menu
Inloggen
Online oefenen
  • Over schrijfwijzer
    • Over de auteur
    • Over het boek
    • Schrijfwijzer voor het onderwijs
  • Taalvragen
    • Top 33 taalvragen
    • Spellingkwesties
    • Verwarwoordenboek
    • Tekstanalyse
    • Vaktermen
    • Videocolleges
  • Schrijfwijzer online
  • Oefeningen

ervan afvallen/ervan af vallen

‘er’, ‘hier’, ‘daar’, ‘waar’ + voorzetsel + werkwoord

Of je ‘er’ (hier, daar, waar) + voorzetsel + werkwoord aan elkaar schrijft of niet, is best ingewikkeld. Zie hiervoor de Schrijfwijzer Online. Je kunt wel de volgende analyse toepassen. 

  • Hoort het voorzetsel bij het werkwoord? Schrijf het er dan aan vast. (afvallen = gewicht verliezen; ik ben ervan afgevallen)
  • Hoort het voorzetsel niet bij het werkwoord? Schrijf het dan niet aan het werkwoord vast. (vallen van iets af; van iets af vallen; ergens vanaf vallen)

Vergelijkbare voorbeelden

-        Ik heb ernaartoe gewerkt. (werken naar iets toe – ernaartoe werken)

-        Hij praatte eromheen. (praten om iets heen – ergens omheen praten)

-        Daarop word je echt niet afgerekend. (afrekenen op – ergens op afrekenen)

-        Ik reken erop dat je erbij bent. (rekenen op iets – erop rekenen)

-        Hij is van de trampoline af gevallen. (vallen van iets af – ervanaf vallen)

-        Je kunt ervanuit gaan dat je geslaagd bent. (uitgaan van iets – ervan uitgaan)

Lees de toelichting in Schrijfwijzer online
paragraaf 8.3.5, regel 24 en 25
Renkema

Contact


Uitgeverij Boom
Prinsengracht 747
1017 JX Amsterdam
info@schrijfwijzer.nl
088-0301000

Jan Renkema

www.janrenkema.nl
© 2009 - 2025 Boom uitgevers Amsterdam • Privacy policy • Algemene voorwaarden
 
Vorige
Volgende
1 van 1 resultaten.