12. Is het 'het parlement en zijn leden' of 'haar leden'?
Het is het parlement en zijn leden.
Het grammaticale geslacht van een woord bepaalt de manier waarop er naar het woord wordt verwezen. De Nederlandse taal kent drie grammaticale geslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Het overzicht hieronder geeft per grammaticaal geslacht een overzicht van de mogelijke verwijzingen.
grammaticaal geslacht |
persoonlijk vnw. |
bezittelijk vnw. |
aanwijzend vnw. |
betrekkelijk vnw. |
|
onzijdig (het-woorden) |
het |
zijn |
dit |
dat |
|
mannelijk (de-woorden) |
hij/hem |
zijn |
deze |
die |
|
vrouwelijk (de-woorden) |
zij/ze/haar |
haar |
deze |
die |
Hoe bepaalt u wat het grammaticale geslacht van een woord is? Onzijdige woorden hebben een duidelijk kenmerk: ze krijgen het lidwoord het. Maar mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen beide het lidwoord de. De regels voor de of het zijn helaas niet altijd duidelijk, en vaak is een woordenboek nodig om vast te stellen of een woord mannelijk of vrouwelijk is.
Mocht u geen woordenboek bij de hand hebben, of deze kwestie van minder belang vinden, dan hebt u misschien nog iets aan de volgende vuistregels.
> Veel de-woorden kennen beide mogelijkheden: zijn en haar.
> Er zijn meer vrouwelijke de-woorden dan mannelijke.
> De-woorden op -ing, -heid, -nis en -schap, -ie, -teit en -tuur zijn vrouwelijk: regering, waarheid, kennis, gemeenschap, organisatie, kwaliteit, apparatuur.
Zie voor meer informatie – bijvoorbeeld het meisje en haar springtouw – de Schrijfwijzer, paragraaf 7.3.4.