De woorden worden door elkaar gebruikt, maar hebben elk hun eigen betekenisaspect. Wel lijkt er sprake van een klein verschil in gebruik. En bij ‘maximaal’ is er soms ook woordsoortverwarring.

 

hoogstens   

op zijn hoogst, maximaal

  • U houdt misschien enkele dagen last, hoogstens een week.
  • De tegemoetkoming bedraagt hoogstens € 134 per maand.

 

maximaal   

zo hoog mogelijk, hoogstens

  • U hebt al maximaal gebruik gemaakt van de regelingen voor kredietvergoeding.
  • De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 134 per maand.

 

Het woord hoogstens werd vroeger wel bekritiseerd als germanisme. Merkwaardigerwijs kwam er geen kritiek op minstens. Toch is hoogstens minstens even goed Nederlands als het uit het Latijn afkomstige ‘maximaal’.

 

Beide woorden hebben de betekenis ‘het hoogste punt’. Wel is er een miniem verschil in perspectief mogelijk. Bij maximaal kan het accent liggen op ‘zo hoog mogelijk’; de betekenis die we ook terugzien in ‘maximaliseren’. Bij hoogstens gaat het eerder om ‘het hoogste punt’ zélf. Maar dit verschil doet er vaak niet toe. Daarom is het begrijpelijk dat de woorden door elkaar worden gebruikt.

 

Toch blijft het dan een uitdaging om een mogelijk verschil op te sporen. Er zijn drie betekenisaspecten die hier de aandacht verdienen.


1. Er is wel gesuggereerd dat het bij maximaal eerder om een schaalverdeling gaat van een minimum naar een maximum, en dat bij hoogstens de tegenhanger ‘minstens’ minder een rol speelt. Maar het blijkt heel moeilijk om dit met duidelijke voorbeelden te bewijzen.

 

2. Een betere kandidaat is een mogelijk stijlverschil. Hoogstens klinkt velen wat ouderwets of stijf in de oren. Jongeren zouden eerder maximaal gebruiken, met max als ‘snelle’ verkorting. In een stilistisch veldonderzoekje zou dan ook hooguit moeten worden betrokken als een minder formele variant van hoogstens, en uiteraard ook de varianten op zijn hoogst (net iets minder stijf) en ten hoogste (iets stijver).

 

3. Een mogelijk derde verschil is interessanter. Bij maximaal verwacht je eerder een precieze aanduiding, zoals op een schaalverdeling (zie ook onder 1). En hoogstens zou dan gemakkelijker gecombineerd kunnen worden met een wat vagere aanduiding. Dus eerder maximaal acht dagen en bijvoorbeeld hoogstens een week. Alweer een aardig onderwerp voor een onderzoekje.

 

Het woord maximaal laat nog een mooi verschijnsel zien in woordsoortgebruik. Vergelijk de volgende zinnen:

 

De maximale vergoeding bedraag € 134 per maand.

 

De vergoeding bedraag maximaal € 134 per maand.

 

De maximumvergoeding bedraagt €134 per maand.

 

De vorm maximale is een bijvoeglijke naamwoord: de maximale snelheid. Dit bijvoeglijk naamwoord kan ook als bijwoord worden gebruikt: het tweede voorbeeld. Maar in plaats van een bijvoeglijk naamwoord zien we ook vaak het zelfstandig naamwoord. Dus niet de maximale snelheid, maar de maximumsnelheid (één woord, dus niet zoals in het Engels ‘maximum speed’). Dit verschil in woordsoort roept uiteraard de vraag op of er ook verschil in betekenis is. Het lijkt erop dat maximumsnelheid eerder verwijst naar een vastgestelde richtlijn over de toegestane snelheid, terwijl maximale snelheid eerder wijst op de hoogst mógelijk te bereiken snelheid. In Vlaanderen komt het bijwoord ook als zelfstandig naamwoord voor: Je mag daar maximum 30 rijden. Maar in Nederland gebeurt dat niet of nauwelijks. Mogen we hieruit afleiden dat Nederlanders gevoeliger zijn voor het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord, of tussen attributief en predicatief gebruik? Nee, nu geen derde suggestie voor nader onderzoek. Wel ben ik benieuwd hoe de Vlaamse lezers van deze rubriek hierover denken.

 

Nog een laatste detail. Wat zegt u, máximaal of maximáál? Of gebruikt u beide klemtonen, maar dan wel in verschillende situaties? Bijvoorbeeld maximáál waarin u extra emotie wilt uitdrukken. Een helder antwoord op deze vraag zou ik wel een máximáál resultaat durven noemen van de behandeling van dit verwarpaar.