4. Is het 'u hebt' of 'u heeft'?
Beide vormen zijn juist. U hebt klinkt iets gewoner.
Het woordje u is van oorsprong een derde persoon enkelvoud: u is, u heeft, u kan, u wil, u zal. Maar tegenwoordig vat men u op als een tweede persoon enkelvoud, omdat het de beleefdheidsvorm is van jij. Vandaar: u bent, u hebt, u kunt, u wilt, u zult.
Omdat u is (derde persoon) veel minder voorkomt dan u bent (tweede persoon) is de tweede persoon ook bij hebben in opmars. U hebt (tweede persoon) wordt nu ook gebruikt naast u heeft (derde persoon).
Wees wel consequent. In de volgende voorbeelden worden de tweede en de derde persoon door elkaar gebruikt:
- Wanneer u gehuwd bent en een kind heeft.
- U hebt zich vergist.
In zin 1 staat bent (tweede persoon) en heeft (derde persoon). In deze zin kan heeft beter vervangen worden door hebt. En in zin 2 hoort zich bij de derde persoon, terwijl hebt bij de tweede persoon hoort. Om consequent te zijn, moet u óf hebt vervangen door heeft, óf zich vervangen door u.
Een heel enkele keer is er betekenisverschil tussen hebt en heeft. Wie heeft wie bediend in De man die u bediend heeft? Met hebt was u de ober.
Zie voor meer informatie paragraaf 7.1.2 in de Schrijfwijzer.