menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

Kies een letter
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

authenticatie / autorisatie  

Er is een betekenisverschil.


authenticatie

identiteitscontrole van de gebruiker van een computersysteem (via code, persoonlijke kennis of eigenschap)
Een bekende vraag tijdens authenticatie is: wat is de meisjesnaam van je moeder?

 

autorisatie

de toegangsrechten van de gebruiker van een computersysteem; vergunning; volmacht
In ons bedrijf kan alleen de systeembeheerder autorisaties toekennen aan gebruikers.

 

De woorden worden vaak door elkaar gebruikt, toch gaat het om verschillende concepten. Beide woorden in één zin: Na authenticatie vindt autorisatie plaats om na te gaan wat je wel en niet mag doen.

authentiek / integer

De woorden verschillen in betekenis.

 

authentiek                 

echt, oprecht, ‘jezelf zijn’

 

Zij had geen verborgen doel, haar verhaal klonk authentiek.

 

integer                        

eerlijk, betrouwbaar, onkreukbaar

 

Wie blijft er integer in het centrum van de macht?

 

Het verschil is eigenlijk heel duidelijk, het is het verschil tussen ‘echt’ en ‘eerlijk’. Toch is de verwarring goed te begrijpen, want als je niet eerlijk bent, wijk je af van de werkelijkheid, en ben je dus niet echt. Helaas zorgen personeelsmanagers en communicatietrainers vaak voor extra verwarring. Zij verbinden aan authentiek en integer allerlei concepten in een onontwarbaar kluwen van: jezelf zijn in consistent, consequent en voorspelbaar gedrag, met trouw aan je eigen waarden. Gelukkig is onze Belastingdienst duidelijker, met weer een iets ander onderscheid in De factuur moet authentiek en integer zijn. Keurig netjes wordt daarna uitgelegd: Zorg dat u kunt laten zien dat de factuur authentiek (werkelijk door u gestuurd) en integer (onveranderd) is. Maar in het gewone taalgebruik is het duidelijker om authentiek met ‘zijn’ te verbinden, en integer met ‘handelen’.

automatisch / vanzelf

De woorden overlappen deels in betekenis, maar ook de overlap is niet helemaal volledig.

 

automatisch 

1. zelfwerkend, 2. zonder nadenken

 

Wifi gaat automatisch aan als je naar een nieuwe locatie rijdt.

Toen de chauffeur een hand opstak, zwaaide hij automatisch terug. 

 

vanzelf 

1. uit zichzelf, 2. vanzelfsprekend

 

Zo’n ontsteking gaat niet vanzelf over, helaas.

Mag ik ook mee? Vanzelf!

 

De woorden overlappen in de eerste betekenis. Ze betekenen dan beide: ‘zonder menselijk ingrijpen’ of ‘zonder hulp of invloed van buiten’. Ze kunnen in die betekenissen door elkaar worden gebruikt: Mijn nieuwe smartphone start, automatisch / vanzelf de drie laatst gebruikte apps op. 

 

Toch is er soms een subtiel verschil. Bij automatisch gaat het erom dat er na bijvoorbeeld een programmeeractie verder geen mens aan te pas komt, zoals bij de automatische piloot. Bij vanzelf ligt het accent op ‘eigen kracht’, zoals in Dat komt vanzelf wel weer goed. Daarom is de volgende zin ook heel betekenisvol: In ons ICT-bedrijf gaat alles automatisch maar niets vanzelf. Alles werkt volgens programma’s, maar dat heeft best wat moeite gekost.

baan / laan / pad / steeg / straat / weg

Er is een betekenisverschil.


baan

weg zonder hindernissen
Op de Rijssenhoutse Baan komen geen stoplichten, maar rotondes.


laan

weg met aan beide kanten bomen
Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan.

 
pad

smalle weg (doorgaans buiten de stad)
Gisteren hebben we een heel eind gewandeld over het Pieterpad.


steeg

smalle weg in de stad (begrensd door muren)
Die smalle steegjes, daar zou ik ’s avonds nooit in durven.


straat

weg met plaveisel
In het centrum is altijd wel een straat opgebroken.


weg

strook grond geschikt voor verkeer
In allerijl werden de wegversperringen langs de boulevards verwijderd.


Er zijn uiteraard nog meer aanduidingen voor 'wegen': boulevard bijvoorbeeld, dat van bolwerk komt, en eerst 'wandelplaats rond vestingwallen' betekende en later 'brede straat in een stad of aan de zee'. En allee is een dure laan. Een huis aan de Herwijnenallee is lommerrijker en vooral ook duurder dan een huis aan de Herwijnenlaan.


Omdat er in de afgelopen eeuwen nogal wat is veranderd, maar de namen gelijk zijn bleven, vinden we nu paden in steden en banen met veel hindernissen. Veel van de verschillen lichten op wanneer woorden voor weg 'opnieuw' gecombineerd worden:


— fietsweg?
Nee, die strook is smaller dan de weg voor de auto’s.
Dus ook geen autopad.


— glijpad?
Nee, glijbaan; want het gaat om 'hindernisvrij'.


— straatversperring?
Nee, want het gaat om 'ongeschiktheid voor verkeer'.


— de allee der deugd?
Als dat zou kunnen ... Troost u: er is geen baan naar de hel.

 

Tot slot: is een rijbaan een rijstrook? Ja, maar een baan kan soms ook uit meer rijstroken bestaan. En heel verwarrend: een tweebaansweg met op elke baan vier rijstroken heet een achtbaansweg.

bakje / doosje

Deze woorden kunnen nauwelijks verward worden.

 

bakje

klein doorgaans rechthoekig opberg- of bewaarmateriaal met platte bodem, zónder deksel

Ik ben dol op bureauaccessoires, kijk eens naar dit zwartleren pennenbakje.

 

doosje

klein rechthoekig of ook rond bewaar- of opbergmateriaal met platte bodem, mét deksel; klein verpakkingsmateriaal

  • Ach ja, dat bijouteriedoosje van oma, ik bewaar er paperclips in.
  • Niemand heeft belangstelling voor mijn verzameling lucifersdoosjes!

 

Bij een bakje lijkt opbergen of opruimen belangrijker dan bewaren, en bij doosje is dat andersom. Een doosje oogt ook iets duurder dan een bakje, misschien omdat de bewaarfunctie belangrijker is. Het duidelijkste onderscheid is: doosje mét deksel en bakje zónder deksel. Maar terwijl u verder leest, mag u alvast één (verklaarbare) uitzondering bedenken. Eerst een korte spoedcursus opbergmateriaal-taal Het gaat om drie criteria: 1. materiaal, 2. vorm, 3. inhoud.

 

Naast bakje kennen we ook mandje (materiaal: buigzaam, oorspronkelijk vlechtwerk; vorm: meestal rond en met gebogen bodem). En voor een doosje voorziet onze taal ten minste in de volgende specificaties, hier in alfabetische volgorde met de duidelijkste criteria: 

blikje (materiaal: blik), bonbonnière (inhoud: zie het woord zelf; vorm: meestal rond), cassette (inhoud: video’s, bestek), buideltje (materiaal: doorlaatbaar; vorm: buigzaam; inhoud: kruiden, thee;), etui (materiaal: textiel, plastic; vorm: buigzaam; inhoud: schrijfgerei, gereedschap), kokertje (vorm: langwerpig, rond), kuipje (materiaal: plastic; vorm: rond of met ronde hoeken; inhoud: zuivelproduct); trommeltje (materiaal: blik; vorm: doorgaans rond; inhoud: koekjes, snoepjes en ook oude knopen etc.). Nee, het woord vlootje doet niet mee, want dat komt alleen voor in botervlootje (zie hiervoor kuipje). En een schrijn hoeft niet klein te zijn (materiaal: fraai bewerkt; inhoud: relikwieën, kostbaarheden).

 

Welk woord past niet in deze onderverdeling? Juist, een broodtrommeltje hoeft niet van blik te zijn, en is ook niet rond. Ja, maar dit is een verkleinwoord van ‘broodtrommel’. Die was oorspronkelijk wel van blik, met zo’n ‘kwartrond-scharnierend’ deksel.

 

En die uitzondering bij het criterium mét of zònder deksel? Dat is het afvalbakje op het aanrecht. Zo’n bakje met een deksel zou afvaldoosje moeten heten, maar dat klinkt te duur voor de visueel en olfactorisch onaantrekkelijke inhoud, en roept ook ten onechte eerst de bewaarfunctie op. Altijd weer die uitzonderingen! Zo intrigerend.

bandeloos / bandloos

Er is een betekenisverschil.

 

bandeloos
losbandig
Hij leidde een bandeloos leven.


bandloos
zonder band
Zij droeg een jurk met bandloze taille.


Bij enkele woorden op -loos geeft de e betekenisverschil. Dit geldt niet alleen voor woorden eindigend op -loos, maar ook voor woorden die eindigen op -lijk. De vormen zonder e hebben doorgaans een letterlijke betekenis; de vormen met e hebben een meer figuurlijke betekenis. Zie ook:

  • goddeloos / godloos
  • nameloos / naamloos
  • smakeloos / smaakloos
  • stromeloos / stroomloos
  • werkeloos / werkloos
  • zinneloos / zinloos
  • zorgeloos / zorgloos
  • zouteloos / zoutloos

bandjir / banjir

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.


Het gaat hier om een leenwoord uit het Indonesisch, waar de j toch iets anders klinkt dan de j van Jan. De spelling met d komt dichter bij de Javaanse uitspraak. Het woord betekent overigens: 'plotseling opkomend hoogwater in een rivier als gevolg van zware regens'; zeg maar een riviertsunami.


Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

bankier / bankierder

Er is een betekenisverschil.


bankier
eigenaar van een bank, financiële dienstverlener (beroep)
Bij de salarissen van bankiers moet je ook de bonusregeling optellen.


bankierder
iemand die zijn eigen bankzaken regelt (privépersoon)
Regelmatig waarschuwt de politie bankierders voor internetfraude.

bar / café / kroeg

Er is een betekenisverschil.


bar
publieke drinkgelegenheid; hoge toonbank in café of kroeg
Een bar heeft vaker een moderner en strakker interieur dan een café of kroeg.
Er zaten drie mannen stilletjes aan de bar te drinken.


café
publieke drinkgelegenheid (vaak met mogelijkheid om iets te eten)
Ze noemen dit een bruin café, maar ik vind het meer een kroeg.


kroeg
publieke drinkgelegenheid (vaak met donkerder interieur)
Tegenover eetcafé De Eetage is nu café De Kroeg geopend.


De woorden verschillen vooral in wat je er behalve drankjes nog meer kunt bestellen. Ook is er soms verschil in sfeer of drankaanbod. Dat kun je zien aan onmogelijke combinaties: Je hebt geen eetbar maar wel een eetcafé. En voor een kopje thee of koffie ga je eerder naar een bar of een café dan naar een kroeg.

bases / basissen

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in stijl.


Enkele woorden van Griekse of Latijnse herkomst kennen een klassiek meervoud én een Nederlands meervoud. Een klassiek meervoud klinkt iets deftiger.


Soms zijn taalgebruikers zich er niet van bewust dat een woord van klassieke herkomst al in het meervoud staat, zoals bij musea. Ze zetten er dan ten onrechte nog een -s achter: musea’s. Andersom kan het ook: taalgebruikers gaan er soms van uit dat er een meervoudsvorm op -a bestaat, terwijl dat niet zo is. Er bestaan bijvoorbeeld geen platfora (maar wel platforms).

 

Daarom twee waarschuwingen:

  1. Plak geen -’s achter Latijnse meervouden. De woorden musea’s en centra’s zijn fout.
  2. Niet alle woorden op -um hebben een meervoud op -a. Er bestaan geen fotoalba.


De bekendste woorden met een klassiek en een Nederlands meervoud zijn de volgende:

  • catalogi / catalogussen
  • crises / crisissen
  • data / datums
  • doses / dosissen
  • laboratoria / laboratoriums
  • musea / museums
  • sera / serums
  • visa / visums

basiliek / kathedraal

De woorden verschillen in betekenis.

 

basiliek                      

bouwvorm uit de Oudheid, eretitel voor kerkgebouw

 

De basiliek van Constantijn in Trier werd al vroeg in de middeleeuwen het paleis van de aartsbisschop.

 

kathedraal                

bisschopskerk 

 

De Dom van Utrecht is wel een kathedraal, maar geen basiliek.

 

Een basiliek (van het Griekse woord voor ‘koning’) was oorspronkelijk een rechthoekige bouwvorm met verhoogd middendeel en zuilengalerijen. Daar sprak de koning recht en werd handel gedreven. Een kathedraal is een kerk waar een bisschop zijn zetel, zijn ‘cathedra’ heeft. Aan een kathedraal werd soms de eretitel basiliek verleend, bijvoorbeeld als de kerk een belangrijke functie had als bedevaartsoord. 

 

 

Als u het verschil minder relevant vindt, kunt u in beide gevallen het woord dom (van het Latijnse ‘domus’, huis, gebruiken. Het woord wordt ook wel gelezen als afkorting van ‘Deo Optimo Maximo’. Dit betekent, ‘aan de grootste God gewijd’, maar dat zijn natuurlijk alle kerkgebouwen. Beide woorden in één zin: Nederland telt twee kathedrale basilieken, de Sint Jan in Den Bosch en de Sint Bavo in Haarlem.

bastaard / basterd

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.


Vroeger betekende het woord vooral 'onecht kind'; hierbij hoorde de uitspraak met een duidelijke aa. Nu betekent het vooral 'rasloze hond' en wordt de aa vaak afgevlakt tot de e van de.


Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

bedrag / cijfer / getal / nummer

Er is een betekenisverschil.


bedrag
hoeveelheid geld
Je kunt een geldbedrag in cijfers en in woorden weergeven.


cijfer
symbool voor een hoeveelheid (0 tot en met 9), in bedragen, getallen en nummers
Mijn rekeningnummer bestaat nog uit zes cijfers.


getal
weergave van hoeveelheid
Het getal π is afgerond 3,14.


nummer
getal als volgnummer; identiteitsaanduiding
Weet jij het chassisnummer van je auto?


Een getal verhoudt zich tot een cijfer als een woord tot een letter. Een getal kan uit één cijfer bestaan, net zoals je woorden hebt van één letter: ergens de p in hebben;of uit cijfers met extra tekens: 1/2, net zoals p/a: 'per adres'. Een nummer kan ook andere symbolen dan cijfers bevatten: huisnummer 10a. En cijfer betekent ook 'beoordeling': Wat voor cijfer had jij voor Nederlands?

bedreiging / dreigement

De woorden hebben een gedeelde betekenis, maar er is ook een verschil.

 

bedreiging

dreiging met geweld, gevaar

  • Vrouw onder bedreiging van een mes van tas beroofd.
  • Cybercriminaliteit kan een serieuze bedreiging zijn voor de continuïteit van uw bedrijfsvoering.

 

dreigement

dreiging met woorden

De moskee werd vorige week ontruimd na een dreigement per e-mail.

 

Het gaat bij beide woorden om dreiging, om bangmakerij. Maar het verschil is het verschil tussen woord en daad. Strikt genomen is dus alleen de uitroep Ik maak je dood een 

dreigement. Maar als er dan ook nog een mes wordt getrokken, is er sprake van een 

bedreiging.

 

Het woord bedreiging heeft ook de meer algemene betekenis van ‘gevaar’. Opmerkelijk is dat zelfs het woord ‘beloven’ een dreigement kan zijn: Als ik vrij kom, dan beloof ik je dat ik je weet te vinden. Onze taal kent nog een ander woord voor bangmakerij: intimidatie. Dat is bangmakerij met de bedoeling iemands gedrag te beïnvloeden: U kunt seksuele intimidatie op de werkvloer ook anoniem melden.

beenderen / botten

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in gebruik en stijl.


beenderen

geraamte (vaak iets grotere botten)
Hier zijn vorig jaar de beenderen van twintig slachtoffers opgegraven.


botten

geraamte
Hij viel maar brak niets; hij heeft kennelijk sterke botten.


Met beenderen worden vaak iets grotere botten bedoeld. (Het woord been heeft ook de betekenis van onze onderste ledematen.) Daarom spreken we niet zo gauw over de beenderen van een kip. En beenderen wordt niet gebruikt in een culinaire context. We kluiven geen kippenbeenderen.

 

Ook lijkt er stijlverschil: beenderen is iets ouderwetser, iets plechtiger. Maar in andere gevallen kunnen beide woorden worden gebruikt: het klinkt niet bot wanneer je schrijft over het opgraven van botten van mensen.

 

Onze taal zit toch vreemd in elkaar. Woorden genoeg: geraamte, skelet, en ook nog karkas (geraamte van een kadaver, een dood dier). En zelfs nog een oud woord knook. En bij bot nog allerlei andere betekenissen: 'soort vis', 'soort worm', 'knop', 'stomp', 'ongevoelig' en zelfs 'robot'.

 

Maar toch geen duidelijk verschil tussen beenderen en botten. Het had zo makkelijk gekund: beenderen voor mensen, botten voor dieren. Dan maar niet.

beest / dier

De betekenissen overlappen, maar er is ook een klein verschil.
 
beest             
dier, vaak met de associaties ‘groot’, ‘wild’ of ‘onmenselijk’ 
Een krokodil is een dier, maar ik noem het liever een beest.
Hij is als een beest tekeergegaan.
 
dier                
een levend wezen dat geen mens of plant is 
De wetenschappelijke definitie van ‘dier’ is: elk lid van het Rijk der Animalia of Metazoa.
 
De woorden beest en dier kunnen in een ‘achtervoegsel’ ook de betekenis hebben ‘zeer gedreven’ of ‘met grote interesse’: feestbeest, gezelligheidsdier. En ook dan is er verschil in ‘wildheid’. Anders zouden we wel spreken van een ‘feestdier’ en een ‘gezelligheidsbeest’.

begeerte / verlangen

Er is een klein betekenisverschil.


begeerte
hevig verlangen (ook negatief )
Begeerte is de moeder van alle onrust.


verlangen
iets heel graag willen
'Succes is krijgen wat je verlangt. Geluk is houden wat je hebt.'

begeven / opgeven

De woorden verschillen in betekenis, en opgeven heeft nog andere betekenissen.

 

begeven                     

bezwijken

Moeten we nu echt al bang zijn dat deze dijk het gaat begeven?

 

opgeven                    

loslaten

Opgegeven als patiënt maar toch levend het hospice uit!

 

Vroeger betekende begeven ook ‘in de steek laten’, zoals te zien is in een uitspraak van de dichter-theoloog-musicus Coornhert uit de zestiende eeuw: Wat ik gaf is mij gebleven, wat ik vasthield heeft mij begeven. En we kennen van oudsher ook zich begeven met de betekenis ‘gaan’, zoals te zien is in het Wilhelmus, het veertiende couplet:

 

Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan.

 

Het werkwoord opgeven kent nog een prachtige variatie aan betekenissen. Neem alleen al de gebiedende wijs Geef op! De volgende zin bevat nog drie verschillende betekenissen.

 

Mevrouw Jansen had al opgegeven dat ze de poedermelk had opgegeven maar toch heeft haar baby tot twee keer toe ook de moedermelk opgegeven.

 

Over zo’n rijke variatie kan ik niet anders dan hoog opgeven!

begeven / opgeven

De woorden verschillen in betekenis, en opgeven heeft nog andere betekenissen.

 

begeven                     

bezwijken

Moeten we nu echt al bang zijn dat deze dijk het gaat begeven?

 

opgeven                    

loslaten

Opgegeven als patiënt maar toch levend het hospice uit!

 

Vroeger betekende begeven ook ‘in de steek laten’, zoals te zien is in een uitspraak van de dichter-theoloog-musicus Coornhert uit de zestiende eeuw: Wat ik gaf is mij gebleven, wat ik vasthield heeft mij begeven. En we kennen van oudsher ook zich begeven met de betekenis ‘gaan’, zoals te zien is in het Wilhelmus, het veertiende couplet:

 

Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan.

 

Het werkwoord opgeven kent nog een prachtige variatie aan betekenissen. Neem alleen al de gebiedende wijs Geef op! De volgende zin bevat nog drie verschillende betekenissen.

 

Mevrouw Jansen had al opgegeven dat ze de poedermelk had opgegeven maar toch heeft haar baby tot twee keer toe ook de moedermelk opgegeven.

 

Over zo’n rijke variatie kan ik niet anders dan hoog opgeven!

beginnen / starten

De woorden overlappen voor een deel, maar er zijn subtiele verschillen. En beginnen is ruimer in betekenis.

 

beginnen       

1. een begin maken met iets, 2. ondernemen, 3. zich uitstrekken in tijd of plaats

  • 1. Mijn auto begint nu kuren te vertonen.
  • 2. Ik vind het wel heel negatief als je zegt dat met deze leerlingen niets valt te beginnen.
  • 3a. We mochten niet meer naar binnen, want de film was al begonnen. (tijd)
  • 3b. Direct achter het hotel begint het bos. (plaats)

 

starten          

1. vertrekken van een beginpunt in een wedstrijd, 2. in beweging brengen of komen

  • 1. Twee renners konden niet starten vanwege ziekte.
  • 2. Mijn auto wil niet starten.

 

Natuurlijk is het flauw om in betekenisomschrijving 1 van beginnen het woord begin op te nemen. Het enige alternatief is het wat ouderwetsere aanvang. Er is ook een stijvere omschrijving: ‘aan het eerste onderdeel van iets gaan werken’. Uit betekenis 1, ‘een begin maken met iets’, is betekenis 2 goed voorstelbaar: Dan ga je iets doen of iets ondernemen. Die betekenis zien we ook terug in zinnen als O, daar was je het om begonnen. Deze zin kun je omschrijven met: ‘Dit was je opzet, dit wilde je ondernemen.’ Betekenis 3 lijkt vreemd, maar wordt begrijpelijk wanneer we ons realiseren dat ‘zich uitstrekken’ altijd een vertrekpunt, dus een begin heeft.

 

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar er is soms een subtiel verschil. Dit valt het beste uit te leggen via de eerste betekenis van starten, de ‘wedstrijdbetekenis’. Dit van oorsprong Engelse woord kende ook de betekenisaspecten ‘een kort moment’ en ‘plotselinge beweging’. Die aspecten zien we overigens ook terug in het verwante woord ‘storten’.

 

Bij starten gaat het vooral om de volgende betekenisaspecten: a. op een bepaald tijdstip; b. direct op volle kracht; c. een inspannende activiteit; d. gericht op een einddoel (bijvoorbeeld finish). Met deze aspecten is goed te verklaren dat we niet spreken over ‘startersgeluk’. Het gaat niet om de ‘wedstrijdbetekenis’. Je zou eventueel wel van ‘startersgeluk’ kunnen spreken wanneer een coureur door loting een goede positie heeft verworven bij de start van een autorace.

 

Bij beginnen is de ‘aanvang’ vaak langzamer en gradueel. Ook staat de inspanning dan niet voorop, en lijkt er minder sprake van een project met een einddoel. Het accent ligt dan op het maken van een ‘begin’, op het eerste onderdeel van een handeling of een serie handelingen. Zo kun je ook verklaren dat we niet zeggen dat jonge leerlingen met taalachterstand een ‘vals begin’ hebben op school. De schoolperiode kent immers een startmoment en activiteiten die leiden naar een einddoel.

 

Het blijven vage onderscheidingen. Maar wat kiest u?

 

  • 1. Hij is ooit een winkeltje begonnen/gestart met tweedehands spullen.
  • 2. Vorig jaar is zij een onderneming begonnen/gestart, en nu denkt ze al aan overname van een concurrent.
  • 3. Het nieuwe seizoen beginnen/starten we met een toernooi.
  • 4. Het volgende seizoen beginnen/starten we eerst met een enkele thuiswedstrijden.

 

De meesten zullen in 1. bij winkeltje eerder beginnen kiezen, en in 2. bij onderneming eerder starten. Dit komt waarschijnlijk doordat we bij het oprichten van een onderneming eerder denken aan een vast traject, met Kamer van Koophandel, enz. En misschien roept een onderneming ook meer de associatie van inspanning en activiteit op. In 3. gaat het om de opening van nieuwe seizoen, daarom eerder starten. In 4. gaat het om de eerste weken van het seizoen, daarom liever beginnen.

 

Ook zult u de volgende drie zinnen waarschijnlijk minder acceptabel vinden.

 

  • 5. Ik ga vanavond starten met opruimen.
  • 6. Wanneer start jij nu eens met je huiswerk?
  • 7. We wilden pas starten met kinderen toen we uitzicht hadden op goede huisvesting.

 

In deze zinnen klinkt starten vreemd omdat het betekenisaspect ‘direct op volle kracht’ niet relevant is. Het accent ligt op ‘een begin maken met iets’; daarom heeft beginnen de voorkeur.

 

Beide woorden in één zin? Ja, dat deed een reclamemaker: Direct als je de motor start, begint een nieuwe rijervaring. Maar bij ‘motor’ hoort al ‘starten’, dus deze zin doet niet mee. Deze dan misschien: Zeg, ik heb gemist hoe de film begint, kun je hem even opnieuw starten. Hoe dan ook, ik ben dit jaar begonnen, nee gestart, met een ‘woordpaar over aanvang’.

begraafplaats / kerkhof  

Er is een klein betekenisverschil.

 

begraafplaats

stuk grond waar overledenen worden begraven (of bijgezet)

 

Op deze begraafplaats kan ook de as van de overledenen worden verstrooid.

 

kerkhof

oudere begraafplaats bij een kerk

 

Met dit oude kerkhof in het dorpscentrum hebben de levenden de doden altijd bij zich.

 

Je zou misschien verwachten dat we spreken over de kerkhof. Toch is het het kerkhof, want hier gaat het niet om de tuin-betekenis (de hof) maar om de betekenis ‘erf’ of ‘binnenplaats’, en dan is het het hof.

 

Gelet op het feit dat er nu veel meer begraafplaatsen zijn dan kerkhoven, zou je enige verandering verwachten in de uitdrukking De dader ligt op het kerkhof (de dader is onbekend, of inmiddels overleden). Maar uitdrukkingen onttrekken zich aan vernieuwing, anders zouden we wel horen: De dader ligt op een begraafplaats. Of nog moderner: De dader zit in een urn of zelfs De dader is verstrooid.

beha / bh

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

In afkortingen schrijft men doorgaans alleen de eerste letter van het woord of woorddeel, dus bh. In een enkel geval is ook de notatie van de letteruitspraak ingeburgerd: teevee naast tv, deejay naast dj. Zo ook beha en bh. Taalgebruikers vinden de letteruitspraaknotatie soms kennelijk mooier. Daarom zijn deeveedee en weecee waarschijnlijk niet ingeburgerd.

 

In samenstellingen zou de afkorting iets lastiger lezen: bh-maat, push-up-bh. Maar behamaat en push-upbeha kunnen dan beter een streepje krijgen: beha-maat, push-up-beha. Zie ook:

  • cd / ceedee
  • deejay / dj
  • elpee / lp
  • teevee / tv
  • veejay / vj

behartenswaardig / behartigenswaardig

Er is geen betekenisverschil.


Taalliefhebbers zullen altijd op zoek blijven naar verschillen tussen woorden die hetzelfde betekenen. Maar bij dit woordpaar is die zoektocht zonder resultaat gebleven.


Oorspronkelijk was het behartigenswaardig. Het werkwoord is namelijk behartigen (ter harte nemen). De verkorte vorm met beharten is wellicht ontstaan naar het voorbeeld van werkwoorden als aanbevelen en betreuren in aanbevelenswaardig of betreurenswaardig.

 

Het zou overdreven zijn om behartenswaardig af te keuren, maar als een betere woordkeus u ter harte gaat, dus als u die behartigt, gebruik dan behartigenswaardig. Voor meer van deze woordparen kijkt u bij aanbevelenswaardig / aanbevelingswaardig.

beheersysteem / beheerssysteem

Er is een betekenisverschil.


beheersysteem
een systeem om iets te beheren
Er wordt gewerkt aan een nieuw beheersysteem voor museumcollecties.


beheerssysteem
een systeem om iets te beheersen
De nieuwe overschrijdingen vormen de aanleiding voor een nieuw beheerssysteem.


In de meeste gevallen geeft een tussen-s geen betekenisverschil: onderzoek(s)instituut, voeding(s)patroon. Maar in sommige gevallen is de tussen-s eigenlijk geen tussen-s, en is er wel een betekenisverschil. In het geval van beheren / beheersen kan een dijkgraaf heel subtiel aangeven hoe hij de strijd tegen het water ziet. Met een waterbeheersysteem heeft hij meer respect voor de natuur dan met een waterbeheerssysteem.


Zie voor andere voorbeelden van (mogelijk) betekenisverschil in samenstellingen met een tussen-s:

  • handelwijze / handelswijze
  • huidkleur / huidskleur
  • kindheid / kindsheid
  • liefdedaad / liefdesdaad
  • schilderatelier / schildersatelier
  • waternood / watersnood
  • zusterschool / zustersschool 


Nieuwe betekenisverschillen creëren op basis van een tussen-s is niet aan te bevelen. Het ooit gesuggereerde onderscheid tussen geluidhinder (het aantal gemeten decibels) en geluidshinder (de overlast zoals ervaren) schept verwarring.

behelzen / omhelzen

Er is een betekenisverschil.


behelzen
inhouden, bevatten
Het plan behelst de bouw van de nieuwbouwwijk aan de rand van het centrum.


omhelzen
omarmen, knuffelen
Hij omhelsde haar en probeerde haar te troosten.

« Vorige123456....35Volgende »
Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
020 521 89 22

Volg Jan Renkema

Twitter.com/Jan_Renkema www.janrenkema.nl
© 2009 - 2022 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.