Er is een betekenisverschil.

 

leegte

inhoudsloosheid, afwezigheid
Nu alle dozen waren ingepakt gaapte de kamer haar als een grote leegte aan.

 

ruimte

beschikbare uitgestrektheid
Onder het trapgat was een kleine ruimte uitgespaard voor de stofzuiger.

 

In één zin: De leegte kan ruimte geven voor een nieuw inzicht.