De woorden verschillen in betekenis.

 

fris 

vers, niet bedorven; ook: koel; ook: zonder alcohol

 

  • Het was daar dagen niet gelucht, het rook bepaald niet fris.
  • Met deze noordenwind wordt het een frisse lentedag.
  • Wil je alcohol of fris?

 

koel 

matig koud; met weinig emotie

 

  • Bij koel weer is het wel boven de 12 graden maar toch zo’n 7 graden onder het gemiddelde.
  • Laten we het hoofd koel houden!

 

Fris betékent niet alleen ‘vers’, het is in feite hetzelfde woord. De f/v aan het begin is dezelfde klank. En de ri-er-variatie komt vaker voor. Denk aan ‘christen-kerst’ of ‘drie-derde’. In de soms wat lastige combinatie r+klinker verwisselt de nog wel eens van plaats. Dit heet metathesis. Het valt vooral op bij taalvergelijking: ‘branden – to burn’, ‘Furcht – godsvrucht’, ‘la presse – de pers’. Fris is wel veel ruimer dan ‘vers’ door de talrijke figuurlijke betekenissen. Immers, frisse meiden kunnen met frisse blikken een frisse neus halen.

 

Koel staat op de lijn ‘koud-warm’ net iets links van het midden, met ‘lauw’ net iets rechts van het midden. De betekenis ‘matig koud’ kan ook figuurlijk worden gebruikt om aan te geven dat er weinig harstochten in het spel zijn. Denk aan een koele ontvangst en in koelen bloede. 

 

Fris betekent dus ook koel. Maar het zou natuurlijk aardig zijn als ook hier een miniem betekenisverschil aanwezig is. Antwoordt u eens op de volgende vraag. Wanneer hebt u het kouder, bij zin 1 of zin 2?

 

  1. Er waait een koel windje.
  2. Er waait een fris windje.

 

Mijn huis-tuin-en-keuken taal-veldonderzoek gaf een onduidelijke uitkomst. De aantallen ‘fris-kouders’ en ‘koel-kouders’ ontliepen elkaar niet veel. Wel denk ik iets anders ontdekt te hebben. De koel-kouders vonden fris iets aangenamer of positiever, en gaven vaak aan dat fris vaak ‘verfrissend’ betekent. Denk aan zinnen als: Door deze overname gaat er een frisse wind waaien in deze winkelketen. Met koele wind hier zou de spreker eerder aangeven dat er weinig enthousiasme is over de overname.

 

Spreek je dus eerder van (aangename) frisse wind als je het zelf warm of benauwd hebt, en van koele wind wanneer die factor ‘aangenaamheid’ geen rol speelt? Dat zou een mooie betekenis-factor zijn, de temperatuurbeleving van de spreker! Benieuwd naar de resultaten van uw taal-veldonderzoek.

 

O ja, en dan nog fris in de betekenis ‘zonder alcohol’. Dat is een vondst van reclamemaker Dick Schiferli, zo leert ons het Chronologisch Woordenboek van Nicoline van der Sijs. In de jaren vijftig moest er een Nederlands woord bedacht worden voor het Engelse ‘softdrink’. (Kom daar nu eens om!) De benaming ‘softdrink’ voor een niet-alcoholisch drankje werd te soft bevonden. Wij zouden nu zeggen: de benaming ‘softdrink’ is niet cool genoeg voor zo’n verfrissend drankje. (En ‘cool’ is weer iets anders dan ‘koel’). Wij kunnen het ons nu niet meer voorstellen, maar toen was fris in de betekenis ‘verfrissend’ een noviteit. Zoiets als ‘moei’ voor ‘vermoeiend’ (een moeivergadering?) zou zijn of ‘welk’ voor ‘verwelkend’ of ‘stoor’ voor ‘verstorend’. Met dank aan de reclamemaker.