Er is geen of een te subtiel verschil in betekenis. Er is wel verschil in gebruik.
 
kapot             
beschadigd, defect, gebroken, afgepeigerd 
Is uw autonavigatie kapot of stuk, dan bent u bij ons aan het juiste adres!
 
stuk               
beschadigd, defect, gebroken, afgepeigerd 
Na zoveel maanden zie ik nu wel in dat ik mezelf langzaam van binnen stuk en kapot heb gemaakt.
 
De voorbeelden suggereren een subtiel verschil is. Bijvoorbeeld bij een kapotte navigatie een defect aan de oplader en bij stuk eerder een gebroken scherm. Ook lijkt kapot (niet te repareren?) soms iets sterker dan stuk (wel te repareren?). Maar u hebt echt geen taalachterstand als u deze subtiele onderscheidingen niet aanvoelt. In de voorbeelden hierboven kan een van de twee woorden zonder bezwaar weg.
 
Er zijn ook taalgebruikers die bij kapot eerder ook aan de figuurlijke betekenis van ‘afgepeigerd’ of ‘uitgeput’ denken zoals in Ik werk me kapot of Ik lach me kapot. Maar de uitdrukkingen met stuk zijn zeker niet ongebruikelijk. Andere taalgebruikers denken bij stuk eerder aan ‘gebroken’, zoals in Mijn schermpje is stuk. Maar een vaas kan evengoed kapot als stuk zijn.
 
Er is wel verschil in gebruik. Je kunt zeggen Mijn auto is kapot en de kapotte auto. Maar bij stuk ligt dat anders. Je kunt wel zeggen Mijn auto is stuk maar niet de stukke auto. Stuk kan niet vóór een zelfstandig naamwoord gebruikt worden. Wel in een andere betekenis natuurlijk: een stuk taart, een stuk ongeluk, maar dan is stuk zelf ook een zelfstandig naamwoord.