menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

Inleiding Verwarwoordenboek

Dit Verwarwoordenboek is eigenlijk een ontwarwoordenboek. Het gaat om woordparen met een onduidelijk betekenisverschil, zoals afgunst / jaloezie en bloot / naakt. Om woorden met stijlverschil, zoals keuzen / keuzes en kooplieden / kooplui. En om woorden die niet echt verschillen: direct / gelijk / meteen. Het gaat om voorzetsels: gek op, gek met, gek van. Uiteraard gaat het ook om klassiekers als hun / hen, en spellingkwesties als friet / frites en tenslotte of ten slotte.

 

U kunt hier kiezen uit drie tekstjes vooraf: een taalfilosofische inleiding, een ‘creationistische’ beschouwing en een  voorwoord. Nee, over het verschil tussen een inleiding en een voorwoord heb ik nooit een vraag gehad.

Verwarwoordenboek

V
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z
# a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w y z

vijandelijk / vijandig

Er is een betekenisverschil.

 

vijandelijk

van de vijand
Ze zeiden dat hij was omgekomen door vijandelijk vuur, maar niemand geloofde dat.

 

vijandig

zoals een vijand zich gedraagt
Hij keek mij aan met vijandige blik.

 

Beide woorden in één zin: De vijandelijke troepen hadden opdracht gekregen om zich niet vijandig te gedragen jegens de burgerbevolking.

visa / visums

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in stijl.

 

Enkele woorden van Griekse of Latijnse herkomst kennen een klassiek meervoud én een Nederlands meervoud. De klassieke meervouden klinken iets deftiger. Voor meer woordparen met een klassiek en een Nederlands meervoud kijkt u bij bases / basissen.

vleien / vlijen

Er is een betekenisverschil.

 

vleien

naar de mond praten, de ijdelheid strelen
Ik voel me bijzonder gevleid door uw complimenten.

 

vlijen

voorzichtig neerleggen
Zij vlijde zich zonder schroom tegen hem aan.

 

De uitdrukking in het gevlij komen wordt vaak met een ei geschreven. Ten onrechte, maar wel begrijpelijk. Want de uitdrukking betekent: 'zich vlijen of plooien naar de wensen van een ander', en dat lijkt weer veel op gevlei. Beide woorden in één zin: De directeur was het gevlei beu van al die medewerkers die bij hem in het gevlij wilden komen.

 

De variatie ei-ij kent meer woordparen. Voor andere struikelblokken kijkt u bij bereiden / berijden.

vlieden / vlieten

De woorden overlappen deels, maar hebben ook een eigen betekenis.

 

vlieden          

snel vluchten, voorbijgaan     

 

Men moet voor den vijand vlieden, wanneer men weet dat men overwonnen zal worden.

 

vlieten           

stromen, voorbijgaan

 

De waterplanten in het beekje wuifden in het vlietende water.

 

Het gaat hier om twee verouderde, meer literair-poëtische woorden: vlieden-vlood-gevloden en vlieten-vloot-gevloten. Wie gebruikt er nu nog gevloden, zoals in onze beroemde Statenvertaling: Ik roep Heer, in angst tot U gevloden? Of wie zingt nu nog een oud strijdlied: Het bloed voor ons gevloten, gaat in de zege niet teloor? De vorm gevloten vinden we trouwens nog wel terug als spelfout: De scheidsrechter had nog niet gevloten.

 

De overlappende betekenis ‘voorbijgaan’ vinden we terug in een gedicht van J.C. Bloem (met dank aan Rob Delvigne). Hier de eerste strofe uit zijn gedicht Insomnia: 

 

Denkend aan de dood kan ik niet slapen,

En niet slapend denk ik aan de dood,

En het leven vliet gelijk het vlood,

En elk zijn is tot niet-zijn geschapen.

 

Over spelfouten gesproken: klopt dat wel die derde regel? Is vloot hier niet beter dan vlood? Gaat het hier om vlieden of om vlieten? De tekstbezorgers van Bloem kozen hier voor vlood. En zij hebben wel een punt. Want de dichter bedoelt hier, denk ik, dat het leven snel voorbijgaat, en dan denk je eerder aan vlieden (het ‘snelle’ van vluchten) dan aan het vlieten van het kalme vlietende water. Immers: Het leven vliedt als een schaduw heen. Zo kunnen we dankzij het lezen van Bloem ook nog een klein tempoverschil ervaren bij het woordpaar vlieden-vlieten in de betekenis ‘voorbijgaan’.

vlieden / vlieten

De woorden overlappen deels, maar hebben ook een eigen betekenis.

vlieden          

snel vluchten, voorbijgaan    

Men moet voor den vijand vlieden, wanneer men weet dat men overwonnen zal worden.

 

vlieten           

stromen, voorbijgaan

De waterplanten in het beekje wuifden in het vlietende water.

 

Het gaat hier om twee verouderde, meer literair-poëtische woorden: vlieden-vlood-gevloden en vlieten-vloot-gevloten. Wie gebruikt er nu nog gevloden, zoals in onze beroemde Statenvertaling: Ik roep Heer, in angst tot U gevloden? Of wie zingt nu nog een oud strijdlied: Het bloed voor ons gevloten, gaat in de zege niet teloor? De vorm gevloten vinden we trouwens nog wel terug als spelfout: De scheidsrechter had nog niet gevloten.

De overlappende betekenis ‘voorbijgaan’ vinden we terug in een gedicht van J.C. Bloem (met dank aan Rob Delvigne). Hier de eerste strofe uit zijn gedicht Insomnia:

Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood,
En het leven vliet gelijk het vlood,
En elk zijn is tot niet-zijn geschapen.

 

Over spelfouten gesproken: klopt dat wel die derde regel? Is vloot hier niet beter dan vlood? Gaat het hier om vlieden of om vlieten? De tekstbezorgers van Bloem kozen hier voor vlood. En zij hebben wel een punt. Want de dichter bedoelt hier, denk ik, dat het leven snel voorbijgaat, en dan denk je eerder aan vlieden (het ‘snelle’ van vluchten) dan aan het vlieten van het kalme vlietende water. Immers: Het leven vliedt als een schaduw heen. Zo kunnen we dankzij het lezen van Bloem ook nog een klein tempoverschil ervaren bij het woordpaar vlieden-vlieten in de betekenis ‘voorbijgaan’.

voeding / voedsel

De woorden worden door elkaar gebruikt, maar er is een subtiel verschil in betekenis.

 

voeding

dat wat voedt, met nadruk op ‘opnemen’

 

De voedingsmiddelenindustrie in China is de laatste jaren vaak in opspraak geweest.

 

voedsel

dat wat tot voeding dient, met nadruk op ‘innemen’

 

Een plant heeft drie dingen nodig om voedsel te maken: licht, water en kooldioxide.

 

Voeding is dus voedsel dat daadwerkelijk wordt opgenomen door de ‘eter’. Vandaar dat je kunt zeggen: Sommige dieren eten wel veel voedsel maar er zit weinig voeding in. Het onderscheid wordt ook duidelijk wanneer we kijken naar woorden als voedselvergiftiging(vergiftiging door wat je inneemt) en voedselpakket (in te nemen voedsel). Daarom is het geen ‘voedingsvergiftiging’ of ‘voedingspakket’. Ook zeggen wij geen ‘voedselwaarde’ of ‘voedselbodem’, want hier gaat het juist om iets dat ‘opgenomen’ wordt, en niet alleen maar ‘ingenomen’.

 

Maar het verschil wordt lang niet altijd in de praktijk gebracht. Hoe heten die vitaminepilletjes? Is dat een voedselsupplement of een voedingssupplement? Die pilletjes zijn bedoeld om te weinig voeding te compenseren van mensen die misschien meer dan voldoende voedsel tot zich nemen Dus gaat het hier om een voedingssupplement. En wat zegt u, babyvoeding of babyvoedsel? Moedermelk noemen wij in elk geval babyvoeding. Bij deze vloeistof gaat het niet zozeer om ‘innemen’ maar om ‘opnemen’. Zo ook zeggen wij geen sondevoedsel maar sondevoeding. Maar wanneer wordt babyvoedsel nu babyvoedsel? Als zo’n baby ouder wordt en die gelei uit potjes eet, of een fijngehakt prakje, dan is het nog voeding. Maar zodra er tandjes komen en er echt gekauwd kan worden, ja dan moet de peuter werk verzetten om het voedsel in te nemen.

 

Nog een laatste voorbeeld. Is het voedselcentrum of voedingscentrum? Dat hangt ervan af. Als het gaat om een distributiecentrum waar daklozen terecht kunnen voor een maaltijd, dan is het voedselcentrum. Daar kunnen bezoekers – zie de definitie hierboven – dan ‘innemen’ ‘wat tot voeding dient’. Als het gaat om een voorlichtingscentrum voor gezond eten, is het voedingscentrum. Dan gaat het om ‘dat wat voedt’ en om wat het lichaam nodig heeft om ‘op te nemen’.

voetlicht, over / voor

Er is een klein betekenisverschil.

 

over het voetlicht

duidelijk laten zien, laten uitkomen (vanaf het podium gedacht)
Je moet eerst eens nagaan hoe je je bezwaren het best over het voetlicht kunt brengen.

 

voor het voetlicht

belichten, onder de aandacht brengen (vanuit de zaal gedacht)
In al onze discussies zijn alleen zijn zwakke punten voor het voetlicht zijn gebracht.

 

Het verschil zit in de richting. In een toneelzaal met voetlichten op het podium om spelers of sprekers te belichten, kan men vanaf het podium iets duidelijk maken, maar men kan ook voor de zaal de aandacht op iets vestigen. De betekenissen lopen in elkaar over; immers, als je iets op een podium duidelijk laat zien, heb je het ook belicht.

 

De uitdrukking kan gecombineerd worden met brengen, halen, komen en treden, hoewel over het voetlicht halen wel iets vreemder klinkt dan voor het voetlicht halen.

voorbereiding, op / tot / van / voor

Er is geen betekenisverschil.

 

De voorzetsels zijn vaak inwisselbaar: de voorbereiding op, tot, van, voor een sollicitatiegesprek. De voorzetsels van en op komen het meest voor. Voor is vaak minder welluidend omdat voorbereiding ook al voor bevat. Uiteraard kunnen vaste verbindingen altijd roet in het eten gooien. Het is zich voorbereiden op. Vandaar: Hoe bereid je je voor op een sollicitatiegesprek?

voorn / voren

Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling.

 

De vis voorn mag ook gespeld worden als voren. Tussen de r en de n is vaak een korte overgangsklank hoorbaar, net als tussen de l en de m. Maar 'mellek' en 'fillem' zijn weer niet juist.

 

Er zijn meer woordparen waarbij een klein verschil in spelling geen betekenisverschil geeft. Voor een overzicht van deze woordparen kijkt u bij aambeeld / aanbeeld.

voorwaarde, onder / op

Er is geen betekenisverschil.

 

onder voorwaarde

op voorwaarde
Zij zijn getrouwd onder huwelijkse voorwaarden.

 

op voorwaarde

onder voorwaarde
Ik doe het alleen op deze voorwaarde.

 

U kunt zowel onder als op huwelijkse voorwaarden getrouwd zijn. Er is wel gesuggereerd dat op vaker wijst naar de toekomst, zoals in het tweede voorbeeld. Maar daar is geen bewijs voor. Ook wordt wel gezegd dat bij 'geen enkele voorwaarde' alleen onder mogelijk is, maar dan worden er wel heel veel fouten gemaakt.

vragen / verzoeken

De woorden zijn inwisselbaar, maar er is soms een klein verschil in betekenis of stijl.

 

vragen

een vraag stellen, verzoeken

Wat vraag je nu eigenlijk? Of ik nog van je houd?

 

verzoeken

vragen, eerder om iets al dan niet te doen

De politiefunctionaris verzocht mij om mijn zakken leeg te maken.

 

Beide woorden hebben nog een andere betekenis. Vragen betekent ook ‘nodig hebben’: Dit vraagt een grondige studie. En verzoeken betekent ook ‘op de proef stellen’ of ‘verleiden’, maar dat is wel ouder taalgebruik, zoals we dat nog terugzien in een regel uit het Onzevader in de protestantse versie: Leid ons niet in verzoeking.

 

Het is verleidelijk om de handeling of het nalaten ervan als betekenisverschil te markeren. Alleen bij verzoeken zou het dan gaan om ‘doen en laten’. Maar ook vragen heeft dit handelingsaspect: De politiefunctionaris kan mij ook vragen om mijn zakken leeg te maken. Wel is verzoeken iets formeler dan vragen. Toch zijn de woorden niet altijd inwisselbaar. Dat kun je zien aan bekende zegswijzen. Het is niet om raad verzoeken of naar de bekende weg verzoeken. Grappig trouwens dat dan hier vragen verklaard kan worden omdat het geen handeling betreft. En misschien ook daarom roept iemand het hemd van het lijf vragen een heel andere situatie op dan iemand het hemd van het lijf verzoeken.

vriend / kameraad

 

De woorden verschillen heel subtiel in gevoelswaarde.

 

vriend           

iemand met wie je verbonden bent in bijzondere genegenheid, empathie, interesses, opvattingen en levenshouding.

  • Ik heb veel familieleden, en een paar ervan zijn echt mijn vriend geworden.
  • Pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient, dan pas kan je zeggen: ik heb een vriend. (Toon Hermans)

 

kameraad     

ouderwets woord voor een (mannelijk) persoon, met wie je ook lief en leed gedeeld hebt; ook partij- of clubgenoot.

  • Ik ontmoette toevallig een oude kameraad, met wie ik tijdens mijn dienstplicht veel heb meegemaakt.
  • Het lied ‘Hand in hand, kameraden, voor Feyenoord één’ is ook door andere clubs overgenomen.

 

Aspecten die horen bij vriendschap, komen ook voor in huwelijk en gezin. Maar een broer of zus héb je, en een vriend of vriendin kíés je. En in vriendschap speelt seksualiteit geen rol. Wel kun je in een homofiele relatie spreken over mijn vriend in plaats van mijn partner. Heel intrigerend is dat in heterofiele relaties het verkleinwoord lichamelijke aantrekkingskracht verraadt:

 

Dat is mijn vriend. – Je bedoelt ‘je vriendje’? – Nee echt niet hoor, gewoon een vriend.

 

Ook in huwelijken of partnerrelaties is er sprake van kameraadschap (gedeeld lief en leed). Vandaar dat een volgende zin heel begrijpelijk is:

 

U behoeft op uw leeftijd toch niet te gaan scheiden, u kunt toch ook genieten van de in jaren gegroeide kameraadschap?

 

In de literatuur over vriendschap worden nog tal van andere aspecten genoemd, maar de meeste zijn terug te voeren tot de hier genoemde. Bijvoorbeeld ‘een zelfde gevoel voor humor’ dat te herleiden is tot levenshouding.

 

Het woord kameraad kent nog drie synoniemen: maatje, makker en kornuit. Verhelderend voor de betekenis van kameraad en deze synoniemen is de etymologie. Die valt gemakkelijk te achterhalen via etymologiewoordenboeken. In kameraad zit het woord ‘kamer’, dus iemand met wie je samen onder één dak leeft, een kamergenoot met wie je eet en slaapt. In oude soldatentermen dus een ‘slapie’. Vandaar ‘het lief en leed delen’ in de betekenisomschrijving  van dit woord. Moderner dan kameraad is maatje, waarin het woord ‘maaltijd’ verscholen zit net als in ‘maatschap’. (In het Noors bestaat dit woord nog: ‘mat’ voor ‘voedsel’). Een maatje is dus van oorsprong een tafelgenoot, en met zo iemand ga je vaak net iets intiemer om in het leven van alledag dan met een vriend. Een maatje is iemand met wie je heel goed kunt samenleven of samenwerken. In makker zit het woord ‘maken’, in de betekenis ‘iets passend maken’, dus een makker is een kameraad die goed bij je past. In kornuit zit het Latijnse ‘cornus’ voor ‘hoorn’. Een hoorndrager was vroeger iemand met slechte bedoelingen. Een kornuit was dus oorspronkelijk een makker in het kwaad. Maar tegenwoordig wordt niet het slechte benadrukt maar eerder het kwajongensachtige. Van al deze woorden wordt alleen maatje nog redelijk frequent gebruikt als modernere variant van kameraad.

 

 

vrij, hebben / zijn

Er is een betekenisverschil.

 

vrij hebben

vrijaf hebben
We hebben het laatste onderdeel gehad, en hebben nu vrij tot overmorgen.

 

vrij zijn

geen verplichtingen hebben
Wanneer zou ik eindelijk eens vrij zijn!

 

Vrij hebben geeft een afwijking aan van een patroon van bezigheden: Op vrijdag hebben de kinderen vrij. Vrij zijn past wel in een patroon van bezigheden: Op zaterdag zijn de kinderen vrij.

« Vorige12
Banner

Verwarwoordenblog

Nieuwsgierig naar de meest actuele blogs over verwarwoorden? Kijk verder op www.neerlandistiek.nl

 

 

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.