Er is een klein betekenisverschil.

 

ongelofelijk

niet te geloven, buitengewoon (vaak iets zwakker)
De energiekosten zijn ongelofelijk laag.

 

ongelooflijk

niet te geloven, buitengewoon (vaak iets sterker)
De hele maand niet gebeld? Ongelooflijk!

 

De spelling ongelovelijk is onjuist, maar wel goed te begrijpen. Geloven is immers met een v, maar hier gaat het toch om geloof. Voor de notatie -elijk of -lijk zijn nauw(e)lijks regels te geven.

 

De meeste gevallen geven geen problemen. Niemand zegt of schrijft herelijk voor heerlijk of openelijk voor openlijk. In sommige gevallen komt er altijd een e: wettelijk. In andere gevallen zijn beide vormen geaccepteerd: ondraaglijk / ondragelijk. De volgende twee regels bestrijken de meeste probleemgevallen:

  1. Er komt een e wanneer het deel voor -lijk eindigt op een zogenoemde plofklank (p, t, k en b, d, nk): hopelijk, wettelijk, zakelijk, onhebbelijk, dadelijk, afhankelijk.
  2. Beide notaties zijn mogelijk als het deel voor -lijk eindigt op een zogenoemde schuurklank (f, s, g / ch) of op de w, de m, en de n na een korte klinker: lijf(e)lijk, huis(e)lijk, genoeg(e)lijk, belach(e)lijk, vrouw(e)lijk, onnoem(e)lijk.

 

De regels dekken niet alle gevallen. De woorden dagelijks, degelijk, lichamelijk, mogelijk, vrijelijk treft men zelden of nooit in de andere variant aan.

 

De -e-v zorgt, net als in de woorden eindigend op -loos, soms voor een subtiel verschil. De vorm zonder e, met zware klemtoon, doet iets deftiger aan en klinkt ook vaak iets sterker: ongelooflijk is verbazingwekkender dan ongelofelijk; ijslijk is vreeswekkender dan ijselijk; zinlijk is zinnelijker dan zinnelijk, enz. In gesproken taal kan men nog nadruk leggen door de lettergreep met e ook te beklemtonen: ongelófélijk.