pluchen, katoenen
stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
Van veel woorden die een stof of materiaal aanduiden (materiaalwoorden) kun je een bijvoeglijk naamwoord maken door -(e)n toe te voegen: gouden handdruk, stenen tafel, wollen sokken.
Vergelijkbare voorbeelden
aardewerken
bakstenen
betonnen
bronzen
chromen
damasten
eiken
emaillen
gouden
hermelijnen
houten
ijzeren
kartonnen
kasjmieren
koperen
leren
marmeren
metalen
papieren
porseleinen
stalen
stenen
wollen
zijden
zilveren
Van sommige materiaalwoorden kun je geen bijvoeglijk naamwoord op -en maken. Deze woorden zijn vaak nieuwer en niet-Nederlands: aluminium pan, plastic tafelkleed, velours gordijnen.
aluminium
badstof
bamboe
canvas
corduroy
denim
fleece
latex
linnen
messing
microfiber
nylon
plastic
platina
plexiglas
rvs
suède
tricot
triplex
velours
Over Jan Renkema
Jan Renkema (1948) is emeritus hoogleraar tekstkwaliteit aan de Universiteit van Tilburg. Hij studeerde algemene taalwetenschap aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1981 op ‘De Taal van Den Haag’. Hij was onder andere taalkundig adviseur bij de Tweede Kamer (1975-1978), buitengewoon hoogleraar cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit (1986-1989) en bijzonder hoogleraar taalverzorging (1999-2004).
Lees verder >

