Er is een klein betekenisverschil.

 

grot 

onderaardse ruimte, ontstaan door inwerking van water

 

Deze grote zeegrot in Griekenland, eigenlijk een onderaardse rivier, werd wel gedacht de ingang tot de onderwereld te zijn. 

 

spelonk 

holte in een berg

 

Archeologen hebben deze berg onderzocht en vonden in een nog onontdekte spelonk rotstekeningen van duizenden jaren oud.

 

Een ‘holte in een berg’ is ook een ‘onderaardse ruimte’. Er is dus overeenkomst in betekenis. Maar het verschil zit in het ontstaan van de ruimte of holte. Een spelonk ontstaat door een ‘bergbeving’, bijvoorbeeld een inwendige instorting. Een grot ontstaat door de inwerking van onderaards rivier- of zeewater, bijvoorbeeld koolzuurhoudend water waarin kalksteen oplost. 

 

Een holbewoner, waar zou die liever leven, in een spelonk of in een grot? Waarschijnlijk in een spelonk, want die is doorgaans droger. Een grot is vaak nogal vochtig als gevolg van het doorsijpelende water met als gevolg: stalactieten (hangend) en stalagmieten (staand).

 

Grotten zijn ook vaak groter dan spelonken. Er bestaan enorme grottenstelsels (geen spelonkenstelstels). Verwarrend is dat we de onderaardse mergelgroeven in Limburg ook grotten noemen. Ja, af en toe is handig gebruikgemaakt van een onderaardse, drooggevallen rivierbedding, maar toch. De dichtstbijzijnde grotten zijn de grotten van Han in de Ardennen. 

 

Verwarrend is ook dat we ook over ‘speleologen’ spreken als het gaat om grotonderzoekers, maar misschien moeten we dat maar voor lief nemen: speleologie als tak van aardwetenschap die zich bezighoudt met holenonderzoek in het algemeen. 

 

Tot slot, er zijn ook catacomben en crypten. Dat zijn eveneens onderaardse ruimten. Maar een catacombe is een onderaards grafcomplex, en een crypte is een onderaardse grafkelder of kapel. Zo dat is ook weer duidelijk.