De woorden verschillen in betekenis. En kop heeft nog andere betekenissen.

 

kop   

hoofd van een dier, schedel en gezicht; soms ook van een mens

  • De kop van deze vogel is volledig zwart, inclusief de snavel.
  • Paarden hebben geen kop maar een hoofd.

 

snuit 

het vooruitstekend deel van een kop: neus en bek; soms ook van een mens

  • Je houdt dierenmishandeling in stand wanneer je een hond koopt met een te korte snuit.
  • De bruinvis is een zee-zoogdier met een stompe snuit en een spuitgat op de kop.

 

De kop is het bovenste of voorste ‘deel’ van een dier. Maar niet alleen van een dier. Het aspect ‘bovenste’ zien we ook terug in: de kop van een spijker en krantenkop. En het aspect ‘voorste’ zien we terug in: Hij fietste op kop en De auto sloeg over de kop. Vanuit ‘bovenste’ kan dan ook het aspect ‘hoogste’ of ‘laatste’ worden benoemd, zoals in kopstudie. En vanuit ‘voorste’ kan dan ook het aspect ‘eerste’ worden benoemd: We zijn begonnen, de kop is eraf. Of: Dit verhaal heeft kop noch staart.

 

Beide woorden worden ook voor mensen gebruikt. Maar dat is doorgaans niet positief: Kop dicht en Hou je snuit. Maar onze taal zou onze taal niet zijn, wanneer we aan deze woorden geen positieve draai kunnen geven met een achtervoegsel: Wat een leuk koppie, wat een schatje, wat een lief snuitje! In het laatste geval wordt voor snuit ook de variant snoet gebruikt. Dat zien we ook mooi terug in een ander woord voor ‘babydoekje’: snoetenpoetser.