Er is een betekenisverschil.

 

tweejaarlijks

één keer per twee jaar
Onze gemeente heeft een tweejaarlijkse cultuurprijs ingesteld.

 

tweejarig

twee jaar durend, twee jaar oud
We hebben deze spelers een tweejarige aanbieding gedaan.

 

Het onderscheid kan nuttig zijn wanneer je wilt intekenen op een cursus. Als het een tweejarige cursus is, bent u twee jaar bezig. Als het een tweejaarlijkse cursus is, loopt u de kans dat de cursus pas volgend jaar wordt gegeven. Bij andere periodeaanduidingen bestaat een soortgelijk verschil: tweewekelijks is 'om de week', en een tweeweekse weersvoorspelling blikt veertien dagen vooruit.

 

Tweejaarlijks wordt soms ook geïnterpreteerd als 'twee keer per jaar', maar daarvoor hebben we toch echt het woord halfjaarlijks. X-jaarlijks betekent 'één keer per x jaar', dus de Olympische Spelen worden vierjaarlijks gehouden, en een biënnale is een tweejaarlijkse kunstmanifestatie.