenschat nu nog niet bewondert, dan moet je maar wat anders gaan lezen. De snelle lichtbeweging van flikkeren heeft trouwens ook nog geleid tot betekenissen als ‘smijten’ en ‘met kracht vallen’, zoals in: Zij heeft hem het huis uit geflikkerd en Hij is van de trap geflikkerd.

 

Knipperen is een frequentatief (of iteratief!) van ‘knippen’, zoals in het knippen met een schaar. Het gaat dan om de snelle beweging van open-dicht.

 

Onze taal kan nóg preciezer speciale bewegingen of effecten van een herhaalde lichtbeweging uitdrukken. Neem fonkelen en flonkeren. Deze woorden worden gebruikt als de lichtbron heel ver weg is, zoals bij sterren, of als de lichtbron indirect is, zoals bij de ogen. Zie ook elders in het Verwarwoordenboek bij het verwarpaar ‘glanzen-glimmen'. Fonkelen lijkt iets sterker of levendiger dan flonkeren. En flonkeren lijkt iets minder beweging te suggereren. Ik kan niet ophouden met frequentatieven en iteratieven over licht! We hebben ook nog glinsteren! Zit daar een gradatie in? Van flonkeren via glinsteren naar fonkelen? Ja, dat zou mooi zijn. Dus in glinsterende ogen zit meer gloed en in fonkelende ogen zit meer vuur.

 

Opmerkelijk is trouwens dat een werkwoord als flitsen – een korte krachtige lichtstoot geven – geen frequentatief kent als ‘flitselen’ of een iteratief als ‘flitseren’. Terwijl er toch best een betekenis denkbaar is. Bijvoorbeeld als je herhaaldelijk geflitst bent.

flossen / vlossen

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

Ook de Engelse spelling (met f) is geaccepteerd voor het reinigen van de nauwe ruimten tussen tanden en kiezen met zijdedraad. Dus ik flos of ik vlos. Let wel: het is het vlos en de floss (met een dubbele s).Een Engels zelfstandig naamwoord behoudt in het Nederlands namelijk de dubbele medeklinker aan het einde: ik cros, maar de cross, ik gril, maar de grill (de gril is het zusje van de nuk), ik tos,maar de toss. Daarom flost u met flossdraad.

 

Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

flyer / folder

Er is verschil in betekenis. En de verwarrende wereld van de kleine drukwerkjes kent nog meer variatie. 

 

flyer

uitdeelblaadje om de aandacht op iets te vestigen

Op de dag van de verkiezing kreeg ik nog een flyer in de bus om vooral te gaan stemmen.

 

folder

vouwblad met informatie of reclame

Bij de apotheek zag ik nieuwe folders over obesitas en slapeloosheid.

 

Tussen een flyer en een folder bestaan drie verschillen.

 

1 omvang

 

Een flyer is een niet-gevouwen enkel blaadje, eenzijdig of tweezijdig bedrukt. Een folder is gevouwen, en bestaat uit meer pagina’s in bijvoorbeeld formaat A5. Het woord zegt het al: het komt van het Engelse ‘to fold’, vouwen. Het kan een enkele vouw zijn, maar ook een A4 in drieën of een vel papier in een bijzonder vouwpatroon, zoals een harmonicavouw.

 

2 uitvoering

 

Een flyer is wat vluchtiger dan een folder. Het woord roept al die associatie op: iets dat ‘vliegt’ of snel langs ons heengaat. Niet voor niets wordt een flyer ook wel een strooibiljet genoemd. Een folder is vaak wat duurder in uitvoering (beter papier, lay-out met meer kleur) dan een flyer, omdat de folder vaak wat langer meegaat. Als een flyer wat duurder wordt uitgevoerd, heet die een leaflet (weer een Engels woord voor ‘klein blaadje’). En verwarrend: ook een duur uitgevoerde folder wordt wel zo genoemd, vooral door reclamemakers die nog menen met Engels indruk te kunnen maken.

 

3 inhoud

 

Een flyer is vooral bedoeld voor een aankondiging of een oproep, bijvoorbeeld de opening van een nieuwe winkel of een politieke bijeenkomst. Een folder bevat informatie over een product of een dienst, en wordt ook als reclametekst ingezet. Onze taal kent geen ‘reclameflyer’, maar wel een reclamefolder. Hieruit zou men kunnen afleiden dat een flyer geen reclame bevat, maar als je ergens de aandacht op vestigt, maak je er ook reclame voor.

 

En een brochure? Dat is een uitgebreide folder, met meerdere pagina’s, met nietjes in de rug of soms zelfs een lijmlaagje (‘brochure’ komt van het Franse ‘brocher’, ‘innaaien’). Een brochure is een klein, dun boekje met een kaft en binnenpagina’s, en heeft daarmee sowieso al een luxere uitstraling dan een folder. Een brochure is vooral informerend of commercieel overtuigend. Als het gaat om een betoog om de publieke opinie te beïnvloeden, spreken we van een pamflet. Dat is een drukwerkje over een actuele kwestie van algemeen belang.

 

Nog even iets over de omvang. Flyers zijn kleine biljetten om uit te delen. Als we iets groters willen om op te hangen of op te plakken, hebben we de keuze tussen een affiche en een poster. Deze woorden worden door elkaar gebruikt. Sommigen zien in affiche eerder een meer commerciële aankondiging en in een poster de meer kunstzinnige aanpak. Dus een affiche over een tentoonstelling en een poster van een filmster. Maar deze poging tot onderscheid wordt alleen gemaakt door taalgebruikers die een hekel hebben aan onduidelijke synoniemen.

focalisatie / vocalisatie

Er is een betekenisverschil.

 

focalisatie

term uit de literatuurwetenschap (verwant met focus, 'brandpunt', uit fotografie en film)

Dit verhaal krijgt plotseling een focalisatie vanuit de grootmoeder die jeugdherinneringen ophaalt.

 

vocalisatie

term uit de taalwetenschap (verwant met vocaal, 'klinker')
Die teef bleef maar janken, en haar baas bleef maar zeggen dat zij leed aan overmatige vocalisatie.

 

De term focalisatie wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen degene die een verhaal vertelt en een persoon in een verhaal die iets waarneemt of ervaart. De term vocalisatie werd oorspronkelijk gebruikt voor het aanbrengen van klinkers in een schrift dat alleen medeklinkers kent, bijvoorbeeld het Hebreeuws. Ook zangers kunnen vocaliseren (alleen klinkers zingen). En vocaliseren wordt ook algemener gebruikt: 'tot klank brengen'.

forensen / forenzen

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

Een zelfstandig naamwoord op -s krijgt in het meervoud doorgaans een z: laars-laarzen, hals-halzen. In enkele gevallen blijft de s staan, omdat die in het meervoud ook gehoord wordt: impulsen, tendensen, walsen. In sommige gevallen zijn s en z beide goed, omdat beide uitspraakvarianten frequent voorkomen. Dit geldt niet alleen voor forensen / forenzen, maar ook voor:

  • niesen / niezen
  • plonsen / plonzen
  • sausen / sauzen
  • schransen / schranzen
  • sponsen / sponzen

 

Heel sporadisch is er betekenisverschil, zoals bij persen / perzen en kruisen / kruizen.

formule / vergelijking

Er is een verschil in betekenis.
 
formule         
een notatie van cijfers, letters en/of symbolen
vaste set regels 
Velen kennen de relativiteitsformule E = mc2, maar slechts weinigen kunnen die uitleggen.
 
vergelijking   
de gelijkstelling van twee formules met een of meer variabelen 
Vergelijkingen met twee variabelen zoals 3x + 2y = 10 blijf ik lastig vinden.
 
Formules gebruik je om iets te beschrijven zoals water in de scheikunde met H2O: een molecuul met twee atomen waterstof en één atoom zuurstof. Je kunt ze ook gebruiken om een wetmatigheid te formuleren zoals in de natuurkunde Einsteins relativiteitstheorie met E = mc2: energie is massa maal de lichtsnelheid in het kwadraat. En het bekendste voorbeeld uit de wiskunde is a2 + b2 = c2, de stelling van Pythagoras: in een rechthoekige driehoek is de som van de kwadraten van de lengte van de rechte zijden gelijk aan het kwadraat van de lengte van de schuine zijde.
 
Een formule is een weergave van iets met andere middelen dan woorden. In een formule kan ook het isgelijkteken voorkomen, maar dan gaat het niet om een vergelijking maar om een gelijkheid. Een vergelijking is bedoeld om iets op te lossen, namelijk de waarde van de variabele(n).
 
Formule heeft ook de betekenis van een set aan uitgangspunten of voorschriften. In redactieformule gaat het om uitgangspunten en bij formule 1-auto’s o.a. om het toerental van de motor.

friemelen / priegelen

Deze werkwoorden voor vingerbewegingen verschillen duidelijk in betekenis.

 

friemelen    

met de vingers onrustige bewegingen maken

Wat zit je toch te friemelen? Hou je handen toch eens stil!

 

priegelen   

met kleine bewegingen van je vingers iets maken

Het was een heel gepriegel om dat oude borduursel te herstellen.

 

Bij priegelen gaat het vaak om fijn naaiwerk of hele kleine letters. Ook heb je er veel geduld voor nodig, en dat is tegengesteld aan de onrust bij friemelen. Het onderscheid tussen friemelen en priegelen kan samengevat worden in ‘onrustig, en zonder doel’ tegenover ‘klein, met een doel’. Het woord priegelen kan net als friemelen ook een negatieve betekenis hebben: Ik kan jouw handschrift niet lezen, zo’n gepriegel.

 

Onze kleine vingerbewegingen kennen nog tal van andere aspecten, die ook in taal tot uiting komen. Als het om kleine, herhaalde ‘schrapende’ bewegingen gaat, noemen we het peuteren (neus, oor). Maar bij het lospeuteren van een veter gaat het alleen om kleine voorzichtige bewegingen. Als het accent ligt op de beweging terug, noemen we het eerder pulken (aan een korstje).

 

En er zijn zomaar nog drie fr-woorden met elk een heel subtiele suggestie voor een lichte variatie in onze vingerbewegingen! Zo bijzonder: frommelen en frunniken en frutselen!

 

Bij frommelen gaat het om kleine in elkaar duwende bewegingen: Hij frommelde de brief snel in zijn zak.

 

Bij frunniken lijkt het te gaan om een trekkende beweging: Als ik zeg dat je niet meer zo aan je trui moet trekken, begin je aan je haar te frunniken.

 

Bij frutselen denk je toch eerder aan iets in elkaar zetten: frutselen is eigenlijk ‘knutselen’ met spulletjes van weinig waarde, waarbij het niet zo zeer gaat om een mooi resultaat: Kijk, ik heb met de kinderen mooi wat gefrutseld met die gekleurde papiersnippers en wat lijm.

 

Zo leuk, dat wroeten in die vingerbeweging-betekenisveldjes. Of vindt u het maar verbaal gepiel? Hier, ook nog frutsen! Dat is weer net iets anders dan frutselen. Maar het betekenisverschil is niet zo groot als tussen ‘trappen’ en ‘trappelen’. En laat die -r- eens weg! Dan krijg je futselen … Ik word taalgek.

friet / frites

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

We kennen natuurlijk ook nog patat, dat vooral in Midden- en Noord-Nederland wordt gegeten.

 

Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

frikadel / frikandel

Er is geen betekenisverschil in Nederland, het gaat om een verschil in spelling.

 

frikadel

worstje van gehakt (in België ook 'gehaktbal')
Als je in België een frikadel bestelt, krijg je een gehaktbal en geen curryworstje.

 

frikandel

worstje van gehakt
In deze kipfrikandel zit misschien wel kip, maar toch vooral sojameel met ketjap.

 

Vroeger werd frikandel met -n- afgekeurd. Een aardig verhaal is dat frikandel van oorsprong een merknaam was van een snackfabrikant die zijn gehaktméélbal geen gehaktbal (dus geen frikadel) mocht noemen, en er toen iets langwerpigs van maakte en een -n- tussenvoegde. Maar dit verhaal schijnt in omloop gebracht te zijn door snackbarbezoekers die meer meel dan gehakt proeven. Hoe dan ook, beide spellingen zijn nu goedgekeurd.

fris / koel

De woorden verschillen in betekenis.

 

fris 

vers, niet bedorven; ook: koel; ook: zonder alcohol

 

  • Het was daar dagen niet gelucht, het rook bepaald niet fris.
  • Met deze noordenwind wordt het een frisse lentedag.
  • Wil je alcohol of fris?

 

koel 

matig koud; met weinig emotie

 

  • Bij koel weer is het wel boven de 12 graden maar toch zo’n 7 graden onder het gemiddelde.
  • Laten we het hoofd koel houden!

 

Fris betékent niet alleen ‘vers’, het is in feite hetzelfde woord. De f/v aan het begin is dezelfde klank. En de ri-er-variatie komt vaker voor. Denk aan ‘christen-kerst’ of ‘drie-derde’. In de soms wat lastige combinatie r+klinker verwisselt de r nog wel eens van plaats. Dit heet metathesis. Het valt vooral op bij taalvergelijking: ‘branden – to burn’, ‘Furcht – godsvrucht’, ‘la presse – de pers’. Fris is wel veel ruimer dan ‘vers’ door de talrijke figuurlijke betekenissen. Immers, frisse meiden kunnen met frisse blikken een frisse neus halen.

 

Koel staat op de lijn ‘koud-warm’ net iets links van het midden, met ‘lauw’ net iets rechts van het midden. De betekenis ‘matig koud’ kan ook figuurlijk worden gebruikt om aan te geven dat er weinig harstochten in het spel zijn. Denk aan een koele ontvangst en in koelen bloede. 

 

Fris betekent dus ook koel. Maar het zou natuurlijk aardig zijn als ook hier een miniem betekenisverschil aanwezig is. Antwoordt u eens op de volgende vraag. Wanneer hebt u het kouder, bij zin 1 of zin 2?

 

  1. Er waait een koel windje.
  2. Er waait een fris windje.

 

Mijn huis-tuin-en-keuken taal-veldonderzoek gaf een onduidelijke uitkomst. De aantallen ‘fris-kouders’ en ‘koel-kouders’ ontliepen elkaar niet veel. Wel denk ik iets anders ontdekt te hebben. De koel-kouders vonden fris iets aangenamer of positiever, en gaven vaak aan dat fris vaak ‘verfrissend’ betekent. Denk aan zinnen als: Door deze overname gaat er een frisse wind waaien in deze winkelketen. Met koele wind hier zou de spreker eerder aangeven dat er weinig enthousiasme is over de overname.

 

Spreek je dus eerder van (aangename) frisse wind als je het zelf warm of benauwd hebt, en van koele wind wanneer die factor ‘aangenaamheid’ geen rol speelt? Dat zou een mooie betekenis-factor zijn, de temperatuurbeleving van de spreker! Benieuwd naar de resultaten van uw taal-veldonderzoek.

 

O ja, en dan nog fris in de betekenis ‘zonder alcohol’. Dat is een vondst van reclamemaker Dick Schiferli, zo leert ons het Chronologisch Woordenboek van Nicoline van der Sijs. In de jaren vijftig moest er een Nederlands woord bedacht worden voor het Engelse ‘softdrink’. (Kom daar nu eens om!) De benaming ‘softdrink’ voor een niet-alcoholisch drankje werd te soft bevonden. Wij zouden nu zeggen: de benaming ‘softdrink’ is niet cool genoeg voor zo’n verfrissend drankje. (En ‘cool’ is weer iets anders dan ‘koel’). Wij kunnen het ons nu niet meer voorstellen, maar toen was fris in de betekenis ‘verfrissend’ een noviteit. Zoiets als ‘moei’ voor ‘vermoeiend’ (een moeivergadering?) zou zijn of ‘welk’ voor ‘verwelkend’ of ‘stoor’ voor ‘verstorend’. Met dank aan de reclamemaker.

front, aan / op

Er is een betekenisverschil.

 

aan het front

in de gevechtslinie; in het toernooi
Beachvolleybalster Van Iersel is, na ziekte, weer terug aan het front.

 

op het front

aan de voorkant
De zon valt 's morgens direct op het front.

 

Maar soms wordt het verschil niet zo duidelijk gemaakt. Een divisie kan ook op een front worden ingezet, en in de Tweede Wereldoorlog was er een land dat voor de radio lange tijd beweerde dat het op alle fronten won. Deze uitdrukking is blijven bestaan.

fruit / vruchten

Er is een klein betekenisverschil.

 

fruit

eetbare vrucht (zonder bast of bolster)
Elke dag moet je twee stukken fruit eten en ook wat noten.

 

vrucht

deel van plant of boom dat zaad bevat
Kijk, dit is een fijnspar, want de vrucht heeft een kegelvorm.

functioneren / fungeren

Er is een betekenisverschil.

 

functioneren

een functie uitoefenen

De waterleiding functioneert niet meer.

 

fungeren

dienstdoen
Fungeren die kippenhokken nog steeds als vakantiehuisjes?

 

Het onderscheid is soms lastig. Als u aarzelt, kunt u beter kiezen voor het frequentere functioneren.

fundatie / fundering

Er is een betekenisverschil.

 

fundatie

stichting op basis van nagelaten fondsen; ondersteuning voor een machine of mast
De oprichtingspapieren van de fundatie zijn inmiddels verloren gegaan.
De bordesplaten moeten worden bevestigd op betonnen fundatie-elementen.

 

fundering

fundament, onderlaag
Door de aanleg van de metro zijn hier indertijd funderingen verzakt.

 

Het woord fundatie komt vooral voor in namen van oudere stichtingen. Tegenwoordig is het Engelse foundation gangbaarder. De achtervoegsels -atie en -ering kunnen, net als bij fundatie / fundering, een betekenisverschil geven. Zie ook:

  • legatie / legering
  • motivatie / motivering
  • redenatie / redenering


Soms lijkt het verschil tussen -atie en -ering meer systematisch: bij de vorm met -atie ligt dan de nadruk op het resultaat en bij de vorm met -ering op het proces. Vergelijk differentiatie / differentiëring, situatie / situering en standaardisatie / standaardisering. Maar dit verschil is lang niet altijd duidelijk; realisatie en realisering worden door elkaar gebruikt, net als validatie en validering. Zie ook de volgende woordparen:

  • constatatie (Vlaams voor 'vaststelling') / constatering (vaststelling)
  • delegatie (afvaardiging) / delegering (overdracht)
  • industrialisatie (industrialering) / industrialisering (industrialisatie)
  • isolatie (afzondering, ook dekmateriaal) / isolering (afzondering)
  • notatie (opschriftstelling) / notering (vastlegging van een beurskoers)
  • realisatie (verwezenlijking) / realisering (verwezenlijking)

 

Overigens kent niet elk stamwoord beide vormen. Naast riolering bestaat geen riolatie, en naast creatie en prestatie bestaan geen creëring en prestering.

fysiek / fysisch

Er is een betekenisverschil.

 

fysiek

lichamelijk

Zijn fysieke conditie is slecht, maar mentaal gaat het prima met hem.

 

fysisch

natuurkundig
In fysische therapie wordt gewerkt met thermische prikkels.

 

Het onderscheid -iek / -isch veroorzaakt ook bij sympathiek / sympathisch een betekenisverschil. Zo ook bij excentriek / excentrisch en bij kritiek / kritisch. Maar er is geen
verschil in betekenis tussen melancholiek en melancholisch en tussen komiek en komisch. Overigens kent niet elk stamwoord beide vormen; we kennen naast ludiek niet ludisch, en naast rustiek niet rustisch. 

fysiognomie / fysionomie

 

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar het had zo mooi anders gekund.

 

fysiognomie  

de leer dat het uiterlijk iets zegt over iemands karakter; vorm van het gezicht

  • Ik geloof echt in fysiognomie. Waarom spreken we anders over een wilskrachtige kin en wellustige lippen?
  • In de psychologie spreekt men van fysiognomisch waarnemen wanneer een klein kind in een object bijvoorbeeld een boos gezicht ziet.

 

fysionomie   

vorm van het gezicht; de leer dat het uiterlijk iets zegt over iemands karakter

  • Kinderen met GHD hebben een typische fysionomie: een rond en/of breed gezicht.
  • In de fysionomie staan ogen die ver uit elkaar staan voor openheid en levensmoed.

 

De woorden komen uit het Grieks. Het deel ‘fysio’ komt van een woord dat ‘natuur’ of ‘verschijningsvorm’ betekent, zoals in ‘fysica’. Het deel ‘nomos’ betekent ‘wet’ (zoals in ‘autonomie’) en soms ook ‘wijze’ of ‘manier’. Het deel ‘gnomie’ komt van een werkwoord dat ‘kennen’ en ook wel ‘beoordelen’ betekent.

 

De fysio(g)nomie als ‘theorie van de gelaatsvormen’ werd al door Griekse filosofen bestudeerd, en kreeg extra belangstelling in de achttiende en negentiende eeuw, onder andere door het werk van Lombroso. Deze Italiaanse criminoloog had duizenden gevangenen onderzocht en was tot de conclusie gekomen dat je criminelen kon herkennen aan dikke doorlopende wenkbrauwen en een terugwijkende kin. Maar ook in zijn tijd werd deze theorie al als pseudowetenschap gezien.

 

Wel jammer dat de twee woorden door elkaar worden gebruikt. Het had zo mooi anders gekund: fysiognomie als een oude pseudowetenschap over de relatie tussen gelaatsvormen en persoonlijkheid, en fysionomie als aanduiding voor opmerkelijke gelaatskenmerken. Als we dan gezellig generaties familiefoto’s bekijken en nagaan wie nou het meest op wie lijkt, dan zouden we het zomaar eens kunnen worden over een typische familiefysionomie.

 

Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.