De woorden verschillen in betekenis.

 

eigenlijk

1 zoals het ‘van zichzelf’ is, in werkelijkheid, in het echt;

2 aanduiding van ‘modaliteit’: onzekerheid (2a), voorzichtigheid (2b); verontschuldiging (2c), ‘toegevende afweer’ (2d).

 

1 Hij verpakt het vriendelijk, maar eigenlijk zegt hij dat hij jou niet ziet zitten in die functie.

2a Mag je daar eigenlijk barbecueën?

2b Eigenlijk zou je eens een paar maanden vrij moeten nemen.

2c Ik ben eigenlijk op zoek naar sandalen die je ook als gymschoenen kunt gebruiken.

2d Ik heb het eigenlijk veel te druk om jou te helpen, maar vooruit dan maar.

 

feitelijk

gebaseerd op de feiten (objectief, niet subjectief)

 

Wat jij beweert is feitelijk onjuist.

 

Deze brief geeft een feitelijk relaas van de voortgang van de afgelopen maanden.

 

De scheiding van tafel en bed is een hybride toestand tussen de feitelijke scheiding en de echtscheiding.

 

Het woord eigenlijk in de eerste betekenis gerelateerd aan de tegenstelling ‘schijn en wezen’ of ‘buitenkant-binnenkant’: Hij komt altijd arrogant over, maar eigenlijk is hij heel onzeker. In plaats van eigenlijk in de eerste betekenis wordt ook in feite gebruikt: In feite zegt hij tegen jou dat je niet geschikt bent voor deze functie.

 

Het woord feitelijk is gerelateerd aan de tegenstelling ‘objectief-subjectief’. Deze geëmotioneerde weergave stemt niet overeen met de feitelijke gang van zaken.

 

Heel rijk is het woord eigenlijk in de tweede betekenis, waarmee je als taalgebruiker iets kunt aangeven van je ‘binnenkant’, bijvoorbeeld hoe je je voelt bij de ‘buitenkant’ van wat je zegt. Daarmee is eigenlijk een zogenoemd modaliteitswoord geworden, een woord waarmee je kunt aangeven hoe je je verhoudt tot de werkelijkheid waarnaar de zin verwijst. Vergelijk de volgende twee zinnen:

 

Hij krijgt deze nieuwe baan.

Hij zou best wel eens deze nieuwe baan kunnen krijgen.

 

De onderstreepte woorden geven samen een wens-modaliteit aan. Zonder die woorden klinkt de zin krachtiger en directer, maar met die ‘modale woorden’ wordt heel voorzichtig een verzuchting of een wens uitgedrukt. Woorden van modaliteit zijn vaak weglaatbaar. Welke kunnen er weg in de volgende zin?

 

Er is in feite eigenlijk geen verschil van mening, de feitelijke omstandigheden zijn voldoende duidelijk.

 

Antwoord: de eerste twee, ‘in feite’ en ‘eigenlijk’. En mocht je toch modaliteit willen uitdrukken, dan is één van de twee voldoende.

 

Er zijn taalgebruikers die zeggen dat je eigenlijk niet zo vaak moet gebruiken. Een dialoogje zou dan kunnen zijn:

 

– Je moet het woordje ‘eigenlijk’ niet zo vaak gebruiken.

– Ja, je hebt gelijk.

 

Toch kan het soms nodig zijn om iets van je binnenkant te laten zien. Bijvoorbeeld als je niet zo zeker bent van je advies of als je denkt dat je dit advies niet kunt opvolgen. Dan krijg je het volgende dialoogje:

 

– Eigenlijk zou je het woordje ‘eigenlijk’ niet zo vaak moeten gebruiken.

– Ja, je hebt eigenlijk wel gelijk ja.