De woorden overlappen in betekenis, maar hebben ook een eigen betekenis of betekenisassociatie.

 

omkleden      

andere kleren aandoen, in woorden ‘kleden’

  • Dat is een heel vies werkje, ik zou me eerst maar even omkleden.
  • Bij afwijking van de termijn moet hierover met redenen omkleed mededeling worden gedaan.

 

verkleden      

andere kleren aandoen, voor een feest of als vermomming

  • Zo kun je niet naar zo’n dure receptie, ga je eerst maar verkleden!
  • Je krijgt vanzelf een leuk kinderpartijtje als je de kinderen vraagt om zich te verkleden.

 

In de jaren dertig van de vorige eeuw werd omkleden als germanisme of ‘te Duits’ betiteld, maar dat is ook gebeurd met een woord als ‘kwark’, dat ‘wrongel’ zou moeten zijn, of ‘rauwkost’, dat ‘rauwe kost’ zou moeten zijn. We zijn nu bijna een eeuw verder, en onze taal is nog springlevend!

 

Wel is er een mooi, subtiel verschil. En dat zit in het andere van ‘andere kleren aandoen’. Bij omkleden gaat het van nette kleding naar minder nette kleding. En bij verkleden van minder nette naar feestelijk kleding. En verkleden heeft dan ook nog het aspect ‘vermomming’.

 

Graag ben ik voor de verandering eens heel streng. Er zijn taalgebruikers die ook bij de verandering van minder netjes naar netjes omkleden gebruiken, dus: Zo kun je niet naar zo’n dure receptie, ga je eerst maar omkleden!  Laten we dat toch niet doen. Het is zo eenvoudig, dat eenrichtingsverkeer: bij om wordt het minder netjes, en bij ver wordt het netter of feestelijker. We gaan ons toch ook niet omkleden voor carnaval. Nou dan!