De woorden overlappen deels in betekenis, maar ook de overlap is niet helemaal volledig.

 

automatisch 

1. zelfwerkend, 2. zonder nadenken

 

Wifi gaat automatisch aan als je naar een nieuwe locatie rijdt.

Toen de chauffeur een hand opstak, zwaaide hij automatisch terug. 

 

vanzelf 

1. uit zichzelf, 2. vanzelfsprekend

 

Zo’n ontsteking gaat niet vanzelf over, helaas.

Mag ik ook mee? Vanzelf!

 

De woorden overlappen in de eerste betekenis. Ze betekenen dan beide: ‘zonder menselijk ingrijpen’ of ‘zonder hulp of invloed van buiten’. Ze kunnen in die betekenissen door elkaar worden gebruikt: Mijn nieuwe smartphone start, automatisch / vanzelf de drie laatst gebruikte apps op. 

 

Toch is er soms een subtiel verschil. Bij automatisch gaat het erom dat er na bijvoorbeeld een programmeeractie verder geen mens aan te pas komt, zoals bij de automatische piloot. Bij vanzelf ligt het accent op ‘eigen kracht’, zoals in Dat komt vanzelf wel weer goed. Daarom is de volgende zin ook heel betekenisvol: In ons ICT-bedrijf gaat alles automatisch maar niets vanzelf. Alles werkt volgens programma’s, maar dat heeft best wat moeite gekost.