Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in combinatiemogelijkheden.

 

Het woordje u is van oorsprong een derde persoon enkelvoud: u is, u heeft. Maar tegenwoordig vat men u op als een tweede persoon, omdat het de beleefdheidsvorm is voor jij. Vandaar: u bent, u hebt. Omdat u is, derde persoon, veel minder voorkomt dan u bent (tweede persoon) is de tweede persoon ook bij hebben in opmars. U hebt (tweede persoon) wordt nu ook gebruikt naast u heeft (derde persoon).

 

Wees wel consequent. In de volgende voorbeelden worden de tweede en de derde persoon door elkaar gebruikt:

  • Wanneer u gehuwd bent en een kind heeft.
  • U hebt zich vergist.

 

In de eerste zin staat bent (tweede persoon) en heeft (derde persoon). In deze zin moet heeft vervangen worden door hebt. En in de tweede voorbeeldzin hoort zich bij de derde persoon, terwijl hebt bij de tweede persoon hoort. Om consequent te zijn moet u óf hebt vervangen door heeft óf zich vervangen door u.

 

Het volgende voorbeeld laat zien dat het gebruik van hebt of heeft ook betekenisverschil kan veroorzaken. Want wie heeft wie bediend in een zin als De man die u bediend heeft? Met hebt was u de ober. Zie ook u kan, wil, zal / u kunt, wilt, zult.