Er is geen betekenisverschil.

 

Taalliefhebbers zullen altijd op zoek blijven naar verschillen tussen uitdrukkingen die hetzelfde betekenen. Maar bij dit woordpaar is die zoektocht zonder resultaat gebleven. Hier drie pogingen:

 

1.  Rooms-katholieken of zuiderlingen hebben een voorkeur voor op vakantie en noorderlingen voor met vakantie. Zie ook in de eerste plaats / op de eerste plaats.


Misschien was dit vroeger zo, maar het verschil is nu vervaagd.

 

2.  Op vakantie is eigenlijk fout: het is een contaminatie, een vermenging, van op reis en met vakantie.


Deze redenering is te gezocht. Ook al zou het een contaminatie zijn, dan nog ervaart nauwelijks iemand het als contaminatie. Bovendien zouden we dan ook andere, door niemand zo ervaren contaminaties moeten afkeuren, bijvoorbeeld veronderstellen uit vermoeden en onderstellen, of versturen uit verzenden en sturen of tussen de middag uit tussen de werktijden en omstreeks de middag.

 

3.  Met vakantie betekent eerder 'niet op het werk'. Dus u kunt met vakantie zijn of gaan, maar nog niet naar uw vakantiebestemming vertrokken zijn. Op vakantie betekent eerder 'op de vakantiebestemming'. Dus: Ik ben wel met vakantie, maar u kunt mij tot vrijdag nog bereiken; daarna ben ik echt op vakantie.


Maar dit onderscheid lijkt alleen nuttig voor werknemers die moeilijk los kunnen komen van hun werk, en dus snel echt op vakantie moeten.